Mei 2020

De camera waarmee ik in maart en april op pad ging gaf mijn “veldtochten” onmiskenbaar meerwaarde. Vol verwachting doorloop ik elke keer het selectieproces op zoek naar foto’s waarmee ik de lezers van mijn blog kan laten meegenieten. Mooie momenten wil ik, desnoods achteraf, graag delen.

Niettemin bekruipt me het gevoel betere resultaten te kunnen bereiken met een sterkere telelens. Bovendien verwacht ik dat modernere camera’s minder gewicht en meer gebruiksgemak bieden.

Dan breekt eind april een veer van het montuur van mijn bril. Voor reparatie moet ik dit onmisbare attribuut naar de opticien brengen. Daarna is de drempel om door te lopen naar de fotozaak een paar deuren verderop niet hoog meer. Ik vertel de medewerkster die mij te woord staat dat ik overweeg een nieuw fototoestel aan te schaffen. De eigenschappen van een Panasonic Lumix compactcamera lijken me na een korte demonstratie veelbelovend. Het toestel ligt prettig in de hand, is licht en heeft een groot zoombereik. De eigenaar van de zaak die half meeluistert steekt ook de loftrompet over het toestel. Als ik ook nog eens de aantrekkelijke prijs verneem aarzel ik niet en loop vol verwachting met de camera, uiteraard na betaling, de winkel uit.

Om een lang verhaal kort te maken: het wordt een deceptie. Vroeger zouden we het toestel meteen bijgezet hebben in wat ik ooit ons “miskoopmuseum” noemde. Een fietstocht en een wandeling met de nieuwe camera in de dagen erna leveren nauwelijks aanvaardbare foto’s op. Twee voorbeelden, een opname van een Heggenmus en één van een Gekraagde Roodstaart (niet teveel ingezoomd), zijn hieronder afgebeeld.

Ik ga terug naar de winkel, zowel met de Panasonic als de oude vertrouwde Canon met 300 mm zoomlens. Nu de eigenaar een beter beeld van mijn wensen krijgt demonstreert hij me een alternatief in de vorm van een digitale Nikon spiegelreflexcamera met een Sigma 100-400 mm zoomlens. Inruil van het oude toestel met bijbehorende telelens en het reeds betaalde voorschot voor de Panasonic maken dat de laatste financiële horde voor mij niet meer onoverkomelijk is. Het grotere gewicht van de telelens voelt ineens minder bezwaarlijk, hoewel dat zeker niet veroorzaakt wordt door mijn lichtere portemonnaie. (Ik geef toe dat die beeldspraak wat vreemd aandoet in een tijd dat de afrekening van aankopen voornamelijk via de pinautomaat verloopt. Maar soms kan ik het niet laten.)

In de voorafgaande week was ik trouwens zelf al tot de conclusie gekomen dat een spiegelreflexcamera beter aan mijn verwachtingen voldoet, getuige de foto’s die ik in die periode nog met de Canon maakte.

Turkse Tortel

De Turkse Tortel kwam, net als ik, tot ruim 70 jaar geleden nog niet voor in Nederland. Het eerste broedgeval in ons land werd in 1950 vastgesteld in Oldebroek (Ov.). De soort heeft op eigen kracht vanuit het oorspronkelijke broedgebied in Klein-Azië en Zuidoost-Europa in korte tijd ons hele continent gekoloniseerd. Bovenstaande opnames heb ik op 3 mei 2020 gemaakt in Wilhelmsoord (Dr.) Sowieso een gedenkwaardige dag vanwege de geboorte van mijn kleinzoon Stijn, een paar uur eerder…

Roodborsttapuit

In de broedperiode zijn Roodborsttapuiten dankbare onderwerpen voor vogelfoto’s omdat de mannetjes met hun alarmroep duidelijk blijk geven van hun aanwezigheid. Daarbij kiezen ze doorgaans een opvallende zitplaats. Zo ook de Roodborsttapuit die ik aan de rand van het Bargerveen op een afrastering zie zitten.

Roodborsttapuit, Bargerveen, Verlengde Scheperweg, 9 mei 2020

Enkele weken later lukt het tijdens een lange fietstocht, nu gewapend met mijn nieuwe Nikon, in de buurt van Oosterhesselen een zeer actief alarmerend mannetje te fotograferen.

