Mei 2022

Voor de aspirant vogelaar opent zich een wereld waarin nieuwe ontdekkingen elkaar in hoog tempo opvolgen. De waarneming van een vogel die je nooit eerder zag of hooguit van een plaatje kent is zonder twijfel een stimulerende factor om je verder te bekwamen in het herkennen van de verschillende soorten. De aanvankelijk snel groeiende diversiteit in je soortenlijst smaakt naar meer. Door samen met een kenner op pad te gaan of deel te nemen aan een excursie onder leiding van een ervaren gids groeit het inzicht over het vinden en herkennen van minder algemene vogels.

De eerste waarneming van een nieuwe soort roept telkens een euforisch gevoel op. Vraag een vogelaar waar en wanneer hij zijn eerste IJsvogel zag en hij zal in negen van de tien gevallen het antwoord weten. Bij mij was dat in mei 1989 in het Borkener Paradies, een natuurgebied net over de grens met Duitsland dat wordt ingesloten door een oude meander van de Eems. Ik was er samen met Anky gaan wandelen nadat kort daarvoor bij haar borstkanker was vastgesteld. Omringd door het gezang van Nachtegalen probeerden we daar de impact die die diagnose bij ons en onze jonge kinderen teweegbracht tot ons te laten doordringen. Aan het eind van de wandeling zag Anky plotseling het IJsvogeltje, een klein lichtpuntje temidden van een somber perspectief.

Nu ik me al twee jaar intensief vermaak met het fotograferen van vogels zie ik dat als een soort herstart, maar dan als aspirant vogelfotograaf. Alhoewel ik mij er wel degelijk bewust van ben dat het bij amateurisme zal blijven – hogere ambities zijn me zeker vreemd – roept een goed gelukte vogelfoto ook nu een gevoel van opwinding bij me op. Al leg ik de lat bij vogelsoorten die ik nog niet eerder op de gevoelige plaat kon vastleggen beduidend lager. Met de stille hoop in de toekomst een herkansing te krijgen, maar voor het moment is iets beter dan niets.

Omdat mei bij uitstek de maand is om zoveel mogelijk soorten in beeld te krijgen ga ik zodra het even kan het veld in. Geliefde zomergasten als de Koekoek, Nachtegaal en Wielewaal laten zich bij aanwezigheid duidelijk horen.

Het is moeilijk de Koekoek ongemerkt te benaderen. Meestal zie ik ze vliegen (sic!). De andere twee vertikken het tot dusver tijdens hun serenade vanuit de dekking van het gebladerte te voorschijn te komen. Dan helpt hun nabijheid ook niet.

Koekoek

Diverse pogingen om Koekoeken mooi in beeld te krijgen mislukken ook nu faliekant. In mijn omgeving arriveren ze trouwens laat dit jaar. Dat geldt eveneens voor zwaluwen en diverse rietvogels. Vermoedelijk heeft het te maken met slecht weer in Zuid-Europa, want de eerste helft van mei verloopt in ons land juist uitermate zonnig en droog.

Koekoek, Grote Rietplas, Emmen, 7 mei 2022

Borkener Paradies

Op maandagochtend 9 mei stuurt de navigatie mij in de auto naar het Borkener Paradies. Ik denk dat het deze eeuw voor de eerste keer is. De laatste 800 meter negeer ik het bord “alleen voor bestemmingsverkeer” aan het begin van de afslag naar de toegang van het natuurgebied. Rechtdoor rijden is vanwege een versperring voor autoverkeer ook geen optie, dus gehoorzaam ik de navigatie maar.

Ik begroet een uit het gebied terugkerende man met camera in het Duits, maar het blijkt een landgenoot te zijn. Hij heeft geen Nachtegaal kunnen fotograferen, ondanks het alom klinkende gezang van deze vogelsoort. Als ik na een rondwandeling anderhalf uur later op dezelfde plek terugkeer heb ik hetzelfde ervaren. Maar niettemin volop genoten van de omgeving.

In een ultieme poging toch nog een Nachtegaal in beeld te krijgen posteer ik me tussen het struweel vlakbij de geluidsbron. Ondanks mijn vasthoudendheid lukt het me niet de producent te lokaliseren. Ik houd me voor dat een Nachtegaal eigenlijk ook een tamelijk saai vogeltje om te zien is. De zang is zijn voornaamste claim to fame dus leg ik die maar vast.

