Alarmerende Tureluurs op de locatie van onze cottages, baltsende Watersnippen in de lucht en vroeg in de ochtend zingende Koperwieken lijken me een prima voorteken voor onze excursie naar Grimsey. Dit rotseilandje vlakbij Grangsnes is de broedplaats van Papegaaiduikers, Alken, Drieteenmeeuwen en Kuifaalscholvers.

Als ik nog vroeg in de ochtend mijn hoofd buiten de deur steek vliegt een enigszins plompe vogel luidruchtig voor mij langs. Iets verderop landt hij achter een houtwal. Ik probeer er een foto van te nemen, maar helaas blijft hij te kort zitten om hem scherp in beeld te krijgen. Niettemin kan ik achteraf vaststellen dat het mijn eerste waarneming van een Alpensneeuwhoen is.


Een uur later, op weg naar Grangsnes, vliegt er nog een exemplaar voor onze auto langs, maar daar zal het de komende dagen bij blijven. In zijn archief van hun reis naar IJsland in 2013 vond Wim nog de hiernaast geplaatste foto van een Alpensneeuwhoen.
In de wateren rondom IJsland liggen twee eilandjes met de naam Grimsey. Het grootste ligt op de poolcirkel op drie uur varen. De tocht naar het andere Grimsey, vlak buiten het haventje van Grangsnes kan in een kwartier gemaakt worden. In Grangsnes aangekomen zien we het eilandje al liggen.

We zijn ruim voor de afgesproken tijd bij de haven aangekomen en parkeren de auto een eindje verderop bij het Malarhorn Guesthouse. We lopen de weg terug langs de waterkant. Het doet me denken aan het wad. (“Het is hier net Terschelling” is een gevleugelde uitspraak van mij en mijn naaste familie op reis in den vreemde😉.) Met dit verschil dat de Bontbekplevier hier geen passant is. Dat leid ik tenminste af uit het territoriaal gedrag dat deze vogel luidruchtig vertoont.





Met gevoel voor esthetiek heeft iemand aangespoeld drijfhout dat in het oog springt door tot de verbeelding sprekende vormen tussen de basaltblokken verankerd.
Zo wordt het kunst.
Wat verderop heeft een Eider een gespreid bedje van wieren gevonden.

In het haventje ligt één bootje dat enigszins uitgerust lijkt om passagiers mee te nemen voor een rondvaart. Maar reclame-uitingen in de vorm van een wervende tekst met een afbeelding van een Papegaaiduiker of iets dergelijks zijn er niet op aangebracht. Vooralsnog zijn we de enige personen op de kade. Wel zwemmen er Noordse Stormvogels in de haven.




Nadat we even later gezelschap krijgen van twee Italiaanse toeristen duurt het niet lang meer of er komt een auto aanrijden. Een man stapt met zijn zoontje uit. Weldra blijkt dat het de schipper is. Hij bevestigt dat het scheepje in de haven ons naar Grimsey zal brengen. Ik realiseer me nu dat het zondag is en dat het jongetje daarom ook mee mag. Nadat nog een bemanningslid, dat overigens geen woord Engels spreekt, op het toneel verschijnt kunnen de trossen los en zetten we koers richting Grimsey.
Puck spreekt haar verbazing uit over het ontbreken van de afbeelding van een Papegaaiduiker op het schip omdat ze toch zeker meent te weten dat ze die zag in één van de folders voor deze excursie. In zijn rol als gids wekt dat op zijn beurt verwondering bij de schipper. Wellicht een goed idee voor de toekomst, maar voor nu doen we het er maar mee. Uiteindelijk gaat het ons om de Papegaaiduikers in levende lijve.
Terwijl het schip zich van Grangsnes verwijdert en Grimsey dichterbij komt maken we wat foto’s rondom. We bieden onze Italiaanse medepassagiers aan hen ook gezamenlijk op de foto te zetten, waarna vrouwelijke helft van het stel ons een soortgelijke dienst bewijst.






Inmiddels zijn we Grimsey zo dicht genaderd dat onze aandacht gericht wordt op het vogelleven op het water en de richels tegen de rotswand.








De boot koerst in een wijde boog naar achterkant van het eiland en mindert vaart vlakbij de broedplaatsen. Hier hebben we goed zicht op de Kuifaalscholvers en Drieteenmeeuwen. Een goed kenmerk van deze laatste soort zijn de zwarte poten. Een Kuifaalscholver met een jong is duidelijk niet gecharmeerd van onze nieuwsgierigheid.














Drieteenmeeuwen hebben in mijn ogen een vriendelijke uitstraling. Het zal wel door hun kraalogen in een mooie rond kopje komen. In dat opzicht zie ik overeenkomst met de Stormmeeuw die in ons land het hele jaar door te zien is.
Wanneer ik de blik weer op het water richt hebben Papegaaiduikers en Alken de overhand. In tegenstelling tot de kalm dobberende Alken zorgt menige Papegaaiduiker voor de nodige beroering op het wateroppervlak tijdens het landen, duiken en opstijgen. Met name vanwege hun lange aanloop voor het opvliegen ziet Wim een parallel met vertrekkende vliegtuigen op de Kaagbaan van Schiphol.







We varen verder langs Grimsey tot we bij een punt komen waar een ophaalbrug met touwen aan de rots is vastgemaakt. De schipper en zijn maat laten deze neer zodat we vanaf de boot toegang tot het eiland krijgen.




