Ontdek de plekjes

Voor het zien van niet algemeen verspreide vogelsoorten moet ik op zoek naar de gebieden waar ze in hun element zijn. Dat kan heel gericht, bijvoorbeeld op basis van meldingen op waarneming.nl👈. Anderzijds beland ik soms op locaties waar ik min of meer toevallig door leuke soorten verrast word. Als het dan ook nog lukt ze dicht te benaderen is dat natuurlijk mooi meegenomen.

Een geschikte plek alleen is niet voldoende, ook de timing is belangrijk. Hoogwatervluchtplaatsen (HVP’s) geven de vogelaar bijvoorbeeld alle gelegenheid diverse steltlopers op korte afstand te zien. Maar pas vanaf enkele uren voordat het water de hoogste stand bereikt.

Het fietspad langs de dijk vanaf de haven van West-Terschelling tot de Wierschuur bij Oosterend leidt ons langs de baai van Dellewal en de kwelders bij Striep, twee van de belangrijkste HVP’s. Veel van mijn fietstochten gaan deels langs deze route. Voor de genoemde HVP’s is de combinatie van de stand van de zon en de waterstand een essentiële factor voor goed zicht op de vogels. Het mooist krijg ik de baai van Dellewal voor het middaguur in beeld met de blik westwaarts gericht. Dan speelt hinderlijk tegenlicht de toeschouwer nog geen parten. Bij de kwelders van Striep is het net andersom: ’s ochtends tegenlicht en ’s avonds de zon in de rug. Ter hoogte van deze HVP’s loopt de waddendijk en dus ook het fietspad over enkele honderden meters noord-zuid.

Regenwulp

Op 26 juli rijd ik in de namiddag over het fietspad dat de dijk volgt in oostelijke richting. Het opkomend water drijft op het Wad foeragerende vogels dichter naar de kust. Bij de Nieuwe Sluis die via een onderdoorgang bij de Stortumerdijk de sloten in de polder bij Kaard verbindt met de Waddenzee blijf ik een poosje naar de stijgende waterspiegel kijken. In de verte foerageren Lepelaars in ondiep water. Dichterbij het vertrouwde beeld van Steenlopers bij de basaltblokken met in hun nabijheid Wulpen, Scholeksters en (Rosse) Grutto’s die voedsel zoeken op de wadbodem.

Ik zie in tegenlicht een Regenwulp. Zijn relatief korte gebogen snavel (2x de breedte van de kop in zijaanzicht) onderscheidt hem van de gewone Wulp waarbij de verhouding 1:3 is.

Regenwulp, wad bij Kinnum, 26 juli 2022

Precies een week eerder, op de warmste dag van het jaar, krijg ik een Regenwulp in het vizier bij de Ans, een voormalige kwelder bij de waddendijk ter hoogte van Formerum. Van passerende fietsers trekt de vogel, deels verscholen tussen de basaltblokken aan de voet van de dijk, zich weinig aan. Maar als ik de fiets neerzet en behoedzaam dichterbij probeer te komen vliegt hij steeds een stukje verder. Toch lukt het me uiteindelijk een serie foto’s te maken waarop de typische kenmerken van een Regenwulp zichtbaar zijn.

Regenwulp, Terschelling, de Ans, 19 juli 2022

Naast de kortere snavel, het kleiner formaat is het koppatroon bij de Regenwulp contrastrijker dan bij de Wulp: de lichte wenkbrauwstreep wordt geflankeerd door de donkere oogstreep en één van de donkere kruinstrepen, die op hun beurt weer de lichte kruinstreep bovenop de kop begrenzen.

Overvliegende Regenwulpen merkte ik voorheen vaak rond het begin van augustus op door hun roep die klinkt als zeven staccato fluittonen. Een fluitend bie-bie-bie-bie-bie-bie-bie, zoals het in Petersons vogelgids van alle Europese vogels wordt omschreven.

Lepelaars

Terug naar de Nieuwe Sluis, waar het wassende water ervoor zorgt dat de Lepelaars nu in kleine groepjes het luchtruim kiezen en over de dijk hun heil in noordelijke richting zoeken. Ik zie soms wel honderd Lepelaars overtijen bij het Stenneplak, goed te zien vanaf de Midslander Longway.