De Roodborsttapuit is in Nederland een vrij schaarse broedvogel, waarbij de trefkans het grootst is op de hogere zandgronden en in het duingebied langs de kust. Dan zit je als je in Drenthe woont, maar ook vaak naar Terschelling gaat, voor deze vogelsoort goed.

Zwarte Roodstaart

In Klazienaveen wordt mijn aandacht getrokken door de knarsende zang van een Zwarte Roodstaart. Het doet wat denken aan het geluid dat je hoort bij het lopen op een grindpad. Het kost me weinig moeite de vogel te lokaliseren op de rand van een plat dak.

De eerste jaren nadat we ons nieuwe huis in de wijk Rietlanden in gebruik namen waren Zwarte Roodstaarten vaste medebewoners in de zomermaanden. Anky sloeg wel de schrik om het hart toen ik haar vertelde dat ze volgens vogelboeken een voorkeur hadden voor rommelige terreinen. Oorspronkelijk zijn het rotsbewoners die zich daarom ook wel aangetrokken voelen tot een stedelijke omgeving. Toch worden ze daar naar verhouding minder vaak opgemerkt vanwege het verkeerslawaai. Omdat mijn buurt ruim 20 jaar later veel groener is geworden hebben ‘onze’ Zwarte Roodstaarten waarschijnlijk hun toevlucht elders gezocht.

Zwarte Roodstaart, Klazienaveen , 9 mei 2020

Koekoek

Op 10 mei had ik geluk. Verscholen tussen de begroeiing aan de ene kant van een kleine inham van de Grote Rietplas zag ik een Koekoek landen in een boompje aan de overkant. Vol ingezoomd kon ik met de Canon nog net een aantal foto’s maken voordat hij wegvloog.

Dichter bij een Koekoek dan bij het opgezette exemplaar dat bovenop de draagconstructie van een staande schemerlamp in de kamer van mijn ouderlijk huis stond te verstoffen zal ik wel nooit komen. Maar het beeld van een levensgrote Koekoek gezien door een telescoop of gefotografeerd met een sterke telelens geeft in elk geval wel de illusie dat je hem beet kunt pakken.

Ik hoor veel koekoeken dit jaar en zie ze ook veel vaker. Meestal in de vlucht, zoals de vogel die ik op 14 mei in het Bargerveen fotografeerde. Misschien komt het doordat ik de laatste tijd veel buiten ben.
Al sluit ik niet uit dat de populatie groeit.

Tijdens een wandeling om de kanovijver op de eerste Pinksterdag hoor ik tot tweemaal toe een welluidende triller die ik in eerste instantie toeschrijf aan een Dodaars. Maar al verder lopend dringt het opeens tot mij door dat het geluid waarschijnlijk afkomstig is van een vrouwtjeskoekoek. Een korte zoektocht op internet bevestigt later mijn vermoeden.

Vogels in de vlucht

Op dezelfde dag dat ik de Koekoek bij de Grote Rietplas fotografeer, waag ik ook een “lucky shot” op een groepje overvliegende Grauwe Ganzen. Ik ben aangenaam verrast als ik zie hoe ik de aanvoerder van het groepje in beeld heb kunnen krijgen.

Grauwe Gans, Emmen, Grote Rietplas 10 mei 2020

Vanaf dat moment heb ik mijn schroom overwonnen en hanteer ik de camera soms als een mitrailleur. Overvliegende vogels, ongeacht hun al of niet beschermde status, neem ik onder vuur in de hoop op een voltreffer. De vogels merken er niets van en mijn jachtinstinct wordt erdoor bevredigd.

Hier volgt een selectie uit de buit van de afgelopen maand:

Boerenzwaluw, Sleen, Looweg , 27 mei 2020

Rietzanger

Als ik de auto parkeer nabij het Landal Natuurdorp Suyderoogh voor een wandeling in het Nationaal Park Lauwersmeer word ik bij het uitstappen welkom geheten door een gemêleerd vogelkoor. Uitbundige zang van een Rietzanger in de top van een boompje aan de overkant van de weg en de doordringende zang van een Nachtegaal achter mij trekken in het bijzonder mijn aandacht. Nadat ik mijn fototoestel bedrijfsklaar heb gemaakt probeer ik de Rietzanger wat dichter te benaderen. Hij geeft er evenwel de voorkeur aan zijn optreden te vervolgen in de lagere begroeiing. Voor de Nachtegaal doe ik al helemaal geen moeite. In plaats daarvan volg ik de looproute langs de vakantiewoningen naar de kijkhut. Vanaf die plek maak ik onderstaande foto met uitzicht op grazende Konikpaarden.