Zingende Nachtegaal in het Borkener Paradies, 9 mei 2022

Op de achtergrond is het geluid van de waterval te horen. Voor ik weer naar het vaderland terugrijd blijf ik daar nog een tijdje bij staan kijken. Er vliegen een paar Grote Gele Kwikstaarten rond, uitgesproken liefhebbers van stromende beekjes. Ik probeer zo goed en kwaad als het kan er nog eentje te fotograferen.

Grote Gele Kwikstaart, Borkener Paradies, Duitsland, 9 mei 2022

Laatkomers

Vanaf begin mei ben ik gespitst op de aankomst van Spotvogels en Grauwe Klauwieren. Ze behoren tot de achterhoede van de terugkerende zomergasten. Dankzij determinatie op basis van het geluid merk ik de Spotvogel het eerst op. Ook weer zo’n vogel die bij voorkeur optreedt in de coulissen van het bladerdek. De scherpe tonen in zijn zang met veel imitaties verraden zijn identiteit. De Grauwe Klauwier heeft in vocaal opzicht weinig te bieden, maar is qua verschijning een plaatje. Zijn gewoonte de omgeving te bespieden vanaf punten met een vrij uitzicht compenseert voor de vogelaars die visuele waarneming prefereren het schaarsere voorkomen.

Deze observatie wordt bevestigd als ik op 18 mei de eerste Grauwe Klauwier in beeld krijg en op meerdere plekken Spotvogels hoor. Plaats van handeling is natuurlijk weer het Bargerveen.

Nadat ik naar zijn smaak te dichtbij gekomen ben vliegt de Grauwe Klauwier naar de begroeiing aan de andere kant van het pad. Korte tijd later verschijnt daar opnieuw een exemplaar in de top van een struik. Ik sluit niet uit dat het dezelfde is. Hij wordt omringd door dansende insecten maar blijft onverstoorbaar rondkijken.

Vier dagen later, nadat ik vanaf kwart over tien vijf uur lang in de buurt van Weiteveen het Bargerveen verken, besluit ik op de terugweg naar huis nog even een kijkje te nemen op de plek waar ik de hiervoor beschreven waarnemingen deed. Nauwelijks ben ik het zandpad opgelopen of er meldt zich een Spotvogel. Ik hoor hem niet alleen, maar zie hem landen op een tak waarvan de knoppen nog niet allemaal zijn uitgelopen.

Eindelijk een Spotvogel iets langer in beeld.

Gesterkt door dit succesje loop ik verder in de hoop op nog wat Grauwe Klauwieren. Maar op een enkeling na valt dat tegen. Aangekomen op een punt waarop ik het welletjes vind hoor ik plotseling herhaaldelijk een niet alledaags riedeltje hoog vanuit een van de bomen langs het pad komen. Ik moet het even laten binnenkomen, maar eigenlijk weet ik het wel zeker. Hier zingt een Roodmus! Ongeveer op dezelfde plek hoorde en zag ik bijna twee jaar geleden 👈 mijn eerste Roodmus.

Na enig speurwerk krijg ik het vogeltje korte tijd in het vizier en maak wat niet al te beste foto’s. Maar voldoende duidelijk om mijn vermoeden te bevestigen. Helaas laat de Roodmus zich voorlopig niet meer horen of zien.

Er staat ons de volgende dag vanuit het zuiden een weersomslag te wachten, maar voor het noordoosten van het land wordt tot ver in de middag nog zonnig weer voorspeld. Voor mij een teken om mij kort na zonsopgang weer op deze plek te melden.

Zo gezegd, zo gedaan.

Op dit vroege tijdstip ben ik niet de eerste ter plekke. Twee andere natuurliefhebbers met een camera zijn ook al vroeg uit de veren, al begrijp ik dat dat voor hen meer dagelijkse kost is. Mijn melding van de Roodmus op waarneming.nl is automatisch achter slot en grendel gezet, dus ik weet niet of de Roodmus voor beide heren aanleiding was op deze locatie te verschijnen. We wachten enige tijd met zijn drieën, maar als de vogel niet komt opdagen lopen zij toch maar verder.

Ik blijf alleen achter, het zal me toch niet gebeuren dat ik voor niks zo vroeg ben opgestaan… Ik loop nog een meter of 50 door en hoor dan plotseling vanuit een boomkruin:

een zingende Roodmus.

