Feyenoord

Ook sport fascineert mij. Mijn interesse daarin zal zijn opgewekt kort nadat ik in 1956 vriendjes op de lagere school kreeg. Het vooruitzicht om vijf dagen per week naar school te moeten was voor mij heel bedreigend. Alsof ik toen al voorvoelde dat het wel eens levenslang zou kunnen worden. Met succes had ik mij voor die tijd verzet tegen aanmelding voor de kleuterschool in Midsland. Leerplicht begon pas als je 6 jaar was geworden.

Dikke tranen plengde ik toen ik met de auto (!) naar de 500 meter verderop gelegen School met de Bijbel werd gebracht.  Er was geen ontkomen aan: ik moest echt.

Ik kwam te zitten naast een jongetje dat op de dag af precies een half jaar jonger bleek te zijn dan ik. Onze eerste woordenwisseling, niet in de betekenis van een twistgesprek, verliep ongeveer als volgt:

“Hoe heet jij?” ‘Ik heet Cor en hoe heet jij?’ “Ik heet Arend, zullen we vriendjes zijn?”

En aldus geschiedde.

Leerlingen uit Hoorn, mijn woonplaats, mochten in verband met de capaciteit van het fietsenhok niet op de fiets naar school. Dat voorrecht was voorbehouden aan de kinderen uit de andere dorpen. Maar aangezien Arends ouders een boerderij schuin tegenover de school hadden mocht ik daar elke dag mijn fietsje neerzetten.

Naast het vertier rondom de boerderij van Arends ouders en cowboytje spelen in de duinen, was onze grootste liefhebberij voetballen op het grasveld achter de kerk. Bijna dagelijks waren we daar na schooltijd te vinden. Een vast clubje dat verder bestond uit Arends oudere broer Jelle, Tammerus, de zoon van de slager, Gossen, de zoon van de meester en Anton, een jongen die nieuw was in het dorp en afkomstig van de “vaste wal”.

05 voetbal ca.1960
Omstreeks 1960. Staand vlnr: Anton, Jelle, Tammerus. Zittend vlnr: Cor, Gossen, Arend

Elftalfoto’s van echte voetbalclubs stonden natuurlijk model voor deze groepsfoto van ons team.

Rond 1960 kregen trouwe klanten van de Esso benzinepomp platen van Nederlandse voetbalteams uit de hoogste divisies. Ik spaarde ze allemaal, want gelukkig was mijn vader klant bij de Esso. Onlangs vond ik ze terug in een doos. Twee voorbeelden:

Feyenoord
Op de foto onder meer keeper Eddie P.G., clubicoon Coen Moulijn (zittend helemaal rechts) en met de bal in de handen Cor van der Gijp (oom van René)

Natuurlijk identificeerden we ons bij onze wedstrijdjes met de voetbalsterren van die tijd. Als ik me het goed herinner was Jelle vaak Abe Lenstra (op de plaat van Sportclub Enschede afgebeeld), Gossen Coen Moulijn en Tonny van der Linden van het Utrechtse DOS mijn favoriet.

Sportclub Enschede
Abe Lenstra tweede van links op de achterste rij

De televisie speelde nog geen rol in onze beeldvorming. Wel herinner ik mij vaag een radioverslag op de keukenradio van de WK-finale 1958 tussen Brazilië en Zweden. Een supertalent, de toen 17 jarige Pele, speelde de sterren van de hemel en bezorgde Brazilië de wereldtitel. Het niveau van het Nederlands Elftal was in die tijd bij lange na niet voldoende voor plaatsing voor de eindronde.

Allengs groeide ook de belangstelling voor andere sporten. Er waren radioreportages over de Tour de France met wielergrootheden als Charly Gaul, Federico Bahamontes en Jacques Anquetil. Allemaal rondewinnaars die in de bergen prima uit de voeten konden. In Nederland ontbreken bergen, dus waren we al enthousiast over de vijfde plek in 1962 van Ab Geldermans. Hoewel ik natuurlijk ook de verhalen hoorde over Wim van Est die in 1951, rijdend in de gele trui, tijdens een afdaling het ravijn in reed. (“Zeventig meter viel hij diep. Zijn hart stond stil, maar zijn Pontiac liep”). Samen met Arend reed ik op het eiland etappes waarbij de trajecten met “beklimmingen” de bergritten waren. We verzonnen zelf namen voor de deelnemers aan deze “Ronde van Terschelling” en maakten vervolgens op de typemachine bij ons thuis sportkrantjes met uitbundige verslagen (oplage 1 exemplaar).

Ook ontdekten we de Olympische Spelen als belangrijk sportevenement. In 1960 vonden deze plaats in Rome. Arend was geabonneerd op de “Donald Duck” en daarbij zat een nummer met een verhaal waarin Donald zich op de Olympische Spelen voor meerdere disciplines had ingeschreven. Bij de presentatie van de deelnemers stelt een van de neefjes op de tribune (Kwik, Kwek of Kwak – daar wil ik af zijn) de vraag: “Zie jij oom Donald?”. Waarop één van de andere neefjes zoiets antwoordt als: “Ja, hij staat naast de linkerknie van de tweede atleet rechts.” Het eind van het liedje is dat de één na de andere tegenstander van Donald moet afhaken, maar dat Donald in het zicht van de overwinning bij elk onderdeel toch aan het kortste eind trekt. Ook voor oom Donald zijn er geen medailles weggelegd doordat hij bijvoorbeeld één meter voor de finish bij een hardloopwedstrijd oververmoeid neerstort. Bij de bokswedstrijd slaat Donald zichzelf ongelukkigerwijs k.o. en bij het gewichtheffen verliest hij de controle over de halter die vervolgens op zijn hoofd valt. Achteraf bezien was het verhaal misschien wel exemplarisch voor de stand van zaken van het niveau van de Nederlandse sportprestaties in die tijd. Maar betere tijden lagen in het verschiet.

