Central Serengeti

Ochtendsafari, 3 juni

Het is rond half zes in de ochtend en nog aardedonker als twee mensen van de staf in Camp Moru ons koffie en thee met een schaaltje kleine koekjes brengen. Vanwege een mogelijke confrontatie met nachtelijke roofdieren is het absoluut verboden na zonsondergang in je eentje over het kamp te dwalen. Voor noodgevallen ligt er een portofoon in de tent waarmee je contact kunt opnemen met het hoofdkwartier.

Als we na de persoonlijke verzorging klaar zijn voor de ochtendsafari kunnen we met een zaklantaarn lichtsignalen geven in de richting van de ontmoetingsruimte ten teken dat we kunnen worden opgehaald.

Joël staat al weer klaar met de safari-auto en ontvouwt nadat we zijn ingestapt de plannen voor die ochtend. Eerst wil hij nog even met ons terugrijden naar de plek waar we het luipaard in de Acacia zagen. Misschien kunnen we nu het dier in actie zien. Vervolgens zullen we op zoek gaan naar leeuwen en verder zien we wel wat op ons pad komt. In elk geval heeft hij ontbijt aan boord.

Met een “are you ready to rock and roll?” start hij na ons “yeah!” de motor en gaan we op weg. Op dat moment is het nog donker maar we zien snel de ochtend gloren. In de buurt van de evenaar is de schemering maar kort.

Als de dageraad net aangebroken is zien we eerder dan verwacht links van ons in het hoge gras een leeuw liggen. Volgens Joël roept zij een soortgenoot verderop.

Roepende leeuw (hoor dat dier eens brullen)
Nog even bijkomen….
en dan op pad

Als we verder rijden zien we aan de horizon een lange stoet van migrerende Gnoes. En dat meemaken was één van onze wensen. Het bijbehorende kreunende geluid zullen we deze reis nog vaak horen, soms door Wim en mij nagebootst.

All Through the year? All through the year ….. like a watch

Even later hoort Joël van een andere gids dat we de rit naar het luipaard wel kunnen annuleren. Het dier is vertrokken. Geen nood, kort daarna krijgen we een leeuw met jonge welpjes in beeld.

We zijn pas twee uur onderweg en hebben nu al in diverse situaties de beloofde leeuwen meegemaakt. Maar er volgt nog veel meer. Joël rijdt naar een plek waar zich een flinke groep Wildebeesten verzameld heeft. De ochtend is de beste tijd om met wat geluk jagende leeuwen te treffen. Verscholen achter bosjes tellen we een negental leeuwen die het op deze Gnoes gemunt lijken te hebben.

We observeren een tijdlang de situatie maar er zit weinig schot in. Als leeuwen op “Wallabies” jagen doen ze dat groepsgewijs in een gecoördineerde actie, maar het ziet er voorlopig nog niet naar uit dat ze er op dit moment energie in willen steken. De afstand tot de prooi is kennelijk te groot. Dus stelt Joël voor maar eens te gaan ontbijten. Daar stemmen we maar al te graag mee in. De hoeveelheid en diversiteit geeft ons veel keuzemogelijkheden en ook de koffie is welkom. We hebben er immers al zo’n 3 uur safari opzitten.

Als we verzadigd zijn ziet het er bij de leeuwen naar uit dat ze hun plannen voor een eventuele aanval afgeblazen hebben. Joël vermoedt dat door de onervaren en ongeduldige jongeren tussen de leeuwen de Gnoes op hun hoede zijn en daarom een veilige afstand bewaren. Hij besluit dan ook dat we verder trekken.

We bereiken een interessante locatie waar veel te zien is. Dat valt meteen al af te leiden uit de hoeveelheid terreinwagens die zich voor een beekje met aan de overkant een uitbundige begroeiing hebben geposteerd. Er ligt een volwassen leeuw te luieren, een andere drinkt.

Relaxte leeuw
Drinkende leeuw
Naar een prooi?

Joël zegt dat hij in de begroeiing vier nog heel jonge welpjes kan horen. Wij horen het niet en het is mij ook een raadsel hoe hij op het aantal komt, want ze laten zich evenmin zien. In de lucht vertonen zich gieren wat er op wijst dat ergens een kadaver moet liggen. Als we later, gegidst door de gieren, die richting op rijden blijkt er inderdaad een “Wallabie” te zijn gesneuveld.

Terwijl wij naar het kadaver kijken is even verderop een jeep in de modder blijven steken. Bij een poging het voertuig vlot te trekken met een andere auto stappen tot Joëls schrik de passagiers uit de gestrande terreinwagen en lopen naar achteren. Onze gids springt uit de auto en roept de bestuurder van de vastgelopen safari-auto toe dat hij die passagiers bij zijn auto moet houden. Er lopen immers leeuwen rond. Op Joëls aanwijzingen lukt het de jeep weer grip op de ondergrond te geven.

Het drassige gebied waarin we ons bevinden trekt ook steltlopers en moerasvogels aan. Een Hamerkop (onmiskenbaar), de Blacksmith Lapwing en een Driebandplevier scharrelen door de nattigheid. Wat verderop lopen twee Grijze Kroonkranen en zitten gieren te wachten in een boom.