“Pleased to meet you”, het ezelsbruggetje om de zang van de Roodmus te onthouden.
En nu maar hopen dat hij zich vertoont. Complicerende factor is wel de dunne wolkenlaag die het licht tempert. Toch duurt het niet lang voordat de Roodmus een zangpost vindt op een plek die ons beiden bevalt. Rond 6:40 h maak ik onderstaande foto’s.

Ik verlies de vogel weer uit het oog, terwijl de zon nog steeds moeite heeft door te breken. Ondertussen luister ik naar Koekoeken, Grasmussen, een gezinnetje Staartmezen en Spotvogels die, elk met hun eigen geluid, nadrukkelijk van hun aanwezigheid getuigen.

Eén van de Spotvogels laat zich op een zonnig moment te midden van de bladeren nog op de foto zetten.

Het is nog lang geen tijd om weer naar huis te gaan. Nu de zon het definitief van de bewolking lijkt te winnen lijkt het mij een goed plan om via het hoekje aan de noordwestzijde van het Bargerveen waar vaak Grauwe Klauwieren zitten naar het waterbekken van de Runde te gaan. De beide natuurvorsers van het eerste uur blijken inmiddels ook op de plaats van mijn tussenstop te zijn. Er zit inderdaad verderop een Grauwe Klauwier, maar zij hebben nu meer oog voor een in het weiland tussen het hoge gras grazende Ree met kalfjes. Een leuke waarneming.

Ree met kalfjes, Bargerveen, 23 mei 2022

Terug bij het waterbekken van de Runde

Het is nog vroeg genoeg om dezelfde rondwandeling om het waterbekken te maken als een maand geleden. Bij het dammetje zwemt weer het paartje Krakeenden.

Krakeenden, Waterbekken Runde, 23 mei 2022

De Blauwborst heeft kennelijk met succes een gezin gesticht. Ik signaleer hem met een prooi in de snavel. Ondertussen vliegt hij onrustig alarmerend heen en weer.

Deze keer blijf ik niet te lang bij de vogel in de buurt zodat hij zijn jongen kan voeren.

Vanuit één van de overdekte uitkijkpunten langs de oever, qua vorm doen ze me denken aan een plaggenhut, heb ik een mooi uitzicht op het waterbekken.

Waterbekken Runde, Zwartemeer, 23 mei 2020

In het verdere verloop tref ik veel meer Blauwborsten op mijn pad. Zolang ik nog niet door tegenlicht word gehinderd maak ik wat foto’s. Minder opvallend, maar toch herkenbaar staat op één van de afbeeldingen een vrouwtje Blauwborst.

Aan het eind van mijn rondwandeling is de lucht helemaal opgeklaard. Ik heb het warm gekregen, breng mijn jas naar de auto, drink wat water en loop het Bargerveen weer in. Natuurlijk in de hoop de Roodmus in het volle daglicht te zien.

Kleurvogels

GEEL

Voor mij scharrelt een geel vogeltje op het zandpad op zoek naar insecten. Het doet mij denken aan een Geelgors, maar ik twijfel. De Geelgors die ik enkele dagen eerder bij het Diependal zo mooi kon fotograferen had een knalgele kop en bij deze vogel is daar geen sprake van.

Dan gaat mij een licht op. Ach, natuurlijk: dit is een vrouwtje.

Dat mannetje zag ik na een bezoek aan de observatiehut in het Diependal in het Fluitenkruid terwijl ik terugliep naar de auto.

Geelgors ♂︎, Oranje, Diependal, 20 mei 2022

GROEN

Als ik nog wat verder kijk zie ik een andere vogel gehaast het zandpad oversteken. Het is een Groene Specht. Hij houdt zich korte tijd op tussen het hoge gras in de berm. Als ik dichterbij kom verdwijnt hij uit beeld en vind ik hem niet meer terug.

Vorig jaar zag ik een Groene Specht op een andere plek in het Bargerveen even “op zijn spechts” tegen een boomstam geplakt, maar de foto was vanwege de afstand alleen interessant voor het archief. Ook deze keer zijn mijn verwachtingen niet hooggespannen. En zoals blijkt niet ten onrechte.

ROOD

Ik bereik weer het territorium van de Roodmus. Alsof hij gewacht heeft op publiek zit hij op een plek waar hij goed zichtbaar is voor mij en schraapt zijn keel.

Dan verheft hij zijn stem. Ik krijg ruim een kwartier een privé concert waarin hij zijn lievelingsliedje ten gehore brengt.