Inmiddels zat ik op de HBS in Leeuwarden. Mijn enige sportactiviteit was, afgezien van de gymnastieklessen, de dagelijkse fietstocht van mijn kosthuis naar school en weer terug. In totaal zo’n 30 km. Wel bleef ik enthousiast de sport volgen.

De eerste voortekenen van Nederlandse successen op dat gebied openbaarden zich bij judo en schaatsen. Anton Geesink doorbrak de Japanse hegemonie bij judo door in het hol van de leeuw  een gouden medaille te winnen op de Olympische spelen van Tokio.Geesink houdgreep

Al in 1961 won Henk van der Grift de wereldtitel bij het schaatsen, maar pas na de opkomst van het duo Kees Verkerk en Ard Schenk begon Nederland op dat gebied echt mee te tellen. De aanleg van kunstijsbanen heeft hierbij ongetwijfeld ook een belangrijke rol gespeeld.

En zowaar kregen wRevue speciale editie toure in 1968 een Nederlandse tourwinnaar, Jan Janssen. Hij was al eens wereldkampioen geworden in 1964, maar dit was de kroon op het werk. Het weekblad Revue bracht jaarlijks een speciale aan de tour gewijde uitgave uit met fraaie sportfoto’s.

Echter, de sport die zich in de grootste belangstelling mag verheugen is toch voetbal. In de Europacup begonnen de Nederlandse clubs steeds beter te presteren. Mijn tante Anna, bij wie ik in Oudebildtzijl in de kost was, had zelf nog geen TV.  Ik mocht elke zondagavond “Sport in Beeld” kijken bij  mijn oom Sjoerd (ook een voetballiefhebber) en tante Haitske. Ook bij EuropacuLiverpoolkeeper Lawrence tuurt in de mistpwedstrijden was ik daar welkom. De legendarische 5-1 overwinning in dichte mist van Ajax op Liverpool is onvergetelijk. We knepen onze handen dicht dat de wedstrijd niet voor de rust vanwege het slechte zicht gestaakt zou worden, want dan zou die in zijn geheel moeten worden overgespeeld.

Het duurde nog tot 1970 voordat een Nederlandse club erin slaagde de Europacup te winnen. En ere wie ere toekomt: dat was Feyenoord.

En daarom is het mooi dat ze vandaag eindelijk weer eens kampioen van Nederland zijn geworden dankzij drie doelpunten van Dirk Kuyt!

6 gedachten over “Feyenoord

  1. Beste Cor,

    bedankt voor jouw stuk. Ik heb het met veel plezier gelezen. Net als bij de muziek lig ik chronologisch bij jou achter. Voor 1960 zegt mij niets, heb ik niet bewust meegemaakt, bedoel ik. Dat bewust meemaken begon met de 11- Stedentocht van 1963, voor de radio. Daarna als volgende highlight Jan Jansen zijn Tour: ” Cora, Cora kindje, papa heb de Tour gewonnen”. Sindsdien heb ik alles wat ik leuk vond wel gevolgd. Ook leuk dat Feyenoord vandaag kampioen werd en Cor, die triomftocht begon in ….Groningen. De eerste wedstrijd van dit seizoen: Groningen-Feyenoord 0-5. Toen dacht ik dat Feyenoord kan best weleens ver komen en voor ons wordt het een K.T seizoen. Was allebei waar. En dan toch nog wij in de Play Offs. Als we maar niet weer Europees voetbal halen, gezien de vorige keer.

    gerhard.

  2. Hallo Cor

    Vele sportzaken die jij beschrijft voor mijn tijd.
    Leuk om te lezen en ik ben gek op foto’s.
    Wel trots op Dirk Kuyt. Een Katwijker die nu in mijn huidige woonplaats Noordwijk woont.

    Warme groet,

    Marja

  3. Beste Cor,

    ik ben bezig met het nakijken van mijn V6 leerlingen hun werk. Dat valt niet mee. Qua resultaten. Het lijkt erop of de leerlingen steeds dommer worden. Wat mij op de been houdt is dat ik de DVD van The Last Walz op heb tijdens dat nakijken. Ik zet The Band gedeeld met The Beatles op 1. Aller tijden, vanaf 1963 dus. Carl Perkins werd ook nog genoemd en die hebben wij gezien en gehoord. Een wonder, one handshake away from Elvis. Wij.

    gerhard.

    1. Die one handshake klopt natuurlijk niet helemaal, want weliswaar was het een onvergetelijk concert, maar Carl Perkins’ hand hebben we bij mijn weten niet geschud..Maar de muziek houdt ons wel op de been als het nakijken van examenwerk ons tot wanhoop drijft..

  4. Van mijn zesde jaar tot 17 op Terschelling gewoond en 6 jaar bij meester Roos in de klas gezeten in Hoorn (school met de bijbel ) mijn vader was politie Dijkstra met de hond!!
    Mooie herinneringen aan die school jaren en ik ben ook in het bezit van het reünie boekje
    Groet
    Janny Dijkstra

    1. Ha Janny!

      Wat leuk dat jij er ook mooie herinneringen aan hebt. Jij bent naar ik aanneem dus een zus van de tweeling die mij in de klas zat. Als ik het goed begrijp ben jij dus twee jaar ouder dan zij (na klas 1 kwam meester Brandsma en schoof meester Roos door naar klas 4, 5 en 6). De reünie heb ik door familieomstandigheden niet bij kunnen wonen. Ben je na al die jaren nog wel eens teruggekeerd naar Terschelling? En hoe is het je zussen vergaan?
      Hartelijke groet, Cor

Laat een reactie achter bij G HospersReactie annuleren