Wordfeud

Van jongs af aan bezorgen op gezette tijden spelletjes met een competitief karakter mij een aangename tijdspassering. Mens-erger-je-niet was waarschijnlijk mijn eerste kennismaking met een gezelschapsspel. Alleen al de naam van dat spel suggereert een wijze levensles: laat je niet meteen door tegenslag uit het veld slaan.

Mijn lezers kennen ongetwijfeld de spelregels en weten natuurlijk dat je er al mee uit de voeten kan nog voor je kunt lezen. Tellen is wel een vereiste. Ook Memory geeft oudere spelers doorgaans geen voordeel. Tegen mijn kleinkinderen moet ik het meestal afleggen. Tja, als je ouder wordt heb je steeds meer te onthouden, maar er is ook meer om te vergeten.

In het gezin waarin ik opgroeide was ’s zomers weinig ruimte voor gezelschapspelletjes. Moeder had het druk met de pensiongasten en vader besteedde zijn tijd hoofdzakelijk aan het aannemersbedrijf. Vaak denk ik aan hem terug als ik langs de verschillende huizen op Terschelling die onder zijn toezicht zijn gebouwd rijd. En het is aan mijn ouders te danken dat het bezit van Topaas mij keer op keer plezier verschaft.

In de wintermaanden kwamen toch af en toe bordspelen op tafel. Omstreeks mijn tiende maakte ik kennis met Board Script, een variant op het veel bekendere Scrabble.

Ter vergelijking beeld ik beide borden hier af, met dank aan Dirkje die zowel het antieke scrabblebord als de Board Script versie bezit.

Direct valt de gelijkenis tussen beide borden op. En niet alleen bij mij roept dat vragen op als: “Is hier sprake van plagiaat en hoe zit dat met de auteursrechten?”

Enig zoeken op internet leert dat Scrabble in 1960 inderdaad geprocedeerd heeft over de vraag of Board Script wel genoeg had gedaan om af te wijken van Scrabble. Kern van de gerechtelijke uitspraak, later bevestigd door de Hoge Raad, was het oordeel dat de layout van de dubbel- en tripelwaardevakjes anders was en er derhalve geen sprake van plagiaat kon zijn. Bovendien hanteert Board Script voor sommige letters andere letterwaarden dan Scrabble.

Over dergelijke subtiliteiten bekommerden wij ons natuurlijk niet bij het spel. Mijn tante Anna, waarbij ik in mijn HBS-tijd tijdens de schoolperiodes in de kost was, had Scrabble en ook daar bezorgde het ons een plezierig tijdverdrijf. Maar natuurlijk wel met de onvermijdelijke discussies over de toelaatbaarheid van woorden. Zij kende overigens ook de regels van het schaakspel, zodat we af en toe ter afwisseling een partijtje schaak speelden. Daarbij doen zich problemen over al dan niet geoorloofde zetten niet voor.

Toen ik in Groningen ging studeren werd de kamer tegenover mij bewoond door Douwe van der Meulen. Hij was een ouderejaars student natuurkunde, die zijn tijd grotendeels besteedde aan zijn grote passie: schaken. Hij speelde aan het tweede bord van de studentenschaakvereniging SISSA. Regelmatig organiseerde hij op zijn kamer kleine toernooitjes snelschaken met ondermeer de broers Douwe en Simon Algera en andere clubgenoten. (Douwe Algera kwam reeds ter sprake in mijn stukje gewijd aan het geheugen👈) Als ik na een dag studeren ’s avonds laat terugkeerde van een bezoek aan de kroeg van de studentenvereniging VERA brandde er steevast nog licht op de kamer van de eerstgenoemde Douwe. Hij bestudeerde dan nog intensief openingsvarianten uit de schaakboekjes van Max Euwe. Vaak speelden we dan nog een aantal potjes snelschaak, die ik natuurlijk stuk voor stuk verloor, met als sporadische uitzondering een enkele winstpartij door tijdsoverschrijding.