Lepelaars, op weg naar hun HVP’s, wad bij Kinnum, 26 juli 2022

Lepelaars, Stenneplak, 18 juli 2022

Op weg naar de kwelders bij Striep zie ik nog veel meer foeragerende Lepelaars. Niet overal bereikt het water gelijktijdig het hoogste punt. Hoe verder oostwaarts hoe later. De getijstroom wordt bij vloed aan deze kant van het wantij immers hoofdzakelijk gevoed vanuit het Vliegat.

Aangekomen bij de Strieper kwelder valt een solitaire Grote Canadese Gans, evenals een in zijn eentje foeragerende Rosse Grutto, op.

Kwelder bij Striep

Het is laat in de middag zodat vanaf het fietspad de kwelder mooi in beeld is.

Lepelaars, Rosse Grutto’s, Scholeksters en enkele Wulpen hebben groepsgewijs hun plekje om de poten droog te houden reeds ingenomen. Er tussenin zie ik verspreid wat Storm- en Kokmeeuwen. Het is altijd weer een uitdaging om bijzonderheden te ontdekken tussen al die vogels. Zonder telescoop is daar geen beginnen aan.

Ik ga wat verderop op de dijk bij een vrouw zitten die dat desondanks toch probeert met een verrekijker. Zij ziet een vogel die zij niet op naam kan brengen. Op haar aanwijzingen krijg ik het steltlopertje ook in beeld en herken een Zilverplevier. Een half uur lang ben ik erop gespitst om de vogel wat gedetailleerder te fotograferen, maar beter dan op de onderstaande afbeelding wordt het niet.

Eenzame Zilverplevier tussen andere steltlopers, kwelder Striep, 26 juli 2022

De vrouw is duidelijk een beginnend vogelaar en checkt mijn bevindingen met behulp van Peter Haymans zakvogelgids, een inderdaad zeer handzame determinatiegids die ik standaard in de auto heb liggen. Al ligt de tijd dat ik met een vogelgids op zak het veld inging ver achter mij. Mijn fototoestel met telelens legt samen met de verrekijker al genoeg gewicht in de schaal.

De aspirant-vogelaar vertelt me enthousiast over een bezoek met haar partner aan de Marker Wadden waar ze zelfs overnacht heeft en zeker na het vertrek van de dagjesmensen veel vogels van dichtbij kon observeren. Laat ik nu met Jan een bezoek aan dat gebied over een kleine vier weken gepland hebben. Daarover later.

Inmiddels installeert een man met een telescoop zich wat verderop op het dijktalud. Nadat de vrouw vertrokken is wekt hij mijn nieuwsgierigheid en begin ik een praatje. Vogelen, het moge duidelijk zijn, is voor mij meer dan louter door een kijker of het oog van de camera turen.

Jacob de Vries, zo stelt hij zich de volgende avond voor als ik hem opnieuw zo’n twee uur voor hoogwater op dezelfde plek tref, leest met zijn telescoop de ringen van wadvogels af. Deze waarnemingen voert hij ter plekke in een database in. Zo kan hij soms de herkomst achterhalen, maar ook vogels die hij zelf geringd heeft volgen. Als ik hem een foto van een geringde Visdief die ik vorig jaar maakte laat zien herkent hij deze onmiddellijk als een door hem geringde vogel. Nadat ik Jacob nog wat details over de datum en de locatie vertel noteert hij ook die informatie.

Voor ons foerageert een Kluut met één van haar nakomelingen. De oudervogel is eveneens door Jacob geringd.

Jacob kan mij precies vertellen waar de verschillende vogelsoorten zich op de vlucht voor de vloed verzamelen. Ze hebben allemaal een eigen voorkeursplekje, Goudplevieren bij een palenrij recht voor ons, Rosse Grutto’s en Kanoeten meer naar achteren, Wulpen en Regenwulpen meer naar rechts. Verder naar achteren zijn door de telescoop ook Groenpootruiters te zien.

Niet alleen de Zilverplevier, ook Goudplevieren staan op mijn verlanglijstje. Inderdaad verschijnen na enige tijd bij de palenrij Goudplevieren, precies zoals Jacob voorspelde. Ik loop naar de afrastering onderaan de dijk die moet voorkomen dat de schapen die het gras op de dijk kort houden de kwelder betreden. Ik stap erover en word ineens onaangenaam getroffen als ik een schok krijg bij het contact met één van de draden. Oeps…dit arme schaap heeft zich niet gerealiseerd dat het schrikdraad is. Bij de terugkeer moet ik dus beter opletten.

