Notre-Dame

Toeval?

Toen het eerste bericht over de brand in de Notre-Dame op mijn telefoon verscheen had ik nog niet het idee dat binnen de kortste keren nagenoeg het hele gebouw in lichter laaie zou staan. Multitaskend zat ik met “bord op schoot” TV te kijken en een spelletje Wordfeud tegen één van mijn vaste tegenspelers, de Vlaamse Ingrid, te spelen. Nadat ik tot mijn opluchting de Q via het woord QUASI had kunnen lozen, reageerde zij via de chat met de mededeling: “Quasimodo zijn huis staat in brand!” Ik begreep onmiddellijk dat ze met dat huis op de Notre-Dame doelde, maar Quasimodo associeerde ik niet met een persoon. Inmiddels weet ik dat de klokkenluider van de Notre-Dame, de hoofdpersoon uit het gelijknamige boek van Victor Hugo, Quasimodo heet. Mijn gedachtekronkels volgend kon ik het niet nalaten of taaltik, de “VAR” van Wordfeud, het woord toestaat. En waarachtig: het mag! Helaas ontbrak mij op dat moment een M en een O om het woord QUASI naar drie keer woordwaarde te kunnen verlengen. Maar enige zetten later lukte het zowaar met hulp van een joker.


Toeval of niet?

Nader onderzoek leerde mij dat ook de eerste zondag na Pasen met de term Quasimodo wordt aangeduid en dat dit is gebaseerd op de eerste woorden van de mis voor die zondag. Ja, met mijn protestantse opvoeding is dat aan mij voorbijgegaan.

Parijs 1992

In de herfstvakantie 1992 reisden we voor de eerste keer naar Parijs. Om het ook voor Nienke en Jan aantrekkelijk te maken hadden we aan het eind van de trip het dagje Eurodisney gepland. Maar de dagen daarvoor bezochten we natuurlijk hoogtepunten als het Louvre, Centre Pompidou, de graven van beroemdheden als Chopin en Jim Morrison op Père Lachaise, de Arc de Triomphe en de Notre-Dame. Voor mij aanleiding weer eens het fotoalbum dat Anky na die reis maakte uit de kast te halen.


Een blad uit het fotoalbum 1992
Boven: De klokkentorens van de Notre-Dame
Foto daaronder: Daar horen toch beelden te staan?
Als vertolker van onder meer zijn muziek moest Nienke even bij het graf van Chopin poseren

Emmen 1997

Het beeld van de treurende toeschouwers bij de brandende kathedraal riep bij mij het gevoel op dat me bekroop toen ik getuige was van de brand die in augustus 1997 het schoolgebouw waarin ik les gaf in de as legde. Op een zondagmiddag in één van de laatste weken van de zomervakantie werd ik gebeld door een collega met de mededeling dat de school in brand stond. Natuurlijk haastte ik mij meteen naar de plaats des onheils en de tranen sprongen me bijkans in de ogen toen ik zag dat het deel van de school waar de brand was ontstaan precies de locatie was waar zich de natuurkundelokalen bevonden. Alle practicum- en demonstratiematerialen gingen verloren. Ook bij de toegestroomde leerlingen overheerste een gevoel van verslagenheid. Dit in weerwil van de tekst “bij brand laten staan” die ik wel eens op de boekentas van een leerling aantrof. De lokale TV-zender besteedde er indertijd natuurlijk aandacht aan:

Hoe groot de impact van zo’n brand op de direct betrokkenen is besef je pas echt in de periode daarna. Bij Anky heb ik wel eerder gemerkt dat dat niet te onderschatten is. In haar ouderlijk huis was ooit brand in de schuur uitgebroken als gevolg van hooibroei. Haar vader, op zijn werk gewaarschuwd met de mededeling “Joen hoes staait in brann”, dacht bij thuiskomst louter een rokende ruïne aan te treffen, maar werd enigszins gerustgesteld bij de aanblik van het op het oog ongeschonden voorhuis. Doortastend optreden van de brandweer en behulpzame buren hadden voorkomen dat het woonhuis vlam vatte.

In de eerste jaren dat we samen waren was Anky nog een regelmatige rookster. Ik zou niet meer weten hoe vaak het is voorgekomen dat wij, nadat we van huis gingen, onverhoeds moesten terugkeren om te kijken of ze haar laatste sigaret wel had gedoofd. Toen ze uiteindelijk met de komst van de kinderen stopte met roken was dat niet alleen goed voor de gezondheid en de gemoedsrust, maar ook een besparing op rook- en brandstofkosten.

