Arusha National Park

Na een vliegtocht van 8 uur boven een grotendeels bewolkt gebied bereiken we rond een uur na zonsondergang de luchthaven van Kilimanjaro. Onderweg zijn alleen in het zuiden van Griekenland en rond Kreta wat herkenningspunten zichtbaar.

De douaneformaliteiten en het kopen van een visum ($50 dollar per persoon) nemen al met al meer dan een uur in beslag. Maar nadat dit proces afgerond is worden we verwelkomd door de vertegenwoordigster van Nomad en haar man. De autorit naar ons eerste onderkomen in Tanzania, de lodge Machweo Wellness Retreat in Arusha, brengt ons na enige tijd in de buitenwijken van Arusha. Het valt mij op dat aan veel voertuigen, behalve de bij ons vertrouwde gele en rode verlichting, ook lampjes die in andere kleuren oplichten bevestigd zijn. Het biedt een vrolijke aanblik. Is er bij ons langs doorgaande wegen na zonsondergang weinig activiteit te bespeuren, hier zien we her en der groepjes mensen druk met elkaar in gesprek.

Als we zo’n uur later via een hobbelpad ons onderkomen bereiken worden we hartelijk ontvangen met een aperitiefje. De Nomad vertegenwoordigster zegt toe ons op zondagochtend weer tijdig op te halen zodat we, voor we vanaf het vliegveldje van Arusha naar het Serengeti Park worden gevlogen, nog de gelegenheid hebben iets van het centrum van Arusha te zien. Wij worden vervolgens door een paar personeelsleden – zelf onze reistassen dragen is er vanaf nu niet meer bij – naar ons slaapvertrek begeleid. Daarna gaan we naar een ander gebouwtje voor een avondmaaltijd.

De wijn laat ik aan me voorbijgaan. Al voor het vertrek heb ik last van hoestbuien, een kwaal die af en toe de kop opsteekt. Het lijkt me beter mijn keel wat rust te gunnen in de hoop dat het gauw overgaat. Het blijkt achteraf een ijdele hoop, maar het zal mijn plezier de komende tijd in geen enkel opzicht vergallen. Hooguit moet ik me telkens weer verontschuldigen en uitleggen dat het niets ernstigs is. Een prikkelhoest die vooral optreedt bij veranderende omstandigheden en doorgaans overgaat als ik me een tijdje koest houdt. Alleen rust is er natuurlijk nu niet bij…

Als we de volgende ochtend na het opstaan en aankleden naar het ontbijt gaan blijkt het gestaag te regenen. Daar hadden we niet op gerekend, maar men verzekert ons dat het in de loop van de ochtend zal opklaren.

Een natte start
Aan het ontbijt

Na het ontbijt worden we door een gids opgewacht die ons in het Arusha National Park op onze eerste safari zal begeleiden. Hij stelt zich voor als Ananeel, zo klinkt het althans fonetisch. Op weg naar het park, toch nog zo’n klein uur rijden, volgen we aanvankelijk de weg die we de avond ervoor in tegengestelde richting hebben afgelegd. Aan weerszijden zien we veel kleine “shops”, primitieve winkeltjes waar de lokale bevolking bescheiden inkopen kan doen. Zoals bijvoorbeeld een doosje lucifers, pak suiker of andere ingrediënten voor dagelijks gebruik. Er lopen weer veel mensen langs de weg en hier en daar staat een aangelijnde koe in de berm te grazen of ligt er uit te rusten.

Kraampjes langs de weg
Een en al bedrijvigheid
Van alles wordt op de markten geveild
Zelfs koeien worden in de berm geweid

Het is zaterdag en dan is het extra druk omdat er op de verschillende markten langs de route allerlei spullen geveild worden. Regelmatig zien we vrouwen lopen die de gekochte of te verkopen waar op het hoofd dragen.

Als we de ingang van het park bereiken en na de nodige administratieve formaliteiten mogen doorrijden, verschijnen vrijwel meteen de eerste giraffes in ons blikveld. “Oog in oog” op zo’n kleine afstand met een giraffe in het wild vind ik nu al een sensationele gewaarwording. Door de kijker zie ik op de nek van de giraffes Ossenpikkers, vogels die daar hun voedsel zoeken. Het Arusha National Park herbergt de grootste populatiedichtheid van giraffes, lees ik later.

Even verderop grazen buffels met hun kroost en een groepje zebra’s. Koereigers vergezellen de zoogdieren.

Inmiddels is de regen weggetrokken en stelt Ananeel voor de weg te volgen naar de andere toegang tot het park om daar onder begeleiding van een bewapende gids een wandelsafari te ondernemen. Halverwege komt ons tot mijn verwondering een bromfietser tegemoet. Maar kennelijk hebben sommige inwoners toestemming op deze manier de kortere route naar Arusha te nemen.

Onderweg zien we nog her en der groepjes bavianen in de bomen. Olifanten, ook vaste bewoners van het park, laten zich niet zien.

Een Baviaan

Op het startpunt van onze wandelsafari aangekomen maken we kennis met de gids die met een geweer over zijn schouder onze veiligheid zal waarborgen.