Toch stak ik daar nog wel het een en ander van op en zodoende liet ik me overhalen lid van SISSA te worden. Daar wilde ik alleen meespelen in de interne competitie met als voornaamste argument dat schaken een individuele denksport is. De resultaten van de matches op de verschillende borden hebben in principe geen enkele invloed op elkaar. Al moet ik erbij zeggen dat ik ook weinig trek had in autotripjes in weekenden met uitwedstrijden.

Nadat ik met Anky ging samenwonen vermaakten we ons met klaverjassen, samen met onze “huisbaas” Henk en zijn vrouw Els of door met vrienden Monopoly  of Mahjong te spelen tot diep in de nacht. Met name die laatste twee spelletjes, mits strak volgens de regels gespeeld, duurden eindeloos. Ik kan mij zelfs niet herinneren of we ooit Mahjong tot het eind uitspeelden. De slaap overwon altijd. Vooral de rituelen rond Mahjong – we werden geacht iedere nieuwe ronde te beginnen met de plechtige uitspraak: “Let us build a new great wall” – spraken mij zeer aan. Een paar voorbeelden: Het spel begint door met de 144 speelstenen eerst een tweehoog vierkante muur te bouwen. Na het gooien van twee dobbelsteentjes bepaalt het aantal ogen bij de eerste worp de zijde, aangeduid door één van de vier windstreken, waar de muur moet worden geopend. Een tweede worp geeft dan uitsluitsel over de precieze lokatie in de muur. De speler aan die zijde van de muur mag vanaf dat punt de stenen waarmee de spelers beginnen verdelen. Mocht hij een hoek bereiken dan wordt deze eervolle rol overgenomen door de speler die die zijde van de muur voor zich heeft. Vervolgens wordt de muur tijdens het spel steen voor steen, met de wijzers van de klok mee,  afgebroken. Ik zag er streng op toe dat dit alles conform de voorschriften plaatsvond, vrezend dat we door daarvan af te wijken wellicht onheil over ons afriepen. Zo zat, nog voor we echt begonnen waren, de stemming er al goed in. Het bracht ons onder het genot van (veelal alcoholische) drankjes, hapjes en muziek van mijn grammofoonplaten vele plezierige uren.

Wat het spel ook aantrekkelijk maakte was de fraaie uitvoering ervan:

Het Mah-Jong spel

In latere jaren verschenen veel meer spelletjes die ons voor kortere of langere tijd konden bekoren op de markt. Ik noem er een paar: Barricade, Triviant, Rummikub. Van deze drie is de versie van Triviant, gebaseerd op een televisiequiz, nu toch wel erg gedateerd. Kern van dat spel is het beantwoorden van vragen, waarvan sommige destijds actueel waren, maar nu hopeloos achterhaald. De andere twee mogen zich nog steeds verheugen in een behoorlijke populariteit, mede omdat het gezelschapsspellen zijn voor jong en oud.

Maar wat mij het meest charmeert is de metamorfose van de woordspelletjes Scrabble en Board Script in Wordfeud.

Je kunt Wordfeud kort omschrijven als een digitale versie van bovengenoemde woordspelletjes, maar vanzelfsprekend wel met een eigen lay-out. Het wordt gespeeld op tablet, computer of smartphone. Kort nadat ik de beschikking kreeg over een I-phone verscheen het op de markt. Sinds 31 maart 2012, de dag waarop ik de bijbehorende app op mijn telefoon zette, speel ik Wordfeud.