Fragment van het concert van een Roodmus, 23 mei 2022

Na afloop geef ik hem een open doekje en verdwijnt de vocalist na het maken van een buiging weer achter de coulissen.

BLAUW

Vanuit de observatiehut in het Diependal zie ik op korte afstand een Blauwborst. Als ik een vogel niet kan benaderen, dan moet hij maar naar mij komen. Het levert karakteristieke Blauwborstplaatjes op.

WIT

De foto’s in deze paragraaf illustreren hoe ik in een kort tijdsbestek niet alledaagse vogels zie die aan een kenmerkende kleur in het verenkleed hun naam ontlenen. Toevallig ook de kleuren die als horizontale banen gezamenlijk de vlag van Terschelling vormen.

Op 25 mei zwemt in gezelschap van Kuifeenden in de Holtveenslenk langs het Commisaris Cramerpad door het Dwingelderveld een Witoogeend. Deze vogel dankt zijn naam dus aan de kleur van zijn ogen. In de Vogelatlas van Nederland lees ik dat het hier een zeldzame verschijning is. Nu heb ik vorig jaar iets verderop in het Holtveen eveneens een Witoogeend gezien. Het is dus niet uit te sluiten dat het om de zelfde vogel gaat. De vogelatlas schrijft:

Witoogeenden, veelal solitaire vogels, verblijven soms jarenlang in hetzelfde gebied en proberen het wel eens aan te leggen met Tafeleenden of Kuifeenden. In 2013-2015 leverde dit geen gemengde broedgevallen op. Een enkele keer vertoefde een zuiver paartje Witoogeenden in geschikte broedhabitat. Zekere broedgevallen zijn echter niet geconstateerd. Dit past binnen het altijd al marginale voorkomen in ons land.

Witoogeend ♂︎ met een (wit) oogje op Kuifeend ♀︎, Holtveenslenk, 25 mei 2020

De Oostpolder en de Onnerpolder

Vanaf 2012 heeft zich een kolonie Witwangsterns gevestigd in overstromingsmoeras bij het Zuidlaardermeergebied. Dat was indertijd een grote verrassing, omdat Witwangsterns in Zuid- en Oost-Europa broeden en voornamelijk in tropisch West-Afrika overwinteren.

Van oudsher zijn de Oostpolder en de Onnerpolder echte weidevogelgebieden. Landelijk nemen weidevogels drastisch af en Het Groninger Landschap neemt dan ook een aantal maatregelen om dat in de Oost- en Onnerpolder te voorkomen. Zo wordt er met lage dichtheid aan vee geweid en zijn maaidata afgestemd op het broedseizoen. Behalve deze traditionele veenweides, zijn vanaf het Zuidlaardermeer tot aan het Winschoterdiep zogenaamde zomerpolders aangelegd. Deze staan ’s winters tot de vroege zomer onder water en deze ondergelopen graslanden zijn een paradijs voor veel bijzondere vogelsoorten, zoals geoorde fuut, kleinst waterhoen, witwangstern, kemphaan, watersnip en talloze eendensoorten.

Voldoende reden voor mij dit gebied eens te bezoeken. Dus wijzig ik op 21 mei mijn oorspronkelijke plan die dag naar Nieuwe Statenzijl te rijden.

Het is er winderig en wisselend bewolkt. Aanvankelijk denk ik wel zonder jas op pad te kunnen gaan, maar zodra ik het dijkje oploop verander ik van mening. Ik heb ook geen idee hoe ver ik daar kan lopen. Naderhand blijkt het pad over de dijk een kilometer of vier lang te zijn.

Ik maak eerst een paar foto’s van mijn uitzicht. In de verte onderscheid ik de contouren van Groningen.

In het water zwemmen diverse watervogels, erboven vliegen voornamelijk Kokmeeuwen. In de rietkraag hoor ik Kleine Karekieten, Rietzangers en Rietgorzen. Op de dijk kom ik een groepje tegen dat hier zo te zien een rondleiding krijgt. Verderop ontmoet ik nog één tegenligger, een jongedame met een fototoestel. Zij vertelt me dat ze hier met vakantie is en de vorige dag Witwangsterns rondom zag vliegen, maar dat deze het nu laten afweten. Wat niet is kan nog komen, denk ik dan maar. Uiteindelijk zie ik dan toch een paar Witwangsterns, maar toch minder goed dan ik hoopte. Een paar Boerenzwaluwen op een betonrand laten zich wel goed fotograferen.

