Van Schoonoord naar Topaas

Omstreeks 1960 gaf Staatsbosbeheer voor geïnteresseerden opnieuw terreinen in Midsland aan Zee onder erfpacht vrij voor het bouwen van zomerhuizen. Het leek mijn ouders, die de toenemende drukte door de groeiende toestroom van toeristen in het hotel-pension aan den lijve ondervonden, een goede investering deze kans met beide handen te grijpen. Tot dan toe runde moeder hoofdzakelijk het pension, terwijl vader de organisatie van het aannemersbedrijf voor zijn rekening nam. Behalve de bouw van diverse huizen verspreid over het oostelijk deel van Terschelling werd ook “Schoonoord” in de wintermaanden onder handen genomen. De timmerwerkplaats verhuisde naar de schuur en de vrijgekomen ruimte werd omgebouwd tot eetzaal. Aan de zuidkant kregen vier slaapkamers openslaande deuren naar een balkon. Er kwam een, vanuit de bijkeuken toegankelijke, ruime manshoge kelder en tevens een douche waar de gasten op verzoek gebruik van konden maken. Het was in een tijd dat wastafels “met warm en koud stromend water” op de slaapkamers al een luxe waren….

De rotstuin van Schoonoord met vijver, waterput en vuurhuisje omstreeks 1939

Vanuit de kelder liep een ontluchtingspijp naar het grasveld (“de bleek”) aan de achterzijde. Via die verbinding deed ik me soms voor als ondergrondse kabouter die op het grasveld spelende peutertjes bij hun naam riep. Geheid ontspon zich dan via die luchtsluis een conversatie. De kabouter was wel te horen, maar zoals dat gaat met kabouters niet te zien.

In de keuken stond een groot Aga-fornuis dat werd gestookt met cokes. Het vuurhuisje in de tuin diende als opslagplaats voor de brandstofvoorraad welke regelmatig door de kolenboer werd aangevuld. Later werd vanwege het toenemend aantal gasten de keuken gemoderniseerd. Een dorpsgenoot gaf plaatsgenoten indertijd uitleg: “In Schoonoord krijgen ze een Amerikaanse keuken: een druk op de knop en het vreten is klaar“. Maar zo was het natuurlijk niet. Er kwam een extra gasstel en ook een vaatwasser. Die werd overigens alleen voor het reinigen van glaswerk gebruikt, alle andere afwas gebeurde handmatig. In het hoogseizoen kookte mijn moeder dagelijks voor zo’n 40 gasten. Die taak gaf ze nooit uit handen.

Het schoonmaken van de kamers en de bediening werden toevertrouwd aan hulpen, veelal afkomstig van de vaste wal en dientengevolge gedurende die tijd inwonend. In de loop der jaren passeerde een hele reeks de revue: Fettie, Siet, Griet, Hannie, Nanke, Greetje, Baukje. Sommigen voor één jaar, anderen jaar in jaar uit. Zij waren belangrijke steunpilaren en met een aantal van hen bleef het contact ook nadat ze vertrokken waren.

Het seizoen liep van half mei tot eind september. Mijn ouders hadden de wintermaanden hard nodig om te herstellen van 5 maanden werken onder hoogspanning.

Nadat ze hun rijbewijs gehaald hadden (moeder bij het tweede rijexamen en vader, zoals hij graag memoreerde, meteen bij de vierde keer) maakten we een aantal jaren in oktober een rondreis door Nederland met de nieuwe auto, een Ford Taunus 15M. De eerste keer mocht ik alleen maar achterin zitten, omdat ik nog geen borden kon lezen. “Stond er maar eens AAP of OOM op”, schijn ik toen verzucht te hebben. Dat moet dus in 1956 geweest zijn.
We overnachtten bij familieleden of kennissen die verspreid over het land woonden. Toen ik eens vroeg of we niet een keer in een hotel konden slapen kreeg ik prompt te horen: “Je slaapt immers thuis altijd al in een hotel!”.
Later maakten mijn ouders met mijn oom Andries, de oudste broer van mijn moeder, en tante Jant uit Nijmegen in hun Amerikaanse slee een aantal vakantiereizen naar Zuid-Europa. Nadat de Ford Taunus was ingeruild voor de grotere en comfortabeler Ford Zodiac gingen Marianne en Wim ook een keer mee op vakantie naar Frankrijk. Tot mijn teleurstelling mocht ik in tegenstelling tot zus en broer niet mee vanwege schoolverplichtingen. Pas na mijn eindexamen HBS kwamen buitenlandse reizen voor mij in beeld.