Een nieuwe wereld ging voor mij open. In eerste instantie speelde ik een aantal potjes met Anky, Suze en wat collega’s van school. Maar spoedig ontdekte ik de mogelijkheid willekeurige spelers uit te nodigen. Eén van de spelers die een uitnodiging accepteerde hanteerde de spelersnaam Redobo🍀. Zij liet mij alle hoeken van het bord zien. De ene na de andere revanche trok ik aan het kortste eind. Wanhopig vroeg ik na de zevende nederlaag op rij via de chatfaciliteit aan Renate, Redobo🍀’s echte naam, of ze überhaupt wel eens verloor. Dat bleek het geval en leidde er toe dat ze mij in contact bracht met een collega, Esther, die kennelijk wel wist hoe haar te bestrijden. Ik besloot, om de moed erin te houden, de confrontaties op te delen in matches tot één van ons 10 partijen gewonnen had en dan weer bij de stand 0-0 te beginnen. Ondertussen noteerde ik de resultaten van de matches en de cumulatieve score en dat ben ik tot de dag van vandaag blijven doen. Wordfeud houdt de onderlinge score nu ook bij, maar begon daar pas mee op 16 februari 2013.

Als je vaker tegen elkaar speelt gaan de chatgesprekken niet alleen maar meer over de al dan niet geaccepteerde woorden, maar ook over andere zaken die je bezighouden. Werk, sport, politiek in tijden van verkiezingen, actuele gebeurtenissen, muziek, lief en leed, het zijn allemaal onderwerpen die langs komen. Ik ervaar dat als zeer waardevol, zeker in periodes waarin je wat meer op jezelf bent aangewezen.

Anky’s voortschrijdende ziekte bracht mij ertoe eind 2014 te stoppen met Wordfeud; ik had wel andere dingen aan mijn hoofd. In vorige berichten kwam dat meermalen ter sprake.

Enkele weken na Anky’s overlijden stelde ik Renate en Esther daarvan op de hoogte en besloot ook weer Wordfeud te gaan spelen. We vervolgden onze tweekampen. Daarnaast ontdekte ik de mogelijkheid om in competitieverband te spelen. De Wordfeud League Of Honour (WLOH) organiseert elke twee weken een competitie waarbij de kampioen promoveert naar een hogere divisie en de de spelers op de laatste en de voorlaatste plaats degraderen. Ik werd als beginner in één van de groepen van divisie 10 ingedeeld, won die meteen, maar promotie naar divisie 8 liet al langer op zich wachten. Sindsdien verblijf ik hoofdzakelijk in divisie 7 of 8.

Inmiddels verschenen er berichten op het forum van WLOH van een speler die in korte tijd naar de hoogste divisie was opgestoomd en een website had gemaakt waarop de resultaten van de hoofdgroep wat netter werden gepresenteerd. Bovendien deelde Marco, de man achter de website, persoonlijke ervaringen met het spel, publiceerde er diverse lijstjes met rare woorden die werden toegelaten en plaatste er Wordfeud gerelateerde puzzeltjes. Zijn website, wordfeuder.nl 👈mocht zich binnen korte tijd verheugen in een snelgroeiende belangstelling. Voornamelijk van mensen die net als ik het spelletje veel te serieus nemen. Suggesties voor nieuwe rubrieken wist Marco snel te implementeren en verschillende spelers leverden aanvullingen op zijn woordenlijsten. Deze zijn inmiddels onderverdeeld in rubrieken als voornamen, Engelse woorden, geografie en willekeur. Hierbij komt de rol van taaltik, de woordenlijst die als onverbiddelijke scheidsrechter fungeert, nadrukkelijk aan de orde. Waar vroeger de ruzies aan tafel over de acceptatie van gelegde woorden tussen de spelers ging, is het geharrewar daarover nu naar taaltik verschoven. Samen met je tegenspeler kun je nu klagen over onrechtvaardige beslissingen van taaltik. In zekere zin is het een dynamische woordenlijst, want je mag voorstellen indienen om woorden geaccepteerd of juist verworpen te krijgen. De argumentatie die je daarbij levert is doorslaggevend. Zo herinner ik mij zelfs woorden (QUINE, ADE, MARIA) die, net als vroeger de voetbalclub Volendam, een soort heen-en-weer status hebben.