Ananeel met onze gewapende gids

Onze wandeling gaat langs een stromend beekje. Op enige afstand worden we argwanend door een Buffalo (buffel) aangestaard. Maar hij laat ons gelukkig met rust en wij hem. Ik geniet van de bijzondere vogels die er rondvliegen zoals de Bruine Muisvogel (Speckled Mousebird), de zwart-wit getekende Gekraagde Klauwier (Common Fiscal Shrike) en een groen-gele Bijeneter. Ananeel laat Puck ruiken aan de heerlijk geurende bloem van een Jasmijn.

Op het verste punt van ons traject bereiken we een kloof met uitzicht op een waterval.

Waterval tijdens wandelsafari

Na afloop van de wandelsafari vervolgen we onze tocht door het Arusha National Park per auto op zoek naar een plek om te lunchen. Onderweg zien we groepen Waterbucks (waterbokken) en een Dik-Dik.

Een Dik-Dik is een kleine antilope met een Bambi-achtige uitstraling die zijn naam dankt aan het geluid van zijn alarmroep. Op de linker afbeelding hierboven heeft Wim een Dik-Dik gefotografeerd, de afbeeldingen rechts tonen een groepje waterbokken en een mannetje Waterbok, herkenbaar aan de horens.

Nog voor wij bij een meer belanden waar Ananeel de stoeltjes uitklapt en ons een heerlijke lunch (met wijn!) voorschotelt maakt Wim nog een prachtige opname van een Bruinkapijsvogel. Ook lukt het hem een Witkeelmeerkat langs de weg te fotograferen.

Bruinkapijsvogel
Witkeelmeerkat

Het is goed toeven op onze lunchplek met uitzicht op één van de meren van het park.

Op het meer zwemmen diverse watervogels, waaronder een flink aantal Kaapse Talingen (Cape Teals); ik meen af en toe de schetterende roep van dodaarzen te horen. In de verte zijn de contouren van Nijlpaarden te zien. Wim vraagt aan Ananeel of vanaf deze plek de Kilimanjaro ook te zien is. Deze bevestigt dat, maar op dit moment wordt de berg door de bewolking aan het zicht onttrokken.

Als we na de lunch de tocht vervolgen voert de route ons langs een prachtig landschap met nog meer meren, waarvan het eerstvolgende bekend staat om zijn enorme kolonie flamingos. En dan zegt Ananeel opeens: “Kijk! Daar zie je de Kilimanjaro”.

Maar hoe Wim en ik ook de horizon afspeuren, wij zien alleen maar wolken….Tot Puck, die de berg wel ziet, ons erop wijst dat we hoger moeten kijken. Warempel! Boven de wolken is de besneeuwde helling vlak onder de top, badend in het zonlicht te zien.

Boven de wolken de Kilimanjaro

Gedurende het vervolg van onze route komen we langs een zevental meren, elk met hun eigen karakter. Na het meer met de grote aantallen Roze Flamingos passeren we ook een meer dat sterk verontreinigd is door een hoge fluorconcentratie. In het verleden bleek dit de oorzaak van gezondheidsproblemen bij inwoners die gebruik maakten van het water uit dat meer.

We zien nu ook roofvogels, onder andere een Visarend in een boom met een gevangen vis. En Nijlganzen hebben niet alleen naar Europa hun broedareaal uitgebreid, maar ook in zuidelijke richting, gezien de forse aantallen die we diverse keren de komende dagen tegenkomen. De Blacksmith Lapwing is een qua uiterlijk onherkenbaar familielid van onze Kievit, maar als de vogel geluid maakt hoor ik toch wel verwantschap. In het Nederlands wordt hij aangeduid met de naam Smidsplevier. Hoe komt deze vogel aan zijn vreemde naam? Het geluid dat ze maken is een luid: “klink klink klink”, zoals de smid die op het aambeeld slaat. (Bron: Wikipedia)

Smidsplevier (Toch jammer van die d)

We komen weer in een minder waterrijk gebied en spotten daar weer bavianen: een moeder met haar kind op de rug en, eenzaam op de vlakte, een albino exemplaar.

Naarmate onze tocht vordert klaart het steeds verder op. Daardoor kunnen we de Kilimanjaro opeens in volle glorie zien:

Op een helder moment laat de Kilimanjaro zich in volle glorie zien

De laatste etappe van onze safari in het park gaat hoofdzakelijk door bosgebied. Weinig dieren laten zich daar zien, maar dat kan ook aan het tijdstip van de dag liggen. Hoe dan ook, het is voor ons een mooie eerste dag in Tanzania geworden.

3 gedachten over “Arusha National Park

  1. Dank je Margo! De foto’s, observaties en aantekeningen van mijn reisgenoten bezorgen mij bij het schrijven opnieuw veel plezier. Ik hoop dat ik erin slaag ook onze ervaringen in het Serengeti Park in de nog volgende afleveringen goed te verbeelden.

  2. Mooi om mee te beleven met prachtige scherpe foto’s met al aardig wat vogels! Die “d” zag ik aankomen! Leuk Cor! Genieten!

Geef een reactie