Van de lente naar de zomer

Vanuit het perspectief van de vogelaar is juli de minst aantrekkelijke maand. De uitbundige zang waarmee veel vogelsoorten hun aanwezigheid opluisteren is grotendeels verstomd. Mannetjeseenden zijn nu door de rui nauwelijks van hun partners te onderscheiden. Veel vogels die de afgelopen maanden uit het ei kropen houden zich uit veiligheidsoverwegingen het liefst verborgen. Bovendien is het soms nog een hele puzzel om ze vanwege hun afwijkende verenkleed op naam te brengen. Het gespikkelde patroon van een jonge Blauwborst doet me denken aan dat van een Spreeuw in winterkleed. Het brengt me even in verwarring bij het bekijken van de onderstaande foto die ik in het Bargerveen maak.

Juveniele Blauwborst, Bargerveen 27 juni 2021

Bij de observatiehut in het Bargerveen laten twee opgroeiende Gekraagde Roodstaarten zien dat ze al behoorlijk vaardig zijn om zelf hun kostje bijeen te scharrelen.

Ter vergelijking: eerder diezelfde ochtend fotografeerde ik nog een volwassen mannetje.

Gekraagde Roodstaart, Bargerveen, 8 juli 2021

Voer voor vogels

Kortelings zag ik in de Breebaartpolder bij Termunten in de provincie Groningen Blauwborsten voedsel aanslepen voor hun nageslacht.

Dichterbij huis ben ik getuige van de aarzelingen bij een jonge Ringmus voordat hij uitvliegt. In het nestkastje aan de garage van mijn woning heeft een paartje succesvol gebroed. Inmiddels treffen ze voorbereidingen voor verdere gezinsuitbreiding.

Het valt mij op dat op recente foto’s verhoudingsgewijs vaak vogels met prooien zijn afgebeeld.

Staartmees met rupsje, Bargerveen, 7 juni 2021
Grauwe Klauwier met kever, Dwingelderveld, 3 juli 2021
Boerenzwaluw voert jong, Dwingelderveld, 3 juli 2021

In het Dwingelderveld zie ik op diverse plekken ook al uitgevlogen jonge Boerenzwaluwen.

Jonge Boerenzwaluwen, Dwingelderveld, 3 juli 2021

Op Terschelling is de aanvoer van voedsel door Zilvermeeuwen naar hun opgroeiende jongen in deze tijd een vertrouwd beeld. Ze transporteren het in hun krop. De rode vlek op de ondersnavel van de oudervogel stimuleert de pullen om daar met hun snavel tegenaan te tikken. Kokhalzend deponeert de Zilvermeeuw vervolgens de prooi, niet zelden krabben, op de grond.

Witte Kwikstaarten houden het vanzelfsprekend bij kleinere hapjes. Al sluit ik niet uit dat de vogel op onderstaande afbeelding met nestmateriaal in de weer is.

Witte Kwikstaart, 15 juni 2021, nabij de Wierschuur, Oosterend

Een Boompieper op een paaltje in het Bargerveen wacht met overvolle snavel tot de kust veilig is voordat hij naar zijn nest vliegt.


Boompieper, Bargerveen, 8 juli 2021

Rondwandeling

Op 17 juni maak ik op Terschelling een lange voettocht vanuit Topaas via de duinen bij Formerum, het strand ter hoogte van Lies, langs de oostelijke bosrand van het Hoornse Bos naar de polder. In de polder vieren Kieviten, Grutto’s, Tureluurs, Visdieven, Kokmeeuwen, Scholeksters, Veldleeuweriken en Bergeenden het voorjaar. Op het pad in de nabijheid van hun broedkolonie word ik continu belaagd door Visdiefjes. Ze zien mij als een gewild doelwit bij hun spectaculaire duikvluchten. Rakelings vliegen ze telkens over mijn hoofd. Door ondertussen lukraak mijn camera op de aanvallers te richten hoop ik op een fotografische voltreffer. Mijn salvo’s blijken echter vrijwel zonder uitzondering losse flodders.

