Een gênant moment
Enkele onderdelen van onze trip naar IJsland zijn van tevoren vastgelegd. Behalve de tocht met de gids naar de binnenlanden van IJsland die ik in mijn vorige bericht beschreef zijn dat natuurlijk de overnachtingen. Voor enkele excursies later deze reis en verplaatsingen zoals de taxirit van het hotel in Reykjavik naar het autoverhuurbedrijf Hertz elders in de stad heeft Puck vouchers als bewijs dat deze reeds betaald zijn.
Tijdens de rit naar Hertz gaat het gesprek met de taxichauffeur natuurlijk over onze verdere reisplannen. Als we ondermeer vertellen dat de Westfjorden (Vestfirðir) op het programma staan met excursies naar het domein van walvissen en Puffins (Papegaaiduikers) reageert hij tamelijk sceptisch. Hij verwacht niet dat we er veel zullen zien. Wel Arctic Terns (Noordse Sterns) die in hun broedgebied behoorlijk agressief kunnen zijn. Ik begrijp inmiddels dat bij een groot deel van de IJslandse bevolking het gebied sowieso niet erg in trek is. Veel bewoners zijn in de loop van de tijd naar de stad vertrokken.
Aangekomen bij het verhuurbedrijf heeft Puck nog wat kleingeld bij elkaar gesprokkeld. Dat heeft ze overgehouden van hun vorige reis. Met de verontschuldiging dat dit de enige contanten zijn die we op dit moment hebben overhandigt ze de chauffeur de fooi.
Hij bekijkt de munten, draait ze een paar keer om en vraagt dan: “What’s this?”
Blijken het Noorse en Deense kronen te zijn…
Waarop Wim gevat antwoordt: “Now you can travel to Norway and Denmark, nice countries too! It’s a beginning…”
De chauffeur kan er wel om lachen.
Huurauto
De formaliteiten voor het in ontvangst nemen van de gereserveerde Toyota 4WD nemen enige tijd in beslag. Op advies van de receptioniste sluiten we toch nog een aanvullende verzekering af die complete dekking geeft tegen eventuele opgelopen schade tijdens het gebruik in de komende dagen.
We lopen naar de ons toegewezen auto waarna Wim het portier ontsluit. Het lijkt ons handig eerst de bagage achterin te zetten, maar ik krijg de achterklep niet open. Wim en Puck evenmin. Dan gaat Wim te rade bij iemand verderop die eenzelfde type auto heeft gehuurd. Het blijkt dat de klep een deur is die zijwaarts scharniert…
Wim laat bij onze auto zien hoe het moet nadat het mij opnieuw niet lukt. Daarna probeer ik het nogmaals. Andermaal krijg ik er geen beweging in. Puck lukt het evenmin. Volgens Wim doen we het verkeerd terwijl hij weer zonder moeite de achterdeur opent. Hier lijkt magie in het spel. Nou ja het is natuurlijk IJsland. Uiteindelijk snapt Wim de reden: als hij, met de autosleutel in zijn broekzak, te veraf staat zijn de sloten geblokkeerd.
Nadat we met behulp van het instructieboekje de functie van de belangrijkste knoppen op het console begrijpen kunnen we eindelijk wegrijden. Met Wim voorlopig achter het stuur. Thuis heeft Puck een automaat waar Wim ook regelmatig in rijdt. Zelf heb ik nooit eerder een auto die voor mij schakelt bestuurd, dus kijk ik het voorlopig aan vanaf de passagiersplaats naast hem.
Wim heeft zijn eigen tomtom meegenomen waarop hij telkens vooraf de geplande route invoert. Ook op IJsland werkt die perfect.
Geysir en Strokkur
Voor mij zijn alle bezienswaardigheden nieuw, maar de toeristische trekpleisters die vandaag op het programma staan waren ook onderdeel van de eerste rondreis die mijn reisgenoten op IJsland maakten. Spottend zeiden ze gisteren na afloop van de excursie dat zij nu wel terug konden reizen, want het resterende deel zou weinig nieuwe ervaringen opleveren. Aan de andere kant is het een voordeel dat we ons vandaag op voor hen min of meer bekend terrein begeven. Terwijl ik de navigatie in het oog houd wordt Wim minder afgeleid bij het wennen aan de bediening van deze auto met zijn geavanceerde techniek, .
Het eerste wat opvalt als we op het parkeerterrein bij Geysir uitstappen is de temperatuur. Het is er zo warm dat er zich meteen hinderlijke insecten op ons storten. Al blijkt dat achteraf weer mee te vallen.
Het tweede verschil vormen de busladingen toeristen afkomstig uit alle windstreken. Veel Amerikanen, maar ook Aziaten en Europeanen. Er heerst de in populaire vakantiebestemmingen gebruikelijke Babylonische spraakverwarring.
Terwijl we de weg oversteken zien we van verre al een bron een straal kokend water de lucht in spuiten.

We bevinden ons in Haukadalur, een dal dat bekend is om zijn geisers. In vroegere geschriften werd regelmatig over het verloop van de activiteit van de geiser Geysir geschreven. Perioden van hoge activiteit werden afgewisseld met tijden waarin Geysir nauwelijks erupties vertoonde. Dat, in een poging de geiser te “reanimeren”, toeschouwers stenen en andere rommel in de bronput gooiden maakte de situatie er niet beter op. Vanaf 2003 vertoont Geysir zelden activiteit. Resteert een wat bolvormige ronde plaat met in het midden een met heet water gevuld rond gat👈.