Het leukst zijn de toernooien die Marco organiseert. Het begon met een knock-out toernooi voor 64 spelers met als inzet de titel Wordfeuder van het Jaar 2017 (WvhJ 2017). Enthousiast meldde ik me aan en wist zowaar tot de laatste 16 door te dringen. De beide finalepartijen – in elke ronde speelden de deelnemers twee potjes tegen elkaar waarbij in het geval elke speler een partij won de totaalscore beslissend was – waren op de website zelfs “semi-live” te volgen.

Dit jaar volgden een voorjaarstoernooi en een zomertoernooi, elk met hun eigen wedstrijdreglement. Marco’s ervaring met het organiseren van diverse schaaktoernooien, waarbij via verschillende systemen de eindstand wordt vastgesteld kwam hem hier ook van pas.

Het aantrekkelijke van deze toernooien is wat mij betreft de kans topspelers als tegenstanders te treffen. Geen groter genoegen dan als gewone sterveling zo’n grootheid te kloppen. Ik realiseerde me het pas achteraf, maar in het voorjaarstoernooi smaakte ik het genoegen 64richard, de wordfeuder van het jaar 2017, te verslaan. Merkwaardig genoeg was de naam van de verliezende finalist, bert.bacon, me wel bijgebleven. Waarschijnlijk door het verloop van de finale die voor Bert op een enorme anticlimax uitliep. Met name in de eerste partij werd hij met zulke hopeloze letters opgescheept dat er nauwelijks van strijd sprake kon zijn. Ook dat is Wordfeud. Overigens was Bert wel de uiteindelijke winnaar van het voorjaarstoernooi.

Zelf had ik meer succes met de bingopuzzels op de website. Een bingo is een woord dat je kunt leggen door alle letters op je balkje in één keer uit te spelen. Bij deze puzzel is het de opdracht van 7 in alfabetische volgorde gegeven letters een door taaltik goedgekeurd woord te maken. Je mocht maar één keer een oplossing inzenden. Gelukkig staat op worfeuder.nl 👈een vakje waarin je vooraf kunt checken of het woord wordt goedgekeurd. Dagelijks verscheen een nieuwe opdracht, een enkele maal bleken er meerdere oplossingen te zijn. Aan het eind van het jaar werd de balans opgemaakt en voor de drie spelers met de meeste goede oplossingen had Marco een prijs in petto. Omdat ik gedeeld derde werd kreeg ik enige weken later twee flessen voortreffelijke wijn toegestuurd.

Parallel aan de bingopuzzel werd ons ook een moeilijkere variant voorgeschoteld: de superbingo. Hierbij is één van de zeven letters onbekend (de blanco of zo je wilt de joker op het plankje). Omdat het vinden van de unieke oplossing dan meestal veel lastiger is werd ons hierbij wekelijks een opgave voorgeschoteld. Eind juni werd het klassement opgemaakt en hoorde ik bij de drie puzzelaars die alle correcte oplossingen hadden ingestuurd.

Inmiddels bleef Marco creatief in het lanceren van ideeën voor Wordfeud activiteiten. Een interland tussen België en Nederland, een jamboree en een herfsttoernooi voor supporters van de website. Op het moment dat ik dit schrijf loopt het herfstoernooi nog. Dat geldt ook voor de strijd om de titel Wordfeuder van het jaar 2018. Aan dat laatste toernooi mocht ik meedoen dankzij een wildcard die ik kreeg vanwege het oplossen van alle superbingo’s. Helaas ging ik nu in de eerste ronde roemloos ten onder. Maar dat veel topspelers hetzelfde lot ondergingen verzacht dan weer het leed.