Konikpaarden in het Lauwersmeer, 15 mei 2020

Als ik verder loop begint het wat te regenen, maar de route gaat langs een bosrand zodat ik even kan schuilen. Nadat het weer opgeklaard is hoor ik opnieuw een Rietzanger. Nu lukt het me wel foto’s te maken. Kenmerkend voor de Rietzanger is de onvermoeibaar lang aangehouden zang en de duidelijke wenkbrauwstreep boven het oog.

Rietzanger, Lauwersmeer, 15 mei 2020

Ik vervolg mijn route, terwijl hoog in de lucht Buizerds cirkelen. In het bos is de Zwartkop te horen en bij de aanlegsteigers tegenover de horecagelegenheid scheren Huis- en Oeverzwaluwen over het water op jacht naar insecten. Tussen het riet vang ik nog net een glimp van een Blauwborst op. Een aantal pleziervaartuigen ligt er verlaten bij. Gelukkig kan ik bij het restaurant nog wel een cornetto kopen, maar het hoorntje is bepaald niet knapperig. Als ik me daarover beklaag verzekert de verkoper mij dat hij ze toch echt pas heeft ingeslagen. Ondertussen verwijder ik van mijn camera alvast een flink aantal onscherpe foto’s, vooral van de rondvliegende zwaluwen.

Bijna terug bij de parkeerplaats krijg ik nog een Paapje in het vizier. Helaas zijn alle opnamen die ik ervan maak onscherp. Als ik weer achter het stuur plaatsneem vliegt er opeens een grote roofvogel met een forse prooi in de poten over. Net nu ik mijn camera niet bij de hand heb… Was het een Zeearend?

Wielewaal

Op dezelfde plek in het Bargerveen waar ik een paar weken eerder een zingende Nachtegaal probeerde te lokaliseren hoor ik nu een Wielewaal. Ook deze vogel schijnt er behagen in te scheppen de vogelaar in mij te treiteren door zijn welluidende lied alleen ten gehore te brengen vanaf een tak verscholen tussen het gebladerte. Minstens een kwartier lang probeer ik hem in beeld te krijgen, maar ik krijg zelfs geen schim van deze fraaie geel-zwarte vogel te zien. In arre moede besluit ik dan maar een geluidsopname👈 te maken. De zang is immers ook zeer de moeite waard! Het is als in het padvinderslied:

Kom mee naar buiten allemaal
Dan zoeken wij de Wielewaal
En horen wij die muzikant
Dan is zomer weer in ’t land
Dudeljo klinkt zijn lied (2x)
Dudeljo en anders niet

Hij woont in ’t dichte eikenbos
Gekleed in gouden vederdos
Daar jodelt hij op zijn schalmei
Tovert onze harten blij!
Dudeljo klinkt zijn lied (2x)
Dudeljo en anders niet

Bosrietzanger

Bosrietzanger, Emmen, Rietlanden , 19 mei 2020

De Bosrietzanger leerde ik kennen toen ik op een ochtend in mei vanuit Winsum (Gn) naar mijn werk op het Mathematisch Instituut in Groningen reed. In de rietkraag langs het Van Starkenborghkanaal zag en hoorde ik het vogeltje luidkeels zijn liedje vol met imitaties van andere vogels kwetteren. Voor mij aanleiding mijn fietstocht voor een poosje te onderbreken. Later hoorde ik de zang ook wel opklinken vanuit bloeiende koolzaadvelden.

Het vogeltje dat ik niet ver mijn huis aantref treedt gelukkig niet alleen achter de coulissen op. Net als bij de Wielewaal neem ik van deze Bosrietzanger ook een zangstrofe 👈 op.

Hemelvaartsdag

Het belooft een stralende dag te worden. Ik neem me voor vandaag een flinke fietstocht te maken en zie wel hoe laat ik terugkom. Omdat vanwege de lockdown ravitaillering moeilijk zal zijn zorg ik ervoor dat ik een fles water en wat etenswaar aan boord heb. De wat verder weg gelegen boswachterij van Gees is voorlopig het doel waarop ik me richt.

Als ik op de Wienbargsteeg net het tunneltje onder de Hunebed Highway ben gepasseerd komen twee fietsers mij achterop.

“Hoi Cor!”, hoor ik.

