Een meiweek op Terschelling (6)

Herkansing

Bij de kwelder van Striep kom je tijdens hoogwater niet alleen ogen en oren tekort, maar word je telkens weer geconfronteerd met de beperkingen van je optische hulpmiddelen. Vogels vlakbij de kust zijn gedetailleerd te bekijken met de verrekijker of te fotograferen met behulp van de telelens. Maar helaas, de meeste blijven toch liever een beetje verder uit de kust. Een telescoop is hier eigenlijk onontbeerlijk. De vogelaars die zich gespecialiseerd hebben in het aflezen van ringen komen er dan ook zonder uitzondering met een telescoop.

Op zich ben ik wel tevreden over mijn Nikon camera met 400 mm zoomlens. Eerdere publicaties op mijn blog laten mooie resultaten zien. Maar het kan altijd beter. Dat is voor mij de uitdaging om steeds weer met veel plezier op pad te gaan.

Goudplevier en Zilverplevier hebben in mijn ogen een sprankelend zomerkleed dat het best tot zijn recht komt in het avondlicht. Alleen zijn beide soorten moeilijk te benaderen waardoor op foto’s veel details die juist tot de verbeelding spreken verloren gaan. Sommige foto’s die ik een aantal maanden geleden van een Zilverplevier in winterkleed kon maken kwamen in de buurt.

De Zilverplevieren die ik gisteravond ontdekte tussen de Bonte Strandlopers waren weliswaar in zomeroutfit, maar nog steeds te ver weg.

Voor mij een reden om, hoewel het al laat is, toch nogmaals een poging te wagen bij de kwelder.

Vanaf het stukje waddendijk dat noord-zuid loopt maak ik foto’s van overvliegende Rosse Grutto’s die ook nu weer in klein aantal aanwezig zijn. Maar Zilverplevieren zie ik van hieruit niet.

Het deel van de kwelder dat rechtstreeks zonlicht ontvangt wordt door afscherming van de dijk zienderogen kleiner. Ik ga naar het oost-west lopend stuk voor een ander perspectief.

Kwelder Striep bij avond, 17 mei 2023

Nu zie ik in de verte drie Zilverplevieren. Ze zijn wat actiever dan het duttende exemplaar van gisteren, maar ik heb weinig vertrouwen in het resultaat van de foto’s die ik ervan maak.

Als ik met de kijker nogmaals de kwelder scan blijkt er dichterbij een Zilverplevier waar ik steeds overheen heb gekeken te zitten. Kijken via de zoeker van mijn fototoestel is letterlijk tunnelvisie. Zo is kostbare tijd verloren gegaan in het (afnemende) licht van de vallende avond.

Op de terugweg naar Topaas stuit ik bij Midsland Noord op een paartje alarmerende Roodborsttapuiten naast het fietspad. In het laatste licht van de ondergaande zon gaat het mannetje op een gunstige plek zitten.
Bloeiende Brem zorgt voor een sfeervolle achtergrond.

Soms heb je het geluk dat de omstandigheden meezitten.

Donderdag, 18 mei

De ochtend besteed ik aan wat klusjes bij mijn huisje. Het gras in toom houden met de elektrische grastrimmer gaat vanwege de beperkte capaciteit van de accu uitsluitend in etappes. Langs de muur verwijder ik het handmatig.

‘s Middags loop ik met een kleine omweg naar de Landerumerheide. Vanaf een hoog duin maak ik wat foto’s van het landschap.

Ik daal af om deels door en gedeeltelijk langs het Formerumer bos verder te lopen naar natuurgebied de Koegelwieck. Daar zie ik bij een splitsing een karrenspoor waar een balk doorgang voor voertuigen verspert. Het bordje met de mededeling “wandelen alleen toegestaan op wegen en paden” doet me wel even aarzelen, maar volgens de logica moet ik er langs kunnen zolang ik maar op het pad blijf.

Deze route leidt in mijn herinnering naar het Hoornse Bos. Vandaar zou ik naar Marianne kunnen gaan voor een kopje thee. Na een kilometer strand ik echter in de nattigheid. Omdat ik geen zin in natte voeten heb keer ik op mijn schreden terug. Via de duinen van Formerum en langs de bunkers rond ik mijn wandeling af.

Bij de Dwarsdijk

De auto gebruik ik weinig op Terschelling. Maar nu komt hij van pas om nog even naar het eind van de hoofdweg bij de Wierschuur te rijden. Op de parkeerplaats staat alleen de lijnbus op het punt van vertrek naar de haven.

Bij het uitstappen voel ik me begroet door een groepje Putters. Enkele zingen hun pruttelend liedje vanuit het gebladerte. Eentje zingt vanaf de top van een kale boomstam. Op een andere zie ik een Putter parmantig rondkijken.

Zodra ik bovenaan de trap mijn hoofd boven de dijk uitsteekt vliegt een gemengde groep Kneuen en Putters op vanuit het bloeiende gras op het talud. Bij het begin van het fietspad onderlangs de waddendijk komen Kneuen af en toe een bad nemen bij een kuiltje waarin “wad” water is achtergebleven.

Iets verder naar achteren koestert een andere Kneu zich in de avondzon. Zijn silhouet is prachtig te zien op een basaltblok.

Kneu, Dwarsdijk, 18 mei 2023

Bij de Wierschuur zit buiten nog een groepje recreanten geanimeerd te tafelen.

Ik loop langs het informatiebord over het gebied nog een klein stukje het pad in de richting van de eendenkooien op. Er zit een Graspieper op.

Graspieper op het informatiebord

Op de terugweg zie ik opnieuw Putters. Ze hebben het hier kennelijk naar hun zin.

Maar ik heb zin in koffie. Dan komt het goed uit dat ik in Hoorn Marianne nu wel kan bereiken.