Die geringde Kluut is één van de vogels die aan de andere kant van de dijk bij een drassig gebiedje in de polder van Striep succesvol gebroed heeft. Dit jaar hebben daar behalve Kluten en Visdieven ook Noordse Sterns gebroed. Dat plas-dras gebied oefent sowieso rond hoogwater op steltlopers een grote aantrekkingskracht uit.

Enkele weken terug in de tijd zie ik hier nog veel activiteit van vogels die met voedsel voor hun nog niet vliegvlugge nageslacht heen en weer vliegen tussen het Wad en de polder. Maar op de kwelder zijn ook jonge Visdieven, Noordse Sterns en Kluten die de broedkolonie al verlaten hebben.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik het lastig vind Noordse Sterns van Visdieven te onderscheiden. De zekerheid waarmee herkennings-apps als ObsIdentify mij corrigeren als ik denk een Noordse Stern op de foto heb gezet verbaast mij keer op keer. Alhoewel ook daar de twijfel soms toeslaat. Ter illustratie de opnames hieronder van dezelfde juveniele vogel. In één geval met 99% zekerheid als Noordse Stern herkend, in het andere geval voor 81% Visdief en 19% Noordse Stern…

Visdief of Noordse Stern?, kwelder/polder Striep, 12 juli 2022 om 15:07

Wie het weet mag het zeggen…

Noordse Stern, Polder Striep, 12 juli 2022

Kluten

Zowel op de bodem

Kluten, polder Striep, 12 juli 2022

als in de lucht zijn Kluten volop actief.

Kluut, kwelder Striep, 22 juli 2022

Ik heb veel Kluten gezien dit jaar. Op een fietstocht van Termunterzijl langs de kust naar Nieuwe Statenzijl voert het traject deels langs kwelders in de Dollard. Het wemelt er van de Kluten.

Ezumakeeg, aan de Friese kant van het Lauwersmeer, blijkt eind augustus ook een verzamelplaats voor Kluten. Een overvliegende Slechtvalk👈 doet ze massaal het luchtruim kiezen. Nadat de roofvogel uit het zicht is verdwenen keert de rust weer.

Kluten, Ezumakeeg, 24 augustus 2022

Plasdras in de polder

Plasdrasgebied Polder Striep, 19 juli 2022

Verwarring met andere vogelsoorten is bij Kluten uitgesloten. maar er blijft voor mij genoeg te puzzelen over. Zoals bij de foto met daarop drie Steltlopers die ik op 19 juli (die tropische dag) bij het plasdrasgebied in de Strieper Polder maak.

Drie Steltlopers, Polder Striep, 19 juli 2022

Eigenlijk ben ik hier gefocust op het fotograferen van een aantal Kanoeten. De vogel links is er één van. Bij nadere beschouwing valt mij de kromme snavel, het kleinere formaat en de lichte wenkbrauwstreep van de middelste op. Zou het een Krombekstrandloper zijn? Het meest verwart mij de steltloper rechts. Met name de combinatie van het enigszins grauwe voorkomen en de gele poten roept de vraag op of het een Geelpootruiter is. Bij nader inzien is dat zeer onwaarschijnlijk. Het zijn vogels die hun leefgebied aan de andere kant van de oceaan hebben en in ons land de status dwaalgast hebben. Eigenlijk heeft de vogel het meest weg van Tureluur.

Ik besluit een mailtje met de foto te sturen naar Arie Ouwerkerk die regelmatig schitterende vogelfoto’s publiceert op het fotoplatform Pbase👈. Terschelling is zijn thuisbasis. Jaren geleden heb ik deelgenomen aan een excursie onder zijn leiding.

Dag Arie 

Gisteren heb ik maar verkoeling langs de Waddendijk gezocht. Vooral in de hoop met mijn beperkte fotoapparatuur wat plaatjes te schieten van steltlopers. Ik stuur je deze foto omdat twee van de drie vogels voor mij lastig op naam te brengen zijn. Is de middelste een Krombekstrandloper en de rechter toch een Tureluur? Zijn poten zijn zo geel. Hopelijk kun je mij de oplossing geven.
Hartelijke groet,
Cor Smit (huisje Topaas, Midsland aan Zee)

Binnen een uur krijg ik een reactie

Klopt helemaal Cor! Jonge Tureluurs hebben veel lichtere kleur poten dan de volwassen vogels. Leuke foto zo met 3 soorten!