Het zijn Elly en Reinder, een echtpaar uit onze vriendenkring opgebouwd in de periode toen we pas in Emmen kwamen wonen. Ze zijn op weg naar het Ermerstrand. Elly is van oudsher al een zonaanbidder. We fietsen gezamenlijk op tot de afslag naar het Ermerstrand, natuurlijk wel met zo’n 1,5 meter tussenruimte.

Als ik mijn reisdoel vertel en er aan toevoeg dat ik onderweg met mijn nieuwe camera vogels hoop te fotograferen zegt Reinder dat hij even daarvoor nog een Tureluur heeft gehoord. Die heb ik gemist, al weet ik dat zij zojuist door het weidevogelreservaat zijn gereden en ik er min of meer langs

Nadat onze wegen zich weer scheiden ga ik via de Broeklanden en Oosterhesselen over de Waterveensweg in de richting van Gees. Vlak voor het dorp rijd ik de Mepperweg op in de veronderstelling dat die naar Meppen (Dr) leidt. Waar die echter afbuigt in een ongewenste richting besluit ik rechtdoor te gaan over een zandpad. Een stukje moet ik dan wel te voet afleggen, maar gelukkig beland ik na een paar honderd meter weer op een verharde weg. Ik ben duidelijk nieuwe wegen aan het verkennen. Het landschap bevalt me wel en uiteindelijk arriveer ik toch in Meppen. Van daaruit houd ik de voor fietsers aanbevolen richting naar Gees aan. Daar krijg ik geen spijt van. De route voert me door een idyllische omgeving naar het gemaal Bollema bij de Geeserstroom. Door het uitzicht vanaf de brug waan ik me in Nederland op safari.

Waterbekken in Geeserstroom

Het is een ideale plek om te ravitailleren en gezien het aantal fietstoeristen dat hier halt houdt ben ik niet de enige die dat vindt. Even verderop maak ik nog een foto van het informatiebord met de camera van mijn telefoon, voordat ik door het bos mijn weg naar Gees vervolg.

Bij de Tilweg zie ik dat een Ooievaar zijn nest gemaakt heeft op een afgeknotte boom, wat ik best wel bijzonder vind. Meestal gebruiken ze toch een paal met een min of meer geprefabriceerd nest.

Vanuit Gees rijd ik langs de tot nader bericht gesloten beeldentuin “Beelden in Gees” naar de Verlengde Hoogeveense Vaart. Ik volg dit kanaal tot ik naar de Middelste Weg afsla. Daar maak ik foto’s van een Roodborsttapuit. Uiteindelijk bereik ik via Oosterhesselen weer het fietspad door de Broeklanden.

Broeklanden gezien in oostelijke richting, 21 mei 2020

Graspieper

Graspieper, Broeklanden, 21 mei 2020

De kruidenrijke vegetatie in de Broeklanden vormt een aantrekkelijk biotoop voor veel vogelsoorten van het open veld. Wulp, Kievit, Tureluur, Buizerd, Koekoek, Kneu, Gele Kwikstaart, Graspieper om er een aantal te noemen. Ik hoor soms zelfs de kwik-me-dit-kwik-me-dat roepende Kwartel.

Met de zon in de rug lukt het prima een Graspieper te portretteren.

De verschillende soorten piepers zijn voor mij lastig te onderscheiden, maar in deze tijd van het jaar zul je in mijn omgeving alleen Graspiepers en Boompiepers aantreffen. Het geluid en hun gedrag is dan een afdoende kenmerk om vast te stellen om welke van de twee het gaat. In de naam zit ook een verwijzing naar hun biotoop, zodat een blik op het landschap rondom ook al een belangrijke aanwijzing is.

Tureluur

De Tureluur die ik deze ochtend gemist heb blijkt nu ik door het weidevogelreservaat terugfiets prominent aanwezig. Als hij niet ver van mij in het gras op zoek gaat naar voedsel kan ik naar hartelust fotograferen.

Tureluur, Emmen, Zandzoom 21 mei 2020

In het bijschrift van een afbeelding op de vogelkalender 2007 lees ik dat Tureluurs foerageren op diverse prooien, zoals emelten en regenwormen. In natte getijdengebieden eten ze ook kreeftachtigen en schelpdieren. De prooi van deze Tureluur lijkt me een emelt.