Een geluk bij het ongeluk van de schoolbrand was de beschikbaarheid van twee andere schoolgebouwen die juist op de nominatie stonden om te worden gesloopt. In plaats daarvan werden deze onderling aangrenzende gebouwen met spoed weer geschikt gemaakt voor het geven van onderwijs. Ondertussen had het personeel van de vakken die werden gegeven in het voor de vuurzee gespaarde deel van de school de opdracht de verhuizing van hun lesmateriaal voor te bereiden. De natuurkundedocenten hadden echter niets te verhuizen. Tussen de asresten werden alleen nog de beide antieke koperen Maagdenburger halve bollen (beroemd experiment om de kracht van luchtdruk te demonstreren) en een ijzeren juk, onderdeel van de proef van Tyndall (waarmee de enorme kracht die gepaard gaat met het uitzetten en krimpen van metalen wordt gedemonstreerd), teruggevonden. Derhalve mochten wij onder de bezielende leiding van facilitymanager Jelsma onderhandelen met leveranciers van practicum- en demonstratiemateriaal. Ik herinner mij dat scheikundecollega Skolnik bij het inpakken van de verhuisdozen verzuchtte dat de natuurkundedocenten in dit stadium daarom misschien wel beter af waren.

Als aandenken is het ijzeren juk nog steeds in mijn bezit. Anky kon er nog vaak handig gebruik van maken als door haar ingebonden tijdschriften of boeken enige tijd “onder bezwaar” moesten liggen. Collega Nijborg en TOA Post namen elk een halve Maagdenburger bol (zo opgeschreven lijken ze wel eetbaar) als aandenken mee.

Een nuttige toepassing van het juk behorend bij de proef van Tyndall

Het duurde uiteindelijk tot september 2001 tot we in een nieuw schoolgebouw op de oude plek onze intrek konden nemen. In dat licht bezien lijkt de aankondiging van president Macron om binnen 5 jaar de Notre-Dame in oude glorie te herstellen wel erg ambitieus.

Parijs 2012

Twintig jaar na ons eerste bezoek aan de lichtstad waren Anky en ik opnieuw een aantal dagen in Parijs. Jan woonde er tijdelijk in verband met zijn werk en verschafte ons enige dagen onderdak. Natuurlijk was er ook gelegenheid om samen met hem activiteiten te ondernemen. Tijdens een rondvaart over de Seine op 21 oktober waren we in staat de Notre-Dame in volle glorie te bewonderen en te fotograferen.

Notre-Dame vanaf de Seine
Geflankeerd door Anky en Jan op de Seine voor de Notre-Dame

Na afloop van de boottocht maakte Anky, net als 20 jaar daarvoor, opnieuw een foto aan de voorkant met de beide klokkentorens:

De klokkentorens van de Notre-Dame op 21 oktober 2012

In de twintig jaar die tussen het maken van de foto’s met de klokkentorens verstreken is lijken ze nauwelijks veranderd. De brand van 15 april heeft bij de Notre-Dame grote schade aangericht, maar volgens restaurateur Tim Kemperman in de NRC “zijn de hoofdconstructie, de twee torens en de façade blijven staan. Maar de stenen daarvan hebben een enorme opdonder gekregen, daar zitten vast scheuren in of er zijn stukken uitgevallen”.

De tijd zal leren wanneer de kathedraal in alle glorie is hersteld.

10 gedachten over “Notre-Dame

  1. Hallo Cor, met belangstelling je verhaal gelezen! Oude herinneringen
    komen ook bij mij weer naar boven! Mooie en bijzondere herinneringen, vooral de brand van de school! Onze meisjes (jongedames) hebben ook samen met tranen voor de school gestaan! Ze zaten net voor het eindexamen! Ook dat is goed gekomen! Hoop dat de Notre-Dame wederom tot een mooi kerkelijk gebouw in ere hersteld zal worden!!!! Lfs. en groeten, Karel & Aukje

    1. Inderdaad Aukje, het roept herinneringen op. En dan zijn fotoboeken en filmbeelden waardevolle middelen om die scherper in het vizier te krijgen. Fijn dat jullie laten weten dat ook dit verhaal wat met jullie doet.

      1. Hallo Cor .
        Heel erg bedankt voor deze “mooie” geschiedenis. Vele herinneringen komen terug. Als ik in de fotoboeken duik vind ik ook inderdaad foto’s van Parijs met oa de Notre Dame en de brand van de school.
        Jij hebt wel inspiratie om een boek te schrijven .
        Mooi verteld.
        Groetjes Bieny en Dirk

  2. @Bieny: Gezien de status als toeristische trekpleister zullen in veel fotoalbums foto’s van de Notre-Dame zitten. Vandaag hoorde ik van Nienke (wij waren naar de Matthäus Passion) dat zij naar aanleiding van brand van de Notre-Dame ook terug had moeten denken aan de schoolbrand.

  3. Wat een ‘leuk’ verhaal bij mij hangt ook een bijzondere foto van de kathedraal met het schip er op waar ik mee op vakantie was. De foto van de bijzondere pers spreekt mij wel aan want het boek van Simone de Beauvoir is een van mijn favorieten.

    1. Dank Cis voor je respons. De aandacht dezer dagen voor de brand vijf jaar geleden herinnerde me eraan dat ik er indertijd een stuk over geschreven heb. Mooie gelegenheid om er nu weer eens de aandacht op te vestigen.

Geef een reactie