Grtz.  Arie

Dus toch. Elke keer leer ik weer wat bij.

Kanoeten, Polder Striep, 19 juli 2022

Boven de spiegelgladde waterspiegel van de Waddenzee hangen op deze dag her en der mistflarden, ondanks de hoge temperatuur. Ook het geluid draagt ver. Af en toe hoor ik motorgeronk veroorzaakt door een vissersboot die deels door de damp boven het water aan het zicht onttrokken wordt.

Het Wad bij de Strieper Kwelder, 19 juli 2022

Kwelderrestanten

Ik volg het fietspad tot ’t Sehaal, het restant van een kwelder waarop schapen zich af en toe ook wagen. Ze zijn niet vies van de zoetige kweldergrasvegetaties.

Nog wat verder oostwaarts ligt de Keag, een verdwenen kwelder waar bij laagwater in de verte nog wat restanten van een dam te zien zijn. Erop en eromheen rusten diverse watervogels.

Lepelaars, een Aalscholver en Eiders, de Keag, 19 juli 2022

Vlak voor mij zitten ook een paar mannetjes Eider, maar zoals bij de meeste eendensoorten is in de zomer de glans er even af. Van het prachtige sprankelende wit in het broedkleed dat ze in april toonden rest niet veel meer dan hier en daar een plukje wit.

Mannetje Eider in eclipskleed, de Keag 19 juli 2022

Nog wel fraai is de zomertooi van een eenzame Bonte Strandloper die zich hier bij en tussen de basaltblokken ophoudt.

Bonte Strandloper, de Keag, 19 juli 2022

Net als Kanoeten en Rosse Grutto’s zoeken Bonte Strandlopers elkaars gezelschap op en vormen boven het wad grote groepen op zoek naar voedselrijke plekken. Het gezamenlijk optrekken biedt de vogels individueel eveneens bescherming tegen roofvogels als Slechtvalken en Smellekens. Zo dichtbij een Bonte Strandloper zien voelt als een buitenkansje.

Een aantal dagen daarna overkomt me iets vergelijkbaars met een Kanoet op de kwelder bij Striep.

Een zeilboot in de verte op het roerloze water geeft een prachtig beeld van de rust die de omgeving vandaag uitstraalt.

Waddenzee bij de Ans, 19 juli 2022

Naar Lies

De temperatuur heeft ook bij de waterkant inmiddels tropische waarden bereikt. Ik heb voldoende water meegenomen, maar grote behoefte aan een ijsje. Door de polder fiets ik over de Oosterboutenweg naar Lies. Langs de hoofdweg zie ik een bordje “Boerenijs”. Dat brengt me bij de kaasboerderij “De Pieter Peit’s Hoeve”. Ik ken de plek als een locatie waar met regelmaat Oerolvoorstellingen worden gefaciliteerd. Een maand geleden zag ik er met Suze nog een voorstelling van de muziektheatergroep BOT👈.

Deze keer stap ik de boerderijwinkel binnen. De temperatuur is er aanzienlijk aangenamer dan buiten. Terwijl ik mijn ijsje verorber raak ik in gesprek met de boerin waarbij ze uit de doeken doet hoe zij op Terschelling verzeild is geraakt. Naarmate de conversatie vordert kom ik erachter dat zij Rinske, de vrouw van Cees Cupido die ik vanuit mijn jeugd ken, is. De vader van Cees was zeeman en werd indertijd Cees van Jette genoemd. Het was niet ongebruikelijk om dorpsgenoten in gesprekken te omschrijven via familierelaties of woonplek. Net als Smit is Cupido een veel voorkomende naam op Terschelling. Zo werd ik aangeduid als Cor Schoonoord (om me te onderscheiden van anderen met de naam Cor Smit) en werd deze Cees Cupido sr. geïdentificeerd via de relatie met Jette, zijn vrouw.

Alhoewel niet afkomstig uit een boerengezin is Cees jr. al op jonge leeftijd vastbesloten boer te worden en die droom maakt hij dan ook spoedig waar. Tot op de dag van vandaag, terwijl ook op Terschelling het aantal agrariërs drastisch is gedecimeerd, beleeft hij nog veel plezier aan de veehouderij.