Goudvink

Paartje Goudvinken, Emmen, Grote Rietplas, 17 mei 2020

Al vogelend word je soms plotseling getrakteerd op niet verwachte soorten. Het overkomt me op 17 mei op het wandelpad tussen de kanovijver en de Grote Rietplas. Eigenlijk hoop ik daar een goede foto te maken van de Zwartkop die ik er in de voorafgaande periode meerdere keren gezien en gehoord heb. In plaats daarvan zie ik twee vogels met een duidelijk witte stuit de struiken in vliegen. Mijn vermoeden wordt weldra bevestigd als ik ze in beeld krijg: Goudvinken!

Met name het mannetje is één van de meest kleurrijke inheemse vogels. Wanneer ik thuis de, overigens niet zo geweldige, foto nauwkeurig bekijk, zie ik nestmateriaal in de snavel van het wijfje. Een duidelijke aanwijzing dat ze van plan is ter plaatse te broeden. Bij mijn inventarisaties in het Oosterbos kwam ik ze indertijd ook wel tegen. Maar voor mooie foto’s kun je ze beter in de winter treffen, zittend in kale bomen.

Fuut

Fuut, Emmen 31 mei 2020, kanovijver bij Grote Rietplas

Details die je in eerste instantie over het hoofd ziet, ontdek je achteraf soms op ingezoomde foto’s. Op deze opname van een Fuut zie ik thuis pas dat twee pullen op de rug van de oudervogel comfortabel meeliften. Als ze pas uit het ei gekropen zijn lijken het heel grappig gestreepte zebraatjes. In beeld door een verrekijker vallen ze meestal eerder op.

Achteraf had ik het wel kunnen bedenken omdat de volwassen Fuut geen enkele maal kopje onder ging.

Sylvias

De vier grijsbruine zomervogeltjes die eind mei op veel plaatsen luidkeels van hun aanwezigheid blijk geven zijn op het oog vaak lastiger te determineren dan op basis van hun zang. Bovendien bepaalt het tijdstip van aankomst de moeilijkheidsgraad om ze in beeld te krijgen. Naarmate de lente vordert neemt de begroeiing ook toe en wordt het zicht op zingende vogels steeds meer aan het oog onttrokken.

In maart arriveren de eerste Zwartkoppen (Sylvia atricapilla). Hun zang laat zich het best omschrijven als dat van een vlug zingende Merel. De zwarte schedel (bruin bij het vrouwtje) sluit verwarring met de Braamsluiper (Sylvia curruca), de Grasmus (Sylvia communis) en de lastig te lokaliseren Tuinfluiter (Sylvia borin) uit.

Vanaf half april is het rateltje van de eerste Braamsluipers te horen. Zij schuwen de tuinen in de buitenwijken zeker niet. Het lukte me met veel geduld in het bungalowpark Parc Sandur een zingende Braamsluiper in een boom te fotograferen.

Braamsluiper, Emmen, Parc Sandur, 26 mei 2020

De Grasmus heeft een opvallend wit keeltje en de goede gewoonte zijn enigszins krassende lied vanuit een hoge zitplaats te laten horen. Ik heb dan ook diverse keren Grasmussen kunnen fotograferen, maar het resultaat viel toch vaak tegen vanwege een ongunstige belichting.

Grasmus, Oosterhesselen , Middelste Weg, 21 mei 2020

De Tuinfluiter, die pas als laatste arriveert, heb ik vooralsnog alleen ongezien gehoord. Het geluid lijkt op de zang van de Zwartkop, maar dan in een nog hogere versnelling. Ook zijn de strofen langer en kun je er meer rollende geluiden in horen.

Visdief

Mijn achtertuin grenst aan het water. Vanaf eind april verschijnen boven het water regelmatig Visdiefjes die er soms in slagen met een ferme duik een visje te verschalken. Ik hoop nog eens een dergelijke actie te kunnen fotograferen, maar het moment waarop ze verschijnen is nogal onvoorspelbaar.

Op een dukdalf in de Grote Rietplas bij Parc Sandur zie ik een Visdief zitten. Vanaf een bankje met de zon in de rug heb ik een prima uitzicht op het tafereel. Een mooi standpunt om plaatjes te schieten.

Dan hoor ik de schrille roep van de vogel en zie dat haar partner zich bij haar voegt. Mooi om te zien!

Paartje Visdieven, Emmen, Parc Sandur, 26 mei 2020

De Visdief lijkt als twee druppels water op de Noordse Stern. Maar die is meer aan de kust gebonden en heeft in tegenstelling tot de Visdief een geheel rode snavel.