Het plan voor de jamboree bleek te ambitieus. Deze was gepland op 30 september 2018 in de Verkadefabriek in ‘s Hertogenbosch. Omdat in juni zich pas 5 deelnemers hadden aangemeld zag Marco zich genoodzaakt dit evenement te annuleren. In plaats daarvan besloot hij er een ontmoetingsbijeenkomst voor wordfeuders die elkaar eens persoonlijk wilden ontmoeten van te maken. Ik besloot op de aangegeven datum uit nieuwsgierigheid naar de mens achter de fanatieke wordfeudspelers de trein naar ‘s Hertogenbosch te nemen. Het werd een ontmoeting met een stel heel aardige mensen die niet alleen het spelletje heel leuk vinden, maar ook anderszins blijk gaven van een brede interesse. In het bijzonder was het ook leuk om daar twee van mijn vaste trainingsmaatjes, Nel en Marjo, en webmaster Marco te ontmoeten.

Op bovenstaande foto’s zijn de spelers die acte de présence gaven te zien: Marco, Ronald, Ingrid, Marjo, Nel, Cor, Bert, José, Theo, Erwin en Desiree.

Wat Wordfeud betreft had ik het idee dat met de zeven nederlagen op rij tegen Renate in de begintijd het dieptepunt wel bereikt was. Niets was minder waar bleek de afgelopen maand. In de oefenpartijtjes tegen Marjo liep de teller op tot 16. Een beetje pesterig berichtte ze me tijdens die zestiende dat ze in het herfsttoernooi een nieuwe partij had aangevraagd en nog geen tegenstander toegewezen gekregen had. Ik besloot de handschoen op te pakken en werd inderdaad aan haar gekoppeld.

Ondanks een voortvarende start met twee bingo’s lukte me het aanvankelijk niet haar van mij af te schudden. Mijn grootste vijand, de Q, bleek weer haar grootste vriendin. Weg was de voorsprong.

Slotstand van mijn partij tegen Marjo in het herfsttoernooi.

Om een inkijkje te geven in de strategie die mij hopelijk toch nog een kans op de overwinning zou geven een kleine uitweiding hierover. Op mijn plankje lagen de letters AAEKTZ*. Het sterretje staat voor de joker; in het noteren van woorden gebruiken we de kleine letter voor gebruikte blanco’s. Marjo had WON gelegd zodat mijn eerste inval was om YOgAE voor 33 punten naar 3W te leggen. Er waren nog 2 G’s in het spel en daarmee het risico dat Marjo dat woord voor 42 punten zou leggen. In de voorgaande potjes had ik al genoeg ervaring opgedaan met de fijne neus die zij heeft voor het dwarsbomen van mijn plannen. Maar er was ook nog ruimte om vanaf de K van BEdRUK te proberen de 3W te bereiken. Vrij vlot zag ik daarvoor de mogelijkheid KAZEmAT voor 42 punten. Omdat die oplossing mij ook maar weinig lucht zou geven besloot ik de tijd nemen en met de K die ik ook nog kwijt moest op zoek te gaan naar een superbingo. De volgende dag had ik andere bezigheden en uiteindelijk gaf ik op zondagmiddag het zoeken op en legde toch maar KAZEmAT, onder het motto “God zegene de greep”. En dat deed Hij, naar uit het verdere verloop bleek. Eindelijk kreeg ik het geluk, een niet te onderschatten factor bij Wordfeud, aan mijn zijde en kon ik maandagochtend de winnende score doorgeven. Het voelde alsof er een dikke streep door het gênante verlies van 16 potjes op rij tegen Marjo werd gehaald. Ik moest terugdenken aan de wijze levensles waarnaar ik verwees aan het begin: “Mens erger je niet”.

Vroeg of laat stoot je toch weer op leukere momenten bij het spel.

4 gedachten over “Wordfeud

    1. Fijn, al die mooie reacties die ik langs diverse kanalen krijg. Het maakt deze verslaving dragelijk. Ontwenningsverschijnselen lijken me erger dan verliespartijen Rinus!

Geef een reactie