Als ik Rinske vraag haar man de groeten van mij te doen ziet ze hem buiten net passeren en stuurt me achter hem aan naar de schuur zodat ik hem zelf nog even kan spreken.

Net als zijn vader, is ook deze Cees een rasverteller. We hebben het over Oerol (zelf heeft hij in het verleden in sommige voorstellingen ook een rol gespeeld), over de tijd dat mijn vader voor zijn ouders aan de oostkant van Hoorn een huis bouwde (hij heeft nog een foto die tijdens de bouw van mijn vader en zijn timmermannen en metselaars genomen werd) en over het natuurinclusief boeren dat van oudsher op Terschelling de standaard was. Onlangs was Yvon Jaspers nog bij hem op bezoek geweest om daarover aan de keukentafel zijn verhalen te horen.

Terwijl hij een jonge Merel die tevergeefs probeert door een venster naar buiten te vliegen de uitgang helpt te vinden vertelt hij over de Boerenzwaluwen die jaarlijks met succes in de schuren op zijn erf broeden. Helaas vallen veel pas uitgevlogen jongen ten prooi aan een ongepaarde Kerkuil die al enkele jaren de omgeving onveilig maakt. Terecht trots is Cees op de Veldleeuweriken die in de polder op zijn percelen broeden. Een paar dagen later lukt het mij daar een uitbundig zingende Veldleeuwerik in de vlucht te fotograferen.

Maar ook hier is veel verloren gegaan. Beiden herinneren we ons nog de territoriumgevechten tussen Kemphanen in de polder in de 60er jaren van de vorige eeuw. Broeden doen ze al lang niet meer. Wel zag ik eerder deze maand voor het eerst sinds jaren weer Kemphanen. Op Terschelling nog wel, zij het niet in de polder. Maar daarover later.

Ik vertel Cees dat me in de polder ook een fier wapperende protestvlag is opgevallen. Die heeft Cees samen met een naburige boer opgericht.

Blauw-Wit-Rood, polder Terschelling, 12 juli 2022

Nadat we nog wat persoonlijk leed hebben gememoreerd neem ik afscheid van Cees, zeker een man met een positieve instelling. Ik moet hem toch nog eens naar die foto met mijn vader vragen.

Het is hoog tijd weer terug naar Topaas te rijden. Vlakbij de schuur van Staatsbosbeheer blijf ik nog even verwonderd kijken naar een boom met een gemengde groep zwaluwen. Zowel Boerenzwaluwen als Huiszwaluwen en Oeverzwaluwen vliegen er af en aan.

Dan is het hoog tijd terug te rijden naar Midsland aan Zee. Ik kies de route door de snikhete Formerumer duinen, stop alleen nog een paar keer om de laatste slokken water in te nemen. In Topaas zorgt een koude douche voor de nodige afkoeling.

Kemphanen

Zoals in de vorige paragraaf aangestipt was mijn eerste (en enige) kennismaking met Kemphanen op Terschelling in de polder waar zich op één van de onverharde paden tussen de weilanden een arena met baltsende Kemphanen bevond. In mijn geheugen zitten nog flarden van herinneringen hoe we vanuit de auto van dichtbij het schouwspel konden bewonderen. Veel zinnigs kan ik er verder niet over vertellen. Hoe ik uiteindelijk de vogelaar werd die heel anders naar vogels kijkt dan toen heb ik hier👈 beschreven.

Kemphanen kwamen daarna weer in beeld toen ik na mijn afstuderen vijf jaar lang vanaf Winsum (Gr.) dagelijks door het weidelandschap naar en van mijn werk op het mathematisch instituut op het Zernikecomplex fietste. Ik had een minikijker gekregen waardoor ik in het najaar grote groepen Goudplevieren en Kieviten kon volgen met in hun kielzog altijd wel wat Kemphanen. Die waren herkenbaar aan de ovale witte plekken aan weerszijden van hun staart.

Nadat ik me in Emmen vestigde waren de Kemphanen en de Goudplevieren ook weer uit beeld.