Holenduif

Holenduif, Emmen, Grote Rietplas, 31 mei 2020

Voor de meeste vogelaars is de aanblik van een duif meestal niet een opwindende ervaring. Behalve als ze een Havik in actie zien om een duif te bemachtigen. Wat Haviken dan weer bij duivenmelkers gehaat maakt.

In steden zijn Stadsduiven een algemene verschijning, daarbuiten ontmoet je hoofdzakelijk Houtduiven of Turkse Tortels. Hoewel de Holenduif zeker geen zeldzaamheid in Nederland is zijn ze het talrijkst in het zuidoosten van ons land. Omdat de duif die ik fotografeerde slechts gedeeltelijk te zien is twijfel ik wel wat of het echt een Holenduif is en niet een verdwaalde Postduif of Stadsduif. Maar de twee onduidelijke nog net zichtbare strepen op de armvleugel ondersteunen mijn vermoeden.

Raaf

De beginnende vogelaar kan in betrekkelijke korte tijd een snel groeiende lijst van waargenomen soorten opstellen. Maar uitgezet tegen de tijd vlakt een met de groei corresponderende grafiek wel af. Het wordt steeds moeilijker nieuwe soorten aan de lijst toe te voegen, tenzij je zoals ik vorig jaar naar een ver land met een andere vogelpopulatie gaat 👈 .

Kijk ik naar de Nederlandse avifauna dan zijn er genoeg inheemse soorten die op mijn persoonlijke waarnemingslijst nog ontbreken. Als je dan weer eens een hiaat kunt opvullen stemt dat toch tot tevredenheid. Zo hoor ik in de boswachterij Sleenerzand opeens een kraaiachtig roep, maar veel dieper klinkend dan het geluid van een Zwarte Kraai of een Roek. Meteen moet ik aan een Raaf denken, maar door de bomen zie ik in dit geval wel het bos, maar daardoor geen raven. Tot, hoog in de lucht, boven de open plek aan de rand waarvan ik mij bevind drie zwarte silhouetten aan het zwerk verschijnen.

Snel maak ik zo goed en zo kwaad als ik kan een serie foto’s. Alles in het besef dat het geen uitzonderlijke opnamen worden, maar kan helpen om vast te stellen of het inderdaad mijn eerste waarneming van raven in Nederland betreft. En inderdaad, nauwkeurige bestudering toont de kenmerkende wigvormige staart die raven hebben.

Raaf, Boswachterij Sleenerzand, 27 mei 2020

Overigens had ik ooit wel de raven van de Tower tijdens een bezoek aan Londen van dichtbij gezien.

Kleine Karekiet

Kleine Karekiet, Emmen, Grote Rietplas, 31 mei

Vanaf half mei roept vanuit elke rietkraag in mijn omgeving de Kleine Karekiet bij herhaling zijn eigen naam. Tenminste, met een beetje goede wil kun je dat in zijn zang horen. Het is geen wonder dat in deze tijd ook veel Koekoeken zich hier laten horen. De Kleine Karekiet is een belangrijke waardvogel voor de Koekoek.

Omdat mijn tuin aan het water grenst komt een Kleine Karekiet ook regelmatig in de oeverbegroeiing of zelfs in de olijfwilg een liedje zingen. Niettemin kost het zeker in een rietkraag veel moeite de Kleine Karekiet goed in beeld te krijgen. De autofocus van de camera wordt gek van al het gewirwar aan rietstengels. Er zit weinig anders op dan handmatig scherp te stellen op het vogeltje.

Als ik aan kom lopen zingt deze Kleine Karekiet vanuit een hoge stengel, maar op mijn nadering vliegt hij omlaag mijn blikveld uit. Na verloop van tijd laat hij zich toch weer zien en lukt het me wat foto’s te maken waarin hij tussen het riet zichtbaar is.

Geelgors

Geelgors, Noord-Sleen, Zweelöerstraat, 27 mei 2020

Op 2 oktober 2013 vond ik ’s ochtends vroeg twee Geelgorzen die zich tegen het raam te pletter hadden gevlogen. Indertijd heb ik de vondst gemeld op de site waarneming.nl. Vandaar dat ik de exacte datum terug kon vinden. Het bijgeleverde commentaar beschrijft dat de aanleiding van dit drama vermoedelijk de plotselinge verschijning van een kat betrof.