Ook het zoontje van de schipper is van boord gegaan met in elke hand een forse vis. We verbazen ons over de techniek waarmee hij ze vasthoudt: duim en wijsvinger in de oogkassen van de vissen geven hem grip. Dit is overduidelijk geen stadskind.
Eerder dit jaar heeft de schipper twee door de moeder verlaten zeehondenpups aangetroffen. Zijn zoon heeft ze min of meer geadopteerd en voorziet ze af en toe van verse vis. Aangekomen op de plek waar de jonge dieren hun weldoener doorgaans opwachten blijken ze deze keer nergens te bekennen. Mogelijk zijn ze zelf nu goed in staat hun kostje bijeen te scharrelen.
Enigszins gefrustreerd gooit de jongen ze dan maar zo in het water. De Noordse Stormvogels weten er wel raad mee.


Vertrouwde verschijningen in Nederland als de Graspieper, Witte Kwikstaart en Eider ontbreken op Grimsey evenmin. Ik kan het dan ook niet laten daar wat foto’s van te nemen. Het is ook zaak goed op de bodem te letten om geen eieren te vertrappen.




Vanzelfsprekend gaat de meeste aandacht uit naar de Papegaaiduikers. Het zijn door hun koddige verschijning zonder meer de grootste blikvangers. Voor mij heeft hun oogopslag een wat droevige uitstraling.

Op de terugweg vanaf het eind van de begaanbare route maak ik nog een filmpje.
Terwijl Wim en ik onze aandacht richten op het maken van foto’s en filmpjes converseert Puck met de gids over het onderwijs op IJsland. Ook daar speelt de discussie over het gebruik van smartphones in de klas een rol. Op IJsland wordt dat over de gehele breedte niet getolereerd. Zowel de gids als Puck, de laatste in haar rol als voormalig schooldirecteur, vinden dat een verstandige maatregel. In Nederland heeft die opvatting inmiddels ook brede weerklank gevonden.
Minder consensus bestaat tussen de gids en ons over de onomkeerbare effecten van de klimaatverandering op de leefomgeving. De koude meimaand in IJsland, voor ons in Reykjavik zichtbaar in de op het oog slechte conditie van veel bomen, ziet onze gids min of meer als onderdeel van toevallige schommelingen zoals deze ook in het verleden wel optraden. Het baart hem vooralsnog geen zorgen waarbij hij veel autoriteit toedicht aan een bevriende geoloog die studie heeft gemaakt van zulke processen in vroeger tijden.
Nu snappen wij ook wel dat incidentele fluctuaties niet veel zeggen. Dan zou een koude meimaand eerder een aanwijzing zijn dat het met de opwarming wel meevalt. Maar juist de rol van de mens is ons inziens wezenlijk in de trend die leidt tot smeltende ijskappen, opwarmende oceanen, hittegolven, extremere weersomstandigheden, enzovoorts. In dit opzicht hechten we meer waarde aan de bevindingen van klimatologen. We hoeven elkaar hier niet te overtuigen, maar ervaren deze discussie met de gids, die als IJslander dagelijks met sterk wisselende weertypes te maken heeft, als een prettige uitwisseling van standpunten. En ik herken in zijn opvattingen ook wel wat van de eigengereidheid die veel eilanders niet vreemd is.












Nadat we weer allemaal zijn terug zijn bij het startpunt van onze wandeling op Grimsey wordt het tijd weer aan boord te gaan.




De koek blijkt echter nog niet op. In het zicht van de haven gaan we eerst nog voor anker. Weldra blijkt de reden. Er worden hengels voor de dag gehaald met de bedoeling wat vissen aan de haak te slaan. Nu komen de matroos en het zoontje van de schipper volop in actie. Als we willen mogen we ook een vislijn uitwerpen. Alleen de Italiaan ziet dat wel zitten.
Het zijn hier kennelijk rijke visgronden. Het duurt niet lang of de jongen heeft beet. Zijn vader helpt hem de flink uit de kluiten gewassen kabeljauw naar boven te halen. Behendig dumpt de jeugdige visser zijn vangst in een emmer.








Uiteindelijk hebben alle hengelaars aan boord succes, al zit er ook een ondermaats exemplaar tussen. Die wordt netjes overboord gegooid waarna de Noordse Stormvogels zich erover ontfermen.
Niet lang daarna meert de boot weer aan in de haven van Drangsnes. We nemen afscheid van de schipper en bedanken hem op gepaste wijze voor deze mooie excursie.
De rit langs de kust naar onze uitvalsbasis biedt weer mooie taferelen die af en toe tot een stop noden. Op verschillende plekken is drijfhout aangespoeld. De beelden in de diapresentatie hierna spreken voor zich.
Ter afsluiting presenteer ik als waardevolle aanvulling het beeldverslag dat Wim in de vorm van een videopresentatie van deze dag heeft gemaakt.
Mooi verslag weer met een aantal mooie foto’s van de papegaaiduikers in hun onherbergzame leefomgeving. Vooral de videobijdrage van Wim aan het eind vind ik prachtig, met als hoogtepunt toch wel de klaaglijke zang van de papegaaiduikers.
Dat zal Wim goed doen. Ook bij hem zitten er flink wat uren in om videoverslagen te maken.
Ooit hoop ik papegaaiduikers te zien, moet ik wel richting IJsland gaan :-). Dit was echt genieten Cor, super om te lezen en kijken. Het geluid, echt koeiengeloei, bijzonder. Het slot met de film, machtig mooi!
Ik kan het je aanbevelen. Elke dag was een hoogtepunt. Het is wel zaak voor broedvogels rond de julimaand te gaan. Ik zal de complimenten voor de film naar Wim overbrengen.