Op 12 juli fiets ik door de duinen over het fietspad vanaf de badweg van Hoorn naar de badweg van Oosterend. Dit voorjaar stonden de duinweiden er blank en ondernam ik nog een vergeefse poging de ondergelopen Plak van paal 16 te bereiken. Nu is het er een stuk droger en fiets ik over de ruiterroute tot de afrastering van de duinvallei. Ook daar heeft het water zich een flink eind teruggetrokken. In het natte deel rusten een groot aantal meeuwen, ganzen en enkele Lepelaars. Opvallend is een roerloze vogel die met de vleugels gespreid in het water ligt. Op de foto hieronder die ik vijf dagen later maak tijdens een zondagse wandeling door de duinen vanaf de parkeerplaats aan het eind van de badweg van Oosterend naar de strandovergang bij Kaap Hoorn ligt het dier er nog steeds. Ook een slachtoffer van de vogelgriep? Dat belooft dan weinig goeds voor de andere vogels die hier hun kostje bijeen scharrelen. Als ik later over het strand terugloop stuit ik andermaal op een kadaver. Nu van een Jan van Gent, waarvan bekend is dat het ook een soort is die flink heeft te lijden onder de vogelgriep.

Terschelling, Plak van paal 16, 17 juli 2022

Mijn aandacht wordt bij het eerste bezoek verder getrokken door een drietal steltlopers die ik in eerste instantie niet goed kan thuisbrengen. Hun verenkleed maakt op mij een enigszins rommelige indruk. In elk geval behoren ze voor mij niet tot “the usual suspects”….Maar ja, het broedseizoen is zo’n beetje voorbij en dan gaan veel vogels er ook anders uitzien. Toch gaat er een lichtje branden dat bij de lezer natuurlijk allang is ontstoken: het zijn vermoedelijk Kemphanen.

Vanwege de eveneens rommelige achtergrond is het lastig ze goed op de foto te krijgen, ook vanwege de afstand. Maar de herkenningsapp vertoont geen spoor van twijfel: 100% Kemphaan.

Vijf dagen later ontdek op dezelfde plek opnieuw een Kemphaan, maar dan richt mijn aandacht zich in eerste instantie op drie miniatuur strandlopers. Het zijn Kleine Strandlopers en nog lastiger om goed op de foto te krijgen. Hopelijk krijg ik mettertijd deze vogeltjes ook eens beter in beeld. Nu heb ik ter bevestiging de minst slechte foto’s gebruikt voor een melding op waarneming.nl👈.

Dat deze locatie ook nog wel eens een betere foto kan opleveren toont de opname van een Kleine Plevier die hier ook een prima plek vindt om zijn maag te vullen.

Kleine Plevier, Terschelling, Plak van 16, 20 juli 2022

Op 20 augustus ben ik op de Marker Wadden. Ook dat gebied is door Kemphanen ontdekt. Ik herken een in het water foeragerende steltloper die andere bezoekers vooralsnog vraagtekens bezorgen als een Kemphaan. Aan de hand van afbeeldingen in hun veldgids geven ze me gelijk..

Ook bij Ezumakeeg zitten tussen de steltlopers Kemphanen. Ik fotografeer daar een Bosruiter geflankeerd door twee Kemphanen.

Bosruiter en Kemphanen, Ezumakeeg, 24 augustus 2022

Topaas en omgeving

Bosruiters vormen een grote gelijkenis met Witgatjes. Vanaf half juli komen bij Topaas regelmatig een Oeverloper en een Witgat buurten. Jonge Bosruiters hebben een lichte wenkbrauwstreep die doorloopt tot achter het oog. Bij Witgatjes is de overgang van de donkere borst naar de witte buik veel scherper begrensd dan bij Bosruiters.

Hoewel de meeste steltlopers de broedperiode al achter de rug hebben geldt dat niet voor het paar Scholeksters in de Grote Plak dat ik dagelijks vanaf het terras kan volgen. Eén van de oudervogels zit zo te zien vast op de eieren aan de andere kant van het water.

En ja hoor, op 21 juli zie ik de ouders in gezelschap van drie kerngezonde kuikens. Echter, nu breken voor de toeschouwer spannende tijden aan. Met verve verjagen vader en moeder Zilvermeeuwen die te dicht in de buurt komen. Toch valt het me op dat niet elke volwassen Zilvermeeuw als een bedreiging wordt gezien. Wellicht heeft dat te maken met de drie nog niet geheel vliegvlugge jonge Zilvermeeuwen die regelmatig een zeebanket uit de krop van hun ouders krijgen aangeboden. Als die met luid gekrijs hun komst aankondigen verschijnt in hun kielzog een hele stoet soortgenoten die op een buitenkansje hopen.