Geelgorzen hoef ik normaal gesproken niet in mijn tuin te verwachten. Maar deze gebeurtenis vond plaats tijdens het toppunt van de vogeltrek, al zijn de Nederlandse Geelgorzen niet specifiek trekvogels. Ze blijven doorgaans in de buurt van de plek waar ze geboren zijn. Wel zoeken ze ’s winters in groepsverband voedsel op stoppelvelden en niet-geoogste graanvelden. Een klein deel is afkomstig uit Scandinavië en Duitsland. Mogelijk gold dat ook voor deze pechvogels.

De Geelgors die ik bij een fietspad tussen Noord-Sleen en Sleen in een boom hoor zingen – voor sommigen klinkt het eenvoudige liedje als het intro van de vijfde symfonie van Beethoven – is gelukkig springlevend.

Rietgors

Rietgors, Emmen, Grote Rietplas, 19 mei 2020

Minstens zo eenvoudig is het liedje van de Rietgors. Op al mijn wandelingen in mei rondom de Grote Rietplas liet het mannetje zich wel zien. Regelmatig zingend vanaf een hoge uitkijkpost.

Rietgors, Emmen, Grote Rietplas, 31 mei 2020

Het valt me wel op dat het nog niet altijd eenvoudig is de donkere ogen van een Rietgors in het zwart van hun kop te onderscheiden. Vaak lijkt het op foto’s of ze geen ogen hebben. Een minimale reflectie van het zonlicht in het oog helpt dan al.

Rietgors, Emmen, Grote Rietplas, 31 mei 2020

Gele Kwikstaart

Gele Kwikstaart, Valthe, Valtherdijk, 27 mei 2020

Van sommige soorten onthoud je je leven lang de plek waar je die voor het eerst zag. De Gele Kwikstaart is voor mij zo’n vogel. Op weg vanuit Winsum naar het Zernikecomplex in Groningen zag ik vlakbij Garnwerd in het frisgroene voorjaarsgras van een weide kleine gele vogeltjes foerageren. Ik had niet lang daarvoor een compact verrekijker aangeschaft die ik altijd bij me had. Het knalgeel in het verenkleed van deze kwikstaart, helder afstekend tegen het mooie groen, bezorgde me een onvergetelijke ervaring. Later heb ik me dikwijls afgevraagd hoe het kwam dat ik al bijna 30 was voordat deze toch ook weer niet zo zeldzame vogels mij pas opvielen.

Elk voorjaar kijk ik nu weer uit naar ontmoetingen met Gele Kwikstaarten, niet in de laatste plaats vanwege hun knalgele borst, die dan op het mooist is. Omdat ze zeker geen verborgen bestaan leiden, heb ik me voorgenomen deze maand zeker ook plaatjes te schieten van Gele Kwikstaarten die recht doen aan de ervaring die ik bij de eerste waarneming had. In en op weg naar de Broeklanden stuit ik met name in de eerste meidagen enkele malen op Gele Kwikstaarten, meestal op niet al te grote afstand en daarom goed te fotograferen. Maar helaas, met de Panasonic. Duidelijk herkenbaar, maar ingezoomd niet om aan te zien.

Als de maand ten einde loopt besluit ik nu eens mijn geluk te beproeven in het open landschap ten noorden van Emmen en beland zo in het gebied tussen Nieuw-Weerdinge en Valthe. Inderdaad tref ik daar Gele Kwikstaarten, waarbij ik het geluk heb dat één exemplaar, terwijl ik de camera er nog op gericht heb, terugkeert op een verhoging waarvan hij even daarvoor is weggevlogen.

Als ik later op de dag bij Noord-Sleen vliegende Boerenzwaluwen fotografeer, verschijnt op de rand van de weg vlak voor mij een Gele Kwikstaart, die ik tussen de bedrijven door ook nog portretteer.

Gele Kwikstaart, Sleen, Looweg, 27 mei 2020

Spreeuw

Spreeuw, Emmen, Rietlanden, 31 mei 2020

Vogelschroten ten spijt, vanaf het jaar na de oplevering van de huizen in onze straat weten Spreeuwen ter hoogte van de schoorsteen onder de dakpannen te nestelen. Toch heb ik de indruk dat het aantal Spreeuwen dat hier jongen grootbrengt geleidelijk afneemt. Huismussen hebben kennelijk nu wel een toegang tot een geschikte plaats om te nestelen gevonden. Regelmatig tsjilpen Huismussen zittend op de dakgoot, terwijl de soort zich hier in het begin sporadisch vertoonde. Het verbaast me ook niet echt omdat ik regelmatig verweerde kunststof-tanden van de vogelschroten op mijn balkon aantref.

