Roodpootvalk

Roofvogels goed fotograferen vind ik lastig. Ze zijn moeilijk te benaderen. Voor ik de kans krijg om op korte afstand gedetailleerde opnamen te maken hebben ze me al in de smiezen en zijn ze letterlijk gevlogen.

Op mijn zwerftochten zie ik vaak genoeg Buizerds, Torenvalken of Kiekendieven, maar alleen in de vlucht heb ik soms succes met mijn pogingen. Het helpt ook dat jagende Kiekendieven relatief trage vliegers zijn, Buizerds vaak op thermiek cirkelend hoogte winnen en Torenvalken biddend naar muizen speuren.

Slechtvalk

Sperwers en Slechtvalken zijn voorbeelden van snelle jagers. Hun prooi bestaat voornamelijk uit vogels. Om die te verschalken is snelheid geboden. Het afgelopen jaar lukte het me éénmaal een Slechtvalk te fotograferen, maar door tegenlicht was het resultaat teleurstellend.

Slechtvalk, strand Hoorn-Terschelling, 12 november 2020

Buizerd

Iets meer geluk heb ik op het wandelpaadje door een bosschage vlakbij mijn huis. Vanaf een uitkijkpost op een boomtak kijkt een paartje Buizerds uit over de aangrenzende akker. Eén ervan vliegt bij mijn nadering onmiddellijk op, maar de tweede blijft lang genoeg zitten voor het onderstaande portret.

Buizerd, Rietlanden, Emmen, 12 april 2021

Echt sprankelend is deze opname nu ook weer niet.

Een week later tref ik het beter met het fraaie exemplaar dat vanuit de begroeiing rondom de naturistencamping Bargerhoek het luchtruim kiest.

Buizerds kunnen qua uiterlijk onderling enorm van elkaar verschillen. De meeste zijn min of meer egaal bruin, maar ook bijna geheel witte exemplaren komen voor. De hier gefotografeerde Buizerd vertoont veel wit in het verenkleed.

Torenvalk

Een Torenvalk duikt in dezelfde omgeving een paar dagen later als vanuit het niets naar de grond, vliegt meteen weer op en gaat wat verderop in een boom zitten. Daar lukt het mij wat foto’s te maken voordat de vogel weer verder vliegt.

Aan het ontbreken van een staartveer zien we dat het dier in de rui is. De grijze schedel en de vage dwarsstrepen op de staart zijn kenmerkend voor het mannetje.

Roodpootvalk

Mijn kleindochter Sofie komt een paar dagen logeren. Ik stel voor de eerste middag in het Bargerveen te wandelen in de hoop nog adders te zien. Dat lijkt haar wel spannend. Helaas laten adders het afweten als we over het slangenpaadje lopen. Een paar weken geleden👈 trof ik ze wel aan, maar toen was ik er dan ook niet speciaal naar op zoek. Zo gaat dat meestal.

Iets verderop trekt een groepje mensen dat kijkers, telescopen en fotoapparatuur kennelijk gericht heeft op iets interessants onze aandacht. Dichterbij gekomen zien we dat een kleine roofvogel vanaf een paaltje de omgeving inspecteert. Ons wordt verteld dat het een Roodpootvalk is, een zeldzame vogel in Nederland.

We zijn tussen twitchers, de categorie vogelaars die speciaal op zoek is naar bijzondere soorten, beland. Zelf ben ik niet een specifieke soortenjager, maar een niet-alledaagse vogel zien vind ik natuurlijk wel leuk. Een dergelijke ervaring kwam ook ter sprake in mijn blogje Vogelaar 👈 uit 2018. Daar beschrijf ik ondermeer een vergeefse zoektocht in het Bargerveen naar een Grijze Wouw. Vogelaars genoeg, maar de Grijze Wouw nergens te bekennen.

Een kleine enquete naar de herkomst van de nu aanwezige vogelaars levert plaatsnamen als Zwartemeer, Coevorden, Ootmarsum en Almelo. Eén van de toeschouwers vertelt me dat hij zich de Grijze Wouw in dit gebied ook nog goed herinnert.