Als ik weer bijna terug ben vertoont zich hoog in het riet een gepassioneerd zingende Rietzanger. Het kost hem zo te zien weinig moeite zijn evenwicht in de door de wind heen en weer zwiepende stengel te bewaren.

Rietzanger, Onnerpolder, 21 mei 2022

Even verderop slaag ik er ook nog in een Rietzanger in een struik te lokaliseren.

Rietzanger, Onnerpolder, 21 mei 2022

Een kleine week later geef ik mijzelf een herkansing. Ik neem nu de fiets mee, omdat ik bij het fietspad een verwijzing naar een uitkijktoren aan de rand van het Zuidlaardermeer heb gezien. Deze keer krijg ik alle gelegenheid om te zien hoe zowel Zwarte Sterns als Witwangsterns boven het water duikvluchten maken. Er kwaken volop kikkers die hun leven niet zeker zijn.

Zwarte Stern, Onnerpolder, 27 mei 2022

Vanaf de Osdijk zie ik Zwarte Sterns en Witwangsterns speuren naar eetbare hapjes in het water.

Witwangstern, Onnerpolder, 27 mei 2022

Op de fiets rijd ik door de Oostpolder naar de uitkijktoren. Links van mij foerageert een Lepelaar in ondiep water. Vanaf de uitkijktoren heb ik een riant uitzicht op het Zuidlaardermeer en de Oostpolder.

Nadat ik weer afgedaald ben, rijd ik via Noordlaren langs de Lageweg terug naar de Osdijk. Daar stap ik tweemaal af om van dichtbij naar een paar Blauwe Reigers te kijken.

Aan het eind van de Osdijk rijd ik door naar het bungalowpark aan het Zuidlaardermeer voor een broodje paling met warme chocolademelk. Nadat ik de fiets weer op de drager heb gezet loop ik nog een stukje over de dijk langs de Onnerpolder. Vlakbij zwemt een voortdurend duikende Geoorde Fuut, de oorpluim fraai glinsterend in het zonlicht.

Geoorde Fuut, Onnerpolder, 27 mei 2022

Een Meerkoet leert haar kuikens hoe je onder water voedsel kunt zoeken.

Niet alleen op het water, ook in de lucht is nog de nodige activiteit. Kokmeeuwen en de beide soorten sterns vliegen onverminderd rond. Ik ontdek een Visdief.

Kijkhut Diependal

Eén van de fraaiste observatiehutten bevindt zich in het Diependal, nabij Oranje (Dr). Om de kijkhut te bereiken loop ik eerst door een lange ondergrondse gang tot een wenteltrap die toegang geeft tot de hooggelegen observatieruimte.

Daar aangekomen ontvouwt zich een prachtig uitzicht op het vogelrijke Diependal.

Trouwe lezers van mijn blog zullen de meeste vogels hierboven wel herkennen.

Dodaars, Diependal, Oranje, 20 mei 2022

Boerenzwaluw

Ook Boerenzwaluwen zijn laat dit jaar, maar eenmaal gearriveerd laten ze me soms dichtbij komen. In de kijkhut nestelen enkele paartjes. Van de bezoekers trekken ze zich weinig aan. Regelmatig scheert een vogel rakelings langs mijn hoofd door een kijkopening naar binnen.

Een soortgelijke ervaring heb ik bij de kijkhut aan de rand van de Davidsplassen in het Dwingelderveld. De vrouwelijke helft van een jong stel maakt er foto’s van twee Boerenzwaluwen met de camera van haar telefoon. Meestal valt het resultaat mij tegen als ik met de telelens op mijn toestel een poging waag, maar deze keer probeer ik het door de belichtingsinstelling aan te passen. Ik heb me eerder niet de tijd gegund daarmee te experimenteren. Nu stemt het resultaat me tevreden.

Zoals ik al eerder beschreef leverde mijn tocht in de Onnerpolder ook een paar portretten van Boerenzwaluwen op.

Boomleeuwerik

Tegen het eind van mijn fietstocht in het Dwingelderveld scharrelen twee onopvallende vogeltjes op zoek naar voedsel op enige afstand. Ik knijp in de remmen en gelukkig vliegen ze niet direct weg. Mijn vermoeden dat het Boomleeuweriken zijn wordt zekerheid als ik inzoom op de enkele foto die ik kan maken. Het zijn vogels die ik bijna nooit zie. Een paar jaar geleden hoorde ik er een zingen bij een wandeling over het Mantingerzand, maar die kreeg ik niet in beeld. In de biotopen die ik frequenteer huizen kennelijk weinig Boomleeuweriken.