Twee dagen later zie ik nog maar twee pullen. Kort na bovenstaande opname voltrekt zich voor mijn ogen een klein drama. Beide oudervogels kiezen het luchtruim om een Zilvermeeuw die te dichtbij komt weg te jagen. Een tactische blunder blijkt enkele ogenblikken later.

Een tweede Zilvermeeuw ziet zijn kans schoon één van de twee nu onbewaakte pullen te pakken. De achtervolging die nu wordt ingezet mag niet baten. Ik zie het gebeuren door het oog van de camera…..

In de dagen erna zie ik het overgebleven opgroeiende jong nog een paar keer in gezelschap van een ouder. De hoop groeit dat deze het zal redden. Maar dan zie ik beide volwassen Scholeksters aan de overkant verwoede duikvluchten uitvoeren in de richting van een plek die door een rietkraag aan mijn oog wordt onttrokken. Na enige tijd vliegt er een Bruine Kiekendief op die het ergste doet vrezen. Ook het laatste kuiken heb ik daarna niet meer gezien.

Wadvogels, meeuwen, zwaluwen en af en toe een roofvogel domineren in deze periode mijn beeld van de avifauna. Toch krijg ik hier en daar nog wel wat klein grut in beeld. Vanuit het kamerraam zie ik tussen de gagel een Rietzanger, vanaf het terras bij tijd en wijle een Blauwborst. Rond het schelpenpad naar de ingang van Topaas een Kneu in zomertooi.

Wat verder van huis bij de Midslander Longway een Graspieper en een Putter

Roodborsttapuiten

Bij mijn herhaalde bezoekjes aan de duinvallei Plak van 16 alarmeert op het ruiterpad telkens een mannetje Roodborsttapuit. Kennelijk heeft het daar zijn territorium. Het is een kleurrijk vogeltje dat zich gemakkelijk laat fotograferen. Toch stellen de resultaten me vaak teleur, niet in de laatste plaats omdat de gitzwarte ogen net als bij de Koolmees in het zwart van de kop verstopt zitten. Alleen weerspiegeling van zonlicht in het oog brengt dan uitkomst. Het vrouwtje zie ik veel minder vaak en is naar mijn smaak veel mooier. Zij vertoont oppervlakkig gezien gelijkenis met het Paapje, een veel schaarser voorkomend vogeltje. Het is alweer twee jaar geleden dat ik oog in oog met een Paapje👈 stond.

Ik vermoed dat de jongen op 20 juli het nest verlaten hebben, want nu alarmeren beide ouders.

Roodborsttapuit, Terschelling duinen bij paal 16, 20 juli 2022
Roodborsttapuit(♀︎), Terschelling duinen bij paal 16, 20 juli 2022

Van mij hebben ze niets te vrezen, maar in de duinen loert genoeg ander gevaar…

Zoals van een Buizerd….

Buizerd, duinen bij paal 16, 17 juli 2022
Bruine Kiekendief (♀︎), duinen van Formerum, 12 juli 2022

… of de alom aanwezige Bruine Kiekendieven.

4 gedachten over “Ontdek de plekjes

  1. Jonge, jonge wat een blog zeg, wat zie je veel en heb je veel te vertellen! Wat een mooie ontmoeting met Jacob, de meneer die ringt en ringen afleest. Echt leuk om dan de door jezelf geringde vogels terug te zien. Kemphanen hebben zoveel verschillende kleden, maar op een gegeven moment leer je ze toch herkennen. Je woont daar wel super he? De regenwulp heb ik maar één keer gezien bij de Hondsbossche zeewering toen er nog basaltblokken lagen, nu is het al een aantal jaren geleden strand geworden ter bescherming van het land. Er waren daar ook vaak veel vogels te zien die daar voldoende voedsel vonden. Veel plezier in het veld!

    1. Dank voor je leuke reactie Willie. Die ontmoetingen in het veld zijn me ook heel dierbaar. Ik leer daar veel van. Ik was dit voorjaar verbaasd te lezen dat in Friesland nog zulke grote groepen Kemphanen op doortocht te zien zijn. Het verraste me dat ik ze deze zomer nu ook op meerdere plekken zag. Deze week zelfs nog vanuit de observatiehut in het Diependal. Maar daar is de afstand voor goede foto’s weer te groot. Het is toch vaak een kwestie van de goede plekken vinden, zoals Ezumakeeg en de Marker Wadden.

Laat een reactie achter bij WillieReactie annuleren