Visdief, geschoten met de camera in de polder van Hoorn (Terschelling), 17 juni 2021

Daar in de polder is het vanwege de vogelrijkdom nauwelijks voorstelbaar dat het landelijk gezien zo slecht gesteld is met de weidevogels. De boeren op Terschelling voeren duidelijk een natuurvriendelijk beheer uit. Ik zie veel percelen waar het gras nog niet gemaaid is.

Onder de kaarten met de gelopen route staan enkele fotopresentaties van opnames die ik daarbij gemaakt heb.

De ochtendetappe: via duinen, strand en bos naar Hoorn.

De middagetappe: westwaarts door de polder.

Ik ben net een onbetrouwbare brug over een sloot gepasseerd. Althans als ik het waarschuwingsbord ervoor mag geloven. Het lijkt me vooral van toepassing op zwaar landbouwverkeer en de probleemloze oversteek stelt me in het gelijk.

Even verderop, ter hoogte van het combi-gemaal in de dijk bij Lies knoop ik een gesprek aan met een echtpaar dat uit de tegenovergestelde richting komt.

“Wat een feest hè?”, zegt de man. Hij stelt mij nog veel moois in het vooruitzicht. Meer Visdieven, Grutto’s en Tureluurs en veel kuikens van Bergeenden. Bovendien op een gemaaid weiland een grote groep forse grijsachtige steltlopers met daartussen ook bruinrood gekleurde exemplaren. Het lukte hem niet ze op naam te brengen.

“Misschien Kanoeten” suggereer ik, denkend aan vorig jaar toen ik pas terug in Topaas zo een mij niet vertrouwde grijze steltloper bij Striep correct kon determineren.

“Dat zou best kunnen”, zegt hij waarna we weer ons weegs gaan.

Als ik ze kort daarna voor de lens krijg blijkt het raadsel voor mij eenvoudig op te lossen. Het blijft lastig op basis van een vaag signalement steltlopers te identificeren. Uitsluitsel geeft de eigen waarneming zoals blijkt uit de volgende fotopresentatie.

De laatste kilometers naar Striep leg ik over het fietspad aan de andere zijde van de dijk af. Voordat ik het gehucht bereik blijf ik staan bij een groepje fietsers dat is afgestapt om naar een duttende jonge zeehond op het talud te kijken. Het is hetzelfde dier dat Wim de dag ervoor een eind verderop heeft gefotografeerd. De zeehond heeft rode merktekens boven zijn staart. Op mijn foto’s zijn die alleen zichtbaar op een onscherpe afbeelding die ik daarom weglaat.

Pluk de dag

Vooral op zonnige dagen neem ik als het maar even kan de gelegenheid te baat in natuurgebieden lentetaferelen vast te leggen. Zo beland ik niet alleen op vertrouwde plekjes, maar ontdek ook nieuwe pareltjes.

Na een bezoekje aan mijn zwager Antko en zijn vriendin Agnes in Delfzijl neem ik me voor nog een kijkje te nemen bij Nieuwe Statenzijl. Op weg daar naar toe kom ik langs de polder Breebaart👈. Hier is een overgangsgebied tussen zout en zoet water ontstaan dat wordt beheerd door de stichting “Het Groninger Landschap”.

Jaren geleden heb ik samen met Anky en mijn schoonmoeder vanuit de uitkijktoren in het bezoekerscentrum een blik op het weidse landschap geworpen. Op deze dag is het gebouw gesloten, maar de fiets/wandelroute naar de kust is vrij toegankelijk. Het eerste deel wordt aan weerszijden geflankeerd door hoge rietkragen van waaruit her en der Kleine Karekieten zingen.

Op het open deel aan het eind zit een vogelaar op een klapstoeltje. Hij heeft zijn telescoop gericht op Kneuen die heen en weer vliegen tussen een paar bomen. Ik mag ook even door zijn scoop kijken.

Hij is thuis in dit gebied. Sinds zijn pensioen geeft hij hier regelmatig rondleidingen. Hij wijst mij op een groep Lepelaars die op de oever van een binnendijkse plas staan. Ik zie sierlijke Kluten overvliegen en Blauwborsten tussen het riet. De laatste soort had hij deze middag nog niet opgemerkt.