Voor het spektakel moeten we bij de nabijgelegen Strokkur zijn. Het is nu de sport om op het juiste moment een eruptie op beeld vast te leggen. De eerste keer dat ik van dichtbij een foto neem toont het resultaat uitsluitend mist.
Uiteindelijk lukt het me door uitgezoomd te filmen met een flinke aanlooptijd. Om het geduld van de lezer niet teveel op de proef te stellen is de volgende video iets ingekort.
Rondom de geisers is een koord gespannen om de toeschouwers op veilige afstand te houden. Het is ook mogelijk naar de top van een hoge heuvel te klimmen om vandaar het dal te overzien. Wij zijn tevreden met het uitzicht vanaf hier.





Mijn aandacht wordt getrokken door, hoe kan het ook anders, een Bontbekplevier. Het alarmerende vogeltje lijkt zich niet echt te storen aan de mensenmassa die hier rondkuiert. Daar profiteer ik meteen van door van korte afstand een serie portretten te schieten.





Uiterlijke verschillen met de Bontbekplevieren die ik op de Wadden zie vallen mij niet op. Dat geldt wel voor de Koperwiek die ik verderop opmerk. De exemplaren die meestal groepsgewijs in het winterhalfjaar in Nederland doortrekken of hier blijven hangen hebben een roomkleurige streep boven het oog. Bij de IJslandse ondersoort is deze veel witter. Wat me in het thuisland nog niet is gelukt, lukt hier wel: een paar acceptabele foto’s van een Koperwiek te maken.




Op de terugtocht naar de parkeerplaats maak ik nog wat foto’s van de wijde omgeving. Voordat we verder rijden naar de waterval lopen we nog het restaurant binnen voor een cappuccino met “wat erbij”.





Gullfoss
Om naar de volgende attractie te gaan rijden we nog eens zo’n kilometer of tien door.


Ook hier wemelt het weer van de toeristen. Voetpaden en een trap leiden naar diverse uitzichtpunten. De Gullfoss (Gouden Waterval) biedt van daaruit een imposante aanblik. Het is een soort tweetrapswaterval waarbij het water achtereenvolgens over twee loodrecht op elkaar staande wanden naar beneden stort. Ik vind het mooi dat je vanaf een hoog punt ook stroomopwaarts de aanvoer van het water door de Hvítá (de Witte Rivier) kunt zien.

Aan de horizon zien we de besneeuwde bergtoppen die samen met overvloedige regenval door het jaar heen de bron van het toestromende water vormen.
Een informatiebord geeft in vier talen een beknopte uitleg en toont een foto waarop in het opstuivende water bij zonnig weer een regenboog (🌈) te zien is.

Aan het begin van de vorige eeuw waren er plannen de rivier in te dammen ten behoeve van de aanleg van een waterkrachtcentrale. Gelukkig heeft men daar uiteindelijk, mede door verzet van de grondeigenaren van Gullfoss👈, van afgezien.
In het rijtje watervallen dat we tot dusver gezien hebben maakt deze toch wel de meeste indruk. Over een paar dagen komen we met nog een kandidaat voor het predicaat “mooiste” oog in oog te staan, maar voorlopig nomineer ik Gullfoss.
F550
Voor een comfortabele tocht naar Borgarnes waar de volgende overnachting gereserveerd is moeten we weer helemaal naar Reykjavik terugrijden. Maar met een 4WD is er een aantrekkelijk alternatief via de F550 door het binnenland. De Kaldidalur is een onverharde weg die ook wel de bergroute voor beginners wordt genoemd. Onze gids van de vorige dag heeft ons verzekerd dat dit traject prima te doen is met de auto die we gehuurd hebben. Voor auto’s zonder vierwielaandrijving is rijden over deze weg uit den boze. Maar volgens de gids zouden we onszelf tekort doen als we met een 4WD deze weg niet nemen.
Inmiddels heeft Wim zoveel vertrouwen in de capaciteiten van onze huurauto gekregen – met elke kilometer die we rijden worden de loftrompet die hij erover steekt luider – dat we de uitdaging aangaan.
In de aanloop naar Kaldidalur rijden we over een smalle geasfalteerde bergweg waarop vrijwel geen verkeer is. Ik herinner me één tegenligger en één sterke eenzame fietser die we achterop komen. Er zijn prachtige weidse vergezichten en bergen met nog niet gesmolten sneeuw te zien. Ik neem de lezer mee in onderstaande slideshow.
Daarna bereiken we de ongeplaveide weg. De navigatie heeft het af laten weten, maar zou ook geen toegevoegde waarde hebben. Afslagen zijn er niet. Alleen een enkele naamsaanduiding die naar een berg verwijst. Zo rijden we kilometers lang door een maanlandschap. Alleen de lucht die we inademen, de wolken en de sneeuw op de berghellingen vertellen ons dat we op de aarde zijn. Ook hier geven de beelden ongetwijfeld een betere indruk dan al mijn woorden:
Na verloop van tijd komen we toch een paar andere pioniers tegen. Er is ruimte om elkaar te passeren. Een paar keer maakt Wim een stop zodat ik buiten de auto een stukje kan filmen en hij ook wat foto’s kan maken.









Uiteindelijk keren we terug in de bewoonde wereld. We rijden westwaarts door een frisgroen landschap. Via een brug over het fjord bereiken we Borgarnes waar we meteen het hotel vinden om in te checken.

Bij de avondmaaltijd moeten mijn reisgenoten erkennen dat onze tweede dag op IJsland ook voor hen weer nieuwe gebieden heeft ontsloten. En dan moeten de Westfjorden nog komen.