Mijn vader poseert trots voor zijn eerste auto met zijn oom Gerrit, diens vrouw Jaak en nog een “jakkemins” als passagier.

Tegenwoordig hebben de eilander scholen een week korter zomervakantie en veertien dagen herfstvakantie om ouders gelegenheid te geven ook de schoolgaande kinderen op vakantie mee te nemen.

Nadat mijn vader de opdracht had gekregen een paar zomerhuizen langs de bosrand in Hoorn te realiseren kreeg hij de smaak te pakken om ook voor zichzelf een tweetal in Midsland-Noord en zes in Midsland aan Zee te bouwen. Zie mijn bericht twee oude ansichtkaarten👈.

De bungalows in Midsland aan Zee verhuurden mijn ouders aan maximaal 8 personen. Er waren 3 stapelbedden en 2 éénpersoonsbedden. In de woonkamer stond een eettafel met 4 stoelen en een salontafel met 4 rieten stoelen. Logistiek gezien is het nu vreemd je voor te stellen hoe 8 mensen dan ‘s avonds aan tafel gingen.

Gasflessen waren nodig voor verlichting en koken, water werd handmatig opgepompt uit de zoetwaterbel onder het eiland. Ook “Schoonoord” werd op deze manier van water voorzien. Al werd daar met een elektrische pomp in de kelder het waterpeil in de opslagtank geregeld. In de kamer van de zomerhuizen stond een oliekachel voor de koudere dagen. De verhuurperiode viel globaal samen met het zomerseizoen wanneer ook “Schoonoord” gasten huisvestte.

In de jaren zestig verbeterde de infrastructuur in Midsland aan Zee snel. De waterleiding werd aangelegd en de huisjes werden op het electriciteitsnet aangesloten. Het duurde wat langer voordat de komst van riolering de beerput overbodig maakte. Onderstaande foto uit 1969 is gemaakt tijdens werkzaamheden in verband met afvoerproblemen.

Graafwerkzaamheden bij Turkoois uitgevoerd door mijn vader, geassisteerd door achterneef Karel Sterk en mij.

Toen mijn ouders in 1971 kort na elkaar overleden kwam een abrupt einde aan de periode van meer dan 30 jaar waarin “Schoonoord” voor veel gasten een geliefde uitvalsbasis voor hun zomervakantie was. Geen van de kinderen had de ambitie en aanleg het werk van hun ouders voort te zetten.

“Schoonoord” werd korte tijd te koop aangeboden, maar toen zich geen serieuze gegadigden meldden besloten we de zomerhuisjes in Midsland Noord af te stoten en in “Schoonoord” centrale verwarming aan te leggen. Nadat in Midsland aan Zee ook aardgas beschikbaar kwam konden we de huisjes daar op dezelfde manier comfortabeler maken. Zeker met het oog op de vochtbestrijding een verstandige beslissing.

Een deel van “Schoonoord” werd na een paar jaar door tandarts Jan Boerma in gebruik genomen als praktijkruimte. Wij bleven het ouderlijk huis tot 1994 als gezamenlijke vakantiewoning gebruiken. Vanaf dat moment besloten Anky en ik Topaas als uitvalsbasis voor onze Terschelling-vakanties te gebruiken. Een paar jaar later volgden Wim en Puck ons voorbeeld door Smaragd voor dat doel te gebruiken.

Na zijn pensionering in 1997 vestigde mijn zwager Jisk zich samen met mijn zus Marianne definitief in het ouderlijk huis dat korte tijd daarna, nadat Jan Boerma stopte met de tandartspraktijk, helemaal tot hun beschikking kwam. En zo ging ook Marianne terug naar Terschelling, naar “Schoonoord”.

6 gedachten over “Van Schoonoord naar Topaas

  1. Wat een leuk verhaal Cor! Moest wel een beetje lachen om de foto waar jij ‘assisteert’. Je staat erbij met die twee bakstenen alsof je niet echt weet waar ze voor zijn 😂😂. Echt leuk! 👍👍

    Suze van der Ster iPhone

    >

Geef een reactie