De Oeverzwaluwen die hier tussen andere zwaluwen rondvliegen broeden vlakbij in een steile oeverwand. Door de gaten van een kijkwand bovenop de dijk heb ik uitzicht op een rustplaats van zeehonden.

Niet ver van het voetpad langs de kwelder ontdek ik een paartje Putters. Oppervlakkig beschouwd zijn ze identiek. Nauwkeurige observatie van het rode gezichtsmasker helpt ze te onderscheiden. Bij vrouwtjes reikt de begrenzing tot halverwege het oog, bij mannetjes er voorbij.

Kwelder Dollard vanaf de dijk gezien, 23 juni 2021

Op de terugweg zie ik weer Blauwborsten op dezelfde plek als eerder deze middag. Nu krijg ik ook vrouwtjes voor de lens. Bij hen ontbreekt het blauw. Wel hebben ze de kenmerkende oogstreep en de oranje-bruine staartbasis.

Fietspad in de polder Breebaart, 23 juni 2021

Het is inmiddels laat in de middag en dusdanig opgeklaard dat het zeker de moeite loont nog door te rijden naar Nieuwe Statenzijl.

Maar eerst stil ik mijn honger met een plateservice op het terras van vispaleis Westerhuis in Termunterzijl.

Op de smalle wegen van de polders van Noord-Groningen kom ik op weg naar Nieuwe Statenzijl welgeteld één tegenligger tegen. Ik hoop op een Grauwe Kiekendief, maar in de graanvelden zijn met name Gele Kwikstaarten te zien.

Gele Kwikstaart in Reiderwolderpolder, 23 juni 2021

Nieuwe Statenzijl biedt een mooie aanblik in de avondzon. Nog voor ik uit de auto stap zie ik alweer een Kneu in de berm landen. Ik laat het portierraam zakken en maak plaatjes van het vrolijk kwetterende vogeltje.

Vanaf de sluis kijk ik over het rietveld naar de “Kiekkaaste”.

Dollard met observatiehut de “Kiekkaaste”, 23 juni 2021

Begin mei was ik met Sofie op dezelfde plek. Hoe anders zag de omgeving van de observatiehut er toen uit.

9 mei 2021

In de sluis hebben Boerenzwaluwen en diverse duiven hun nest gebouwd. Een fraai gekleurde Postduif schittert in de zon.

Postduif, Sluis Nieuwe Statenzijl, 23 juni 2021

Op de wandeling naar de kijkhut kom ik enkele late bezoekers tegen. Bij de Kiekkaaste zijn nu alleen nog Boerenzwaluwen die regelmatig in- en uitvliegen. Zij hebben daar hun nesten gebouwd. Over de rand steken de opengesperde snaveltjes van hongerige jonge vogels naar buiten.

Langs het toegangspad heeft een Rietgors op de top van kale boomstronk een plekje gevonden voor een serenade. Een mooie afsluiting van mijn tocht door Noordoost-Groningen.

Rietgors, Nieuwe Statenzijl, 23 juni 2021

Bij mijn tweede bezoek aan het Dwingelderveld dit jaar krijg ik een tip van een vogelaar om eens te kijken bij het plaatsje Oranje. Daar bevindt zich een bijzondere kijkhut met uitzicht op natuurgebied Diependal. Om er te komen moet je door een lange smalle donkere gang lopen. Alleen op enkele plekken in het plafond zijn daar lichtdoorlatende elementen aangebracht. Aan het eind van de gang klim je via een wenteltrap naar de hut en ontvouwt zich rondom een prachtig uitzicht.

Dreigende lucht boven Diependal

Jammer genoeg trekken er in de paar uur dat ik er ben regenbuien over. Daardoor zijn de omstandigheden voor het maken van foto’s niet altijd even gunstig. Niettemin lukt het tijdens opklaringen nog niet eerder door mij geportretteerde vogels zoals een Dodaars en twee Wilde Zwanen op beeld vast te leggen.

In het water staan tussen de twee Wilde Zwanen (herkenbaar aan het gele patroon op de snavel) ook een paar Grote Zilverreigers.

Twee Zilverreigers in gezelschap van twee Wilde Zwanen, Diependal, 7 juli 2021

Zo te zien is deze natte plek zeer in trek bij grote witte vogels, want ook Lepelaars hebben die gevonden.