Boomleeuwerik, Dwingelderveld, 25 mei 2022

Ik blijf op een iets gunstiger plek nog een tijdje wachten of ze terugkeren, maar als er één verschijnt bederven naderende fietsers de pret.

En dan nog dit

Ik heb geprobeerd de hoogtepunten van een maand vogelen samen te vatten in een consistent niet-chronologisch verhaal. Mijn verkenning van het Schoonebeeker Veld bij Weiteveen dat ook flink op de schop wordt genomen werd overschaduwd door de ontdekking van de Roodmus later op de dag. Toch was die lange wandeling, deels langs nieuwe paden, zeer de moeite waard.

Aan het begin daarvan had ik nog een zeer onderhoudende conversatie met een SOVON-medewerker. Hij doet al jaren onderzoek aan Grauwe Klauwieren en heeft in die hoedanigheid permissie de niet voor publiek toegankelijke delen te inventariseren. Ook op Terschelling heeft hij in het verleden wel inventarisaties uitgevoerd. We kregen het over de Grijze Wouw in het Bargerveen die in 2000 veel publieke belangstelling trok. Lees daarover in mijn blogbijdrage Vogelaar👈. Hij was indertijd de ontdekker geweest. Het was de bedoeling deze waarneming geheim te houden, maar ergens ging dat mis.

Tot slot nog een paar foto’s van deze zondagse safari.

4 gedachten over “Mei 2022

  1. Mijn mond valt open, wat zie jij veel soorten vogels op je pad. Ik weet niet waar ik moet beginnen maar de grauwe klauwier zo te zien is super. Ik heb hem twee jaar geleden voor het eerst gezien in het Dwingelderveld. De roodmus is ook gaaf, wat een kleuren. Verder mooie waarnemingen en foto’s ik heb genoten van al het moois.

    groet Wille

    1. Dank je Wille. De afgelopen maand heb ik veel tijd in het veld doorgebracht. Het is altijd weer afwachten wat er op mijn pad komt, maar van sommige soorten weet ik waar ik de grootste kans heb ze te treffen. Het is ook spannend om nieuwe gebieden te verkennen. De Onner- en Oostpolder waren zulke gebieden. En dan is het ook nog afwachten welke vogels zich goed laten fotograferen. De eerste keer eigenlijk alleen de Rietzanger, de tweede keer juist de Sterns.

  2. Je hebt er wel weer werk van gemaakt deze maand, Cor. Ik ben net als Willie onder de indruk van de verscheidenheid aan vogels die je in beeld hebt weten te vangen. Van die Roodmus had ik nog nooit gehoord, wat een prachtige vogel is dat. Je hebt ook knappe foto’s gemaakt van de Zwarte stern in de vlucht. Daar heb ik dit jaar al diverse keren vruchteloos naar uitgekeken bij de Leijen, waar ze afgelopen jaren wel te zien waren. Maar daar staat dan weer tegenover dat de kolonie Lepelaars dit jaar flink lijkt te zijn gegroeid. Nu nog afwachten tot ze wat dichterbij komen foerageren. En verder maak ik nog regelmatig een ritje naar de IJsvogels, overmorgen laat ik wat foto’s van de paring zien, die ik heb kunnen vastleggen.

    1. Als je verschillende biotopen bezoekt is een groot aantal soorten gegarandeerd. Naar de Witwangstern was ik bewust op zoek, omdat ik gehoord had dat ze jaarlijks in de Onnerpolder broeden. Witoogeend, Boomleeuwerik en Roodmus waren echt verrassingen. Bijzonder dat jij er in slaagt zoveel foto’s van het IJsvogelpaartje in allerlei verschillende situaties te maken. Je begrijpt dat ik er nog niet aan toegekomen ben een poging te wagen “jouw” IJsvogels te zien. Ik had een stille hoop misschien in het Borkener Paradies IJsvogels te zien. Zo werkt het wel bij mij: heb ik een mooie waarneming ergens gedaan, dan ben ik bij elk volgend bezoek alert vanwege de kans op herhaling. Meestal valt dat tegen. IJsvogels hebben jaarlijks meerdere broedsels. Zo beschouwd kun jij nog wel even vooruit, Jan.

Geef een reactie