Ik prijs me gelukkig dat ik mijn fototoestel met telelens heb meegenomen. Het is verbazingwekkend dat de vogel helemaal niet schuw is. Thuis vind ik het knap lastig uit de enorme hoeveelheid foto’s die ik maak de mooiste te kiezen. Ook Sofie vindt fotograferen leuk zodat ik haar ook een poosje de camera geef.

De valk is, volgens vogelkenners die er meer verstand van hebben, een tweedejaars vrouwtje. Mij valt de voor een roofvogel opvallend vriendelijke uitstraling op.

Regelmatig vliegt de valk naar de grond waar ze iets van haar gading oppikt om daar vervolgens mee terug te keren op hetzelfde of één van de andere paaltjes van de afrastering.

Roodpootvalk, Barger-Oosterveen, 7 mei 2021

Als ik vijf dagen later weer het Bargerveen opzoek parkeer ik de auto vlakbij de toegangsweg naar de plek waar de valk zich al sinds eind april ophoudt. Twee vogelaars, één uit Utrecht, de ander uit Enschede, zijn onbekend met het Bargerveen en zoals ik vermoed hiernaartoe gelokt door de aanwezigheid van de Roodpootvalk. Ik begeleid ze naar de plek waar ik de vogel de vorige keer zag. Maar als we er aankomen is de valk in geen velden of wegen te bekennen. Na een minuut of tien, waarin ik wat vertel over het gebied, loop ik verder en wens ze succes met hun missie.

Ik maak foto’s van een Gele Kwikstaart op een paaltje en dwaal de rest van de middag zo’n drie uur lang rond.

Op het Amsterdamsche Veld, gelegen tussen de Noordersloot en Weiteveen, zie ik een Tapuit en ook weer twee Gele Kwikstaarten.

Op de terugweg hoor ik vanuit het bosje langs de Laardijk net als een jaar geleden de krijsende roep en de zang van Wielewalen. Ook nu slaag ik er niet in ze in beeld te krijgen. Daarom maak ik maar weer een geluidsopname.

Wielewaal bij de Laardijk 12 mei 2021

Voor ik terug bij de auto ben loop ik nogmaals langs het nu verlaten domein van de Roodpootvalk. Hoewel…., verlaten? Zij is teruggekeerd….

10 gedachten over “Roodpootvalk

  1. Buitengewoon mooie foto’s, zeker van de roodpootvalk. Mooi ook dat deze niet alleen maar stil op een paaltje zit, maar ook actief is. Dan blijf je natuurlijk kijken.

    1. Dank je Hans. Misschien maak ik eens een fotoboek, maar voorlopig beperk ik me tot de verhalen bij de foto’s op het blog. Ik geef graag context bij mijn belevenissen. Foto’s alleen worden er al genoeg gepubliceerd.

    1. Zelden word je door een vogel zo op je wenken bediend. Het is echt genieten dit jaar. Ik heb zelf ook het gevoel dat ik vooruitgang boek in het verkrijgen van de noodzakelijke vaardigheden bij het maken van vogelfoto’s..

      1. Ik zeg op zo’n moment altijd: vraag niet hoe het kan, maar geniet en profiteer er maar gewoon van.
        Vergeleken met mij behoor je intussen duidelijk tot de gevorderde Vogelaar, lijkt me.

    1. Als je de vogel bedoelt, moet ik je teleurstellen. Die is al eeuwen uitgestorven. Een tijdlang, toen we nog in de Riouwstraat met onze kat Swiebertje woonden, was de kat van onze huisbaas Henk Sloot die in het huis naast ons woonde bij ons kat aan huis. Het dier heette Dodo en kwam via het dakraam en de goot naar ons huis. Toen we haar eens via de naast elkaar gelegen voordeuren overhandigden was het dier nog voor we ons “buurpraatje” afsloten al weer via de dakramen en de goot teruggekeerd. Die Dodo is overigens ook (uit)gestorven…

Geef een reactie