Niet alleen hier, ook in het Dwingelderveld pleisteren Lepelaars. Voor mij de eerste keer dat ik ze in Drenthe zie. Op Terschelling zijn het in het zomerhalfjaar niet te missen broedvogels. Zeker als je het fietspad langs de waddendijk volgt.

Op het Wad bij de Wierschuur zie ik een mini landartproject gevormd door basaltblokken die in een (gebroken) cirkel zijn gerangschikt. Het roept enigszins de sfeer van Oerol op.

Gebroken Cirkel op het Wad, Oosterend, 15 juni 2021

Ik maak de foto aan het slot van een zwerftocht die mij over weilanden langs de kwelder ten oosten van de Wierschuur voert.

Kwelder, oostelijk van de Wierschuur met aan de horizon de Rimkeskooi.

Op het Wad zie ik opvallend veel Bergeenden. Boven de weilanden is vooral een luidruchtig stel Scholeksters actief. Een mannetje Bergeend, herkenbaar aan de knobbel op de bovensnavel, vliegt naar het Wad.

Bergeend 🚹vliegt naar het wad ten oosten van de Wierschuur, 15 juni 2021

Ter hoogte van de Horrekooi kan ik niet verder en zit er niets anders op dan me, aangestaard door een tiental koeien, een weg te banen naar het zandpad dat vanaf de Dwarsdijk tot de toegang van de Groede loopt. De Groede is het kweldergebied op de Boschplaat waar al meer dan een eeuw jong vee wordt geweid. Voor avontuurlijk aangelegde wandelaars is er vanaf het begin van de Groede een wandelroute rondom de Boschplaat uitgezet. Die is alleen begaanbaar wanneer je rekening houdt met het getij als je op weg gaat. Het is vast geen goed idee dat in je eentje te doen. Ik loop terug over het zandpad.

Niet alleen vogels

Een fietstocht naar West-Terschelling onderbreek ik bij het Kaapjesplak om daar eens een kijkje te nemen. Op een doodlopend pad in dat gebied bloeien veel Gevlekte Orchissen.

Ik klim naar het hoogste punt van een duin en heb daar een mooi uitzicht op een zandverstuiving.

Als ik naar mijn fiets terugloop zie ik een Icarusblauwtje fladderen. Op de foto valt het op dat zijn vleugels beschadigd zijn.

Icarusblauwtje, Kaapjesplak, Terschelling 14 juni 2021

Ook in het Bargerveen zie ik enkele weken later veel blauwe vlindertjes. Daar zijn het Heideblauwtjes die leven van de nectar die de bloeiende Dopheide produceert. De aangename geur die de bloemen verspreiden vergroot het plezier van wandelen over de heide.

De minder aan dit jaargetijde gebonden Citroenvlinder zie ik later op de ochtend.

Citroenvlinder, Bargerveen, 8 juli 2021

Reeën gaan doorgaans op de loop als ik ze opmerk. Een duo dat graast op een brede grasstrook in een bosrijk deel van het Dwingelderveld waant zich kennelijk onbespied. Een paar fietsers maken me erop attent. Terwijl ik mijn camera tevoorschijn haal verdwijnt er één tussen de bomen. Van de andere kan ik wel wat foto’s maken, al vertikt het dier zijn kop op te richten. Verblind door grazernij merkt het dier ons daardoor waarschijnlijk niet op.

Ree, Dwingelderveld, 3 juli 2021

In mijn eigen tuin verschijnt terwijl ik buiten zit te eten onverwacht een Egel op het terras. Dat is makkelijk scoren.

Egel, Emmen, Rietlanden, 5 juli 2021

Nogmaals Grauwe Klauwieren

Soms wordt mijn oog getroffen door een bijzondere kleurschakering, een fraaie reflectie in het water of een opmerkelijke wolk aan het firmament.

In het Bargerveen begint de dag op 8 juli onder een wolkenloze hemel. Ik zie een pootjebadende Blauwe Reiger tegen de achtergrond van een paarsrode bedekking op het water.