De in de ochtendzon op de dakrand poserende Spreeuw moedigt haar kroost aan uit te vliegen.

De Schans

Bijna al mijn fiets- en wandeltochten in mei waren noodgedwongen solo-ondernemingen. In het weekend na Hemelvaartsdag blijven mijn kleinkinderen Sofie en Sil twee nachtjes logeren. Op de tussenliggende dag gaan we ’s middags gedrieën wandelen op de voormalige vuilnisbelt bij Emmerschans, nu onderdeel van het natuurgebied de Schans. Ook neem ik mijn nieuwe camera mee. Maar in plaats van de telelens pak ik deze keer de verrekijker. Vanaf de top kun je zelfs de afbeelding van de wereldkaart op de koeltoren bij Meppen (Du) zien.

Sofie en Sil laat ik ook foto’s maken en daar hebben ze duidelijk plezier in.

Ik merk hoe fijn ook ik het vind samen met mijn kleinkinderen van het buiten zijn te genieten.

Mooie momenten beleef je toch het liefst gezamenlijk. Uiteindelijk zijn we sociale wezens, toch?

4 gedachten over “Mei 2020

  1. Mooi om in je verhalen je enthousiasme voor de vogel door te laten klinken.Zag in ‘M'(NPO 1,19 uur)
    Hans Dorrestijn met veel humor het zelfde doen. Hij heeft er een boekje over geschreven……..

    1. Ik heb Hans Dorrestijn ook in ‘M’ gezien. Was altijd al een fan van zijn galgenhumor en heb zijn volkomen vogelgids ook met plezier gelezen. Een boek dat ik ook wel eens uit de kast pak om stukjes te herlezen. Het is geen determinatie gids maar een impressie hoe hij het vogelen beleeft (met veel humor), maar duidelijk zeer enthousiast. Ik probeer in mijn blog ook wat van emoties weer te geven. Alleen foto’s zonder commentaar blijven je ook minder bij en maken het toch wat saai. Gelukkig mislukken mijn meeste vogelfoto’s dus is het kiezen niet zo moeilijk.😄In “Op 1” was Ruben Terlou die in het kader van Oerol ook vogels op Terschelling volgt. Ik ben hem ook wel eens op Oerol tegen gekomen en weet dat hij ook een enthousiaste vogelaar is. Volgende week op de TV (want het festival gaat dit jaar niet door)

  2. Dag Cor,

    Dank voor je uitvoerige en fraaie reportage over jouw ‘vogelvondsten’. Ik vind het echt heel bijzonder dat je al deze soorten weet te onderscheiden en er ook nog mooie foto’s van weet te maken. Ik heb het e.e.a. met veel plezier bekeken en genoten van jouw toelichtende beschrijvingen. Janny en ik hebben de afgelopen ‘coronatijd’ flink wat etappes van het Drenthepad gelopen en de geluiden van allerlei vogels beluisterd. Helaas weten we dan soms niet om welke vogel het gaat…! Overduidelijk is natuurlijk de koekoek, die we vaak gehoord hebben. Het zou best kunnen dat deze soort zich uitbreidt… Ik ben benieuwd, waar de volgende aflevering van Cor’s Corner over gaat. Ik zie er naar uit!

    Hartelijke groet,

    Jans ________________________________

    1. Hoi Jans,

      Het Drenthepad voert ongetwijfeld ook langs onontdekte mooi plekjes (voor de meeste wandelaars). Ik ben ook telkens weer verrast als ik nieuwe routes ontdek. Afgelopen maanden een fietspad tussen Dalerveen en Dalen, één vanaf het Veenpark langs de Runde naar Klazienaveen, een fietspad vanaf het Stieltjeskanaal richting Dalerveen om er een paar te noemen. En dat is allemaal redelijk in de buurt. Waar mijn volgende bijdrage overgaat weet ik nog niet, maar vermoedelijk komt er wel één over tochten verder van huis. Afgelopen woensdag nog gefietst over het “mooiste fietspad van Drenthe” in het Dwingelderveld. Wel eerst per auto er naar toe! Hoop jullie over enige tijd weer eens op te kunnen zoeken!
      Groet ook Janny van me!

Geef een reactie