Hamerkop
Driebandplevier

Al onze gidsen hebben een vogelboek voor het determineren van de vogels van Oost-Afrika aan boord. Tijdens de safari’s blader ik er regelmatig in. Zelfs het vogelboek (zelf ook aangeschaft na terugkomst) vindt blijkens de beschrijving Three Banded Plover een aparte naam voor een plevier die juist door twee zwarte borstbanden gekarakteriseerd wordt.

Inmiddels loopt de ochtend op een eind en wordt het tijd de terugtocht naar Camp Moru te aanvaarden. We zien op de vlakte het statige silhouet van een giraffe en even later voor ons op de weg een dorstig Knobbelzwijn. Warthogs mogen dan tot de “Ugly Five” van de Afrikaanse Savanne gerekend worden, het zijn wat mij betreft de grappigste dieren die er rondlopen. In rust hangen hun dunne staartjes omlaag, maar zodra ze gaan rennen steken ze die als een antenne de lucht in. Of zoals wij telkens zeggen zodra we ze op snelheid zien: ze zijn weer online.

Knobbelzwijnen

Weer wat verder kijkt een Waterbok ons nieuwsgierig aan. Wat een prachtig getekende horens heeft het mannetje!

We zijn bijna teruggekeerd bij ons kamp als de weg wordt versperd door een kudde Gnoes. Het is een imponerend schouwspel: links, rechts, voor – waar we ook kijken zien we de dieren.

Gnoes, Gnoes, overal Gnoes…

Nadat de Gnoes ons doorgang hebben verleend worden we bij Camp Moru opgewacht met de verfrissende doekjes. De lunch staat al klaar. Daarna hebben we tot vier uur de tijd om ons (en de batterijen voor de camera en de telefoons) op te laden voor de namiddagexcursie.

Middagsafari, 3 juni

Ik ben er klaar voor.

Met hoofddeksel, zo zie je me zelden

Voor het middagprogramma heeft Joël een rit in gedachten naar een gebied waar we olifanten kunnen verwachten en, met wat geluk, neushoorns (Rhino’s). Dat zou de deelverzameling “Big Five” van waarnemingen tijdens ons verblijf in Tanzania wel heel snel completeren. Met “The Big Five” worden de Savanneolifant, Neushoorn, Buffel, Leeuw en Panter (Luipaard) aangeduid, jachtbuit waar jagers hun status aan ontleenden. Wim beperkt zich gelukkig tot het schieten van plaatjes van de dieren.

Als we een tijdje onderweg zijn zien we voor ons een lange slang de weg oversteken. Als we ter plekke arriveren zijn we het dier al uit het oog verloren. We komen in een omgeving met her en der verspreid een stel Gnoes en wat Zebra’s. Een kalfje Gnoe drinkt bij de moeder.

Is de Southern Ground Hornbill (Zuidelijke Hoornraaf of Zuidelijke Grondneushoornvogel – lelijke Nederlandse naam trouwens) die zich vertoont een voorbode van een waarneming van een Neushoorn?

We zullen het zien.

Zuidelijke Hoornraaf

In elk geval brengt het beeld van een kudde Savanneolifanten onze “Big Five“-score op vier.

Olifanten

“A lion in the tree”, roept Joël en zet de auto stil. Zoals altijd ziet hij zoiets als eerste.

Middagdutje

Het beestje ligt er heerlijk ontspannen bij. We hebben deze dag al heel wat leeuwen de revue zien passeren, maar een Leeuw in een boom was ons tot dusver onthouden. Joël legt uit dat leeuwen graag verkoeling in de bomen zoeken en dat ze hogerop minder last van vliegen hebben. Hij polst of we tevreden zijn met wat we zien en of we nog speciale wensen hebben. Waarop Wim gevat vraagt: “An Elephant in a tree perhaps?”

Op zo’n dag als deze denken we dat Joël alles voor elkaar kan krijgen. Hij moet erom lachen en denkt dat dat toch lastig gaat worden.

We steken, rijdend door het water, een ondiep riviertje over en komen in een nat gebied met een tamelijk hoge vegetatie. Regelmatig passeren we modderige gedeelten op de weg, maar Joël weet met de terreinwagen behendig alle obstakels te omzeilen. Hij steekt de loftrompet over de Toyota die perfect is aangepast voor omstandigheden zoals op dit traject. Ondertussen speurt hij de omgeving af naar Neushoorns. Helaas vertonen die zich niet.

Op mijn vraag hoeveel er in dit gebied leven antwoordt hij: “Less than ten”.

Wel komen we nog een Olifantenstier tegen die op enkele tientallen meters voor ons het pad oversteekt.

Hallo!
Pas op! Overstekend wild!

Als we een stukje verder rijden stuiten we nog op een moederleeuw met haar welp.

Nadat deze dieren ook afdoende geportretteerd zijn is het hoog tijd om terug te rijden. Voordat Joël de motor start na een stop waarbij we uitgebreid kunnen filmen, fotograferen of gewoon observeren stelt hij steevast de uiterst korte vraag “good?”. Pas na ons bevestigend antwoord rijdt hij dan verder,

Wat hebben we veel moois gezien deze dag! Bij het diner horen we ongetwijfeld verhalen van anderen.

4 gedachten over “Central Serengeti

    1. En de meeste hoogtepunten moeten nog komen Annelies!Puck, die er notabene bij was stuurde mij een Whatsapp: “Wat een informatieve ‘Cor’s Corner’ is dit weer. Een herbeleving vd reis.” Heerlijk die complimenten!

Geef een reactie