Blauwe Reiger, Bargerveen, 8 juli 2021

Het roerloze water van een veenplas werkt als een perfecte spiegel onder een Visdiefje dat uitkijkt vanaf een droog plekje net boven het wateroppervlak.

In het water achter de restanten van het laatste bewoonde huis in het Bargerveen (“Het huussie van Uneken”) wordt een boom prachtig weerspiegeld.

Weerspiegeling van een boom onder een strakblauwe hemel, Bargerveen, 8 juli 2021

Even later hoor ik vanuit boomkruinen in het bosje bij de Laardijk Wielewalen jodelen. Opnieuw probeer ik ze tevergeefs in beeld te krijgen. Andermaal moet ik me tevreden stellen met een geluidsfragment:

Aan het zwerk verschijnt de eerste voorbode van een op handen zijnde weersverandering. Gelukkig wordt mij vooralsnog een nat pak bespaard.

Vorming van een cumuluswolk, Bargerveen, 8 juli 2021

Deze dag begon sowieso al goed. Met de vakantie voor de deur leek het me een uitgelezen moment nog eenmaal de gelegenheid te baat te nemen Grauwe Klauwieren te fotograferen. Voor je het weet zijn ze weer op weg naar Afrika en moet ik bijna een jaar wachten voordat ze opnieuw opduiken.

Dat geldt niet voor Ooievaars. Kort na aankomst in het Bargerveen zie ik een tweetal hun kostje bijeen scharrelen. Een klein deel van de populatie blijft ook ‘s winters in Nederland.

Ook voor de Grauwe Vliegenvanger, eveneens een typische zomergast, heb ik maar een korte periode. Mijn eerste dit jaar voert vanaf een vast uitkijkpunt op een kale boomtak zijn karakteristieke voedselvluchten uit. Na de al dan niet succesvolle jacht op een insect keert het vogeltje telkens terug naar zijn startpunt.

Ik hoef niet ver te lopen voor de eerste Grauwe Klauwier die zich meldt. Dat ook deze vogel bij voorkeur vanaf een hoog punt de omgeving afspeurt is voor de vogelfotograaf een prettige eigenschap.

Grauwe Klauwier 🚹, Bargerveen, 8 juli 2021

Even later laat ook een vrouwtje zich zien.

Grauwe Klauwier 🚺, Bargerveen, 8 juli 2021

Als de vogel het luchtruim kiest lukt het me zelfs haar vliegend in beeld te krijgen.

Grauwe Klauwier 🚺, Bargerveen 8 juli 2021

Tot slot een fotopresentatie met een selectie uit de opnamen van Grauwe Klauwieren die ik in het Bargerveen en het Dwingelderveld heb gemaakt.

Het weekblad “De Groene Amsterdammer” publiceerde een verhaal van Jaap Tielbeke over de toegenomen populariteit van het vogelen, ook bij jongeren.

Het is hier👈 te lezen.

2 gedachten over “Van de lente naar de zomer

  1. Je hebt er in woord en beeld weer een erg mooi verslag van gemaakt, Cor. Ik heb je verhaal in drie etappes gelezen en bekeken. Een mooie oogst aan vogelfoto’s weer, maar ook het landschappelijk schoon van Terschelling komt fraai tot uiting. Om over die prachtige foto’s van zeehonden nog maar te zwijgen. Die kans hoop ik ook nog eens te krijgen.

    1. Dank Jan voor deze nieuwe complimenten. Het is altijd weer een uitdaging om mijn belevenissen in een vorm te gieten die het gevoel dat ik daarbij ervaar enigszins overbrengt op de geïnteresseerde lezer. Momenteel ontdek ik ook op Terschelling weer wonderschone wandelroutes. Zeker te voet word ik keer op keer verrast door de schoonheid van niet eerder bezochte mooie locaties. De wandeling vanaf het Donkere Bos bij West-Terschelling over het Griltjeplak naar het strand bij paal 5 was gisteren zo’n ervaring. Voor mensen die slecht ter been zijn helaas ondoenlijk. Op zo’n moment realiseer ik me weer hoe dankbaar ik moet zijn dat ik het geluk heb om nog in goede gezondheid dit soort activiteiten te kunnen ondernemen. En af en toe daarvan verslag te doen.

Geef een reactie