Het is maandag 19 juni 2023. Met een vertraging van drie jaar gaat het er nu toch van komen. In 2020 gooide de uitbraak van de pandemie roet in het eten waardoor we de voorgenomen reis naar IJsland moesten annuleren. Met enkele kleine aanpassingen van het oorspronkelijke draaiboek kunnen we nu onze plannen alsnog realiseren.
Schiphol
“Cor!”, hoor ik achter mij roepen nadat ik bij de luchthaven uit de trein ben gestapt. Wim en Puck zijn even daarvoor gearriveerd zodat mij meteen een zoektocht tussen de mensenmassa op Schiphol wordt bespaard. We hebben nog bijna vier uur voor ons vliegtuig vertrekt. Bij de incheckbalie voor onze vlucht geven we de koffers af, waarna we de douane passeren. Het gaat allemaal voorspoedig, dat is het voordeel als je voor je reis niet gebonden bent aan periodes met topdrukte.

Op weg naar de op beeldschermen aangegeven gate kopen we nog wat eten en drinken en kan het wachten tussen de gestadig groeiende groep medereizigers beginnen. Er verloopt nog enige tijd voor we toegang krijgen tot de wachtruimte voor de gate. Het vliegtuig van Icelandair is in nog geen velden of (lucht)wegen te bekennen. Tot tweemaal toe merken we een massale verplaatsing op van de wachtenden om ons heen. Hoewel de beeldschermen daarover geen informatie verstrekken horen we beide keren dat ons toestel vanaf een andere gate zal vertrekken. Kennelijk hebben anderen daarvan via hun mobiele telefoon bericht ontvangen. Het houdt ons in beweging.
Gezamenlijk wachten verbroedert. We spreken met wat landgenoten die eveneens IJsland als eindbestemming hebben. Het wordt mij snel duidelijk met ervaren wereldreizigers te doen te hebben. Net als mijn reisgenoten hebben zij op meerdere continenten interessante plekken bezocht en bespeur ik veel overlap bij die bestemmingen. Ook in hun drijfveren: andere culturen, leefomstandigheden en natuurgebieden met eigen ogen aanschouwen.
Voor mij is IJsland, na Tanzania 👈 in 2019, pas de tweede verre reis. Een jaar of tien geleden hebben Wim en Puck al eens een rondreis over IJsland gemaakt, deze keer ligt de nadruk op de westkant.
Met een vertraging van ongeveer een uur kiest ons toestel het luchtruim om zo’n drie uur later te landen op Kevlavik Airport. In afwachting van onze koffers probeert P. nog wat cashgeld te pinnen, maar om onverklaarbare redenen weigert de automaat haar creditkaart. Gelukkig werkt mijn pas naar behoren.
Na de aanschaf van enige eerste levensbehoeften en de aankomst van onze ruimbagage op de transportband brengt een pendelbus ons naar Reykjavik. Bij de busterminal verschijnt kort daarna de taxi die ons bij het hotel afzet.
Reykjavik
Wim heeft op basis van drie eerdere ervaringen mij verzekerd dat het in Reykjavik altijd regent als hij er is. Gelukkig blijkt vandaag dat het ook anders kan. Voor we ergens gaan eten lijkt het ons een goed idee een stukje stad te verkennen.
De markante Hallgrimskerk is onze eerste doel. Het kost enige moeite in de juiste richting te lopen omdat merkwaardig genoeg de bebouwing in de straat waar we lopen de 73 meter hoge toren aan ons oog onttrekt. (Als ik de volgende avond uit mijn kamerraam naar buiten kijk zie ik de toren pontificaal boven de rest van de stad uitsteken.)




We zijn net op tijd om ook nog even naar binnen te lopen. Om 8 uur plaatselijke tijd wordt de kerk gesloten.
Dan wordt het tijd een restaurant op te zoeken. Laugavegur is de straat waar, naast winkels, een ruim aanbod aan eetgelegenheden is. We maken een keuze op basis van een bij de ingang getoonde menukaart. De maaltijd bereid met lokale ingrediënten smaakt uitstekend. Aan de prijzen moeten we nog wennen.
Landmannalaugar & Hekla superjeeptour
De volgende ochtend worden we om acht uur voor het hotel door een gids met een 4WD opgewacht. Hij zal ons rondleiden in de wijde omgeving van de Hekla. Lava en tefra afkomstig uit deze nog steeds actieve stratovulkaan bepalen het beeld van het omringende landschap.
Vanuit de auto fotografeer ik niet ver van Reykjavik een berg met deels mosgroene hellingen waaromheen mistflarden hangen.

Voordat we de Hekla in het vizier krijgen zien we links en rechts ruige weiden met her en der wat eenzame boerderijen. Soms doemt in de verte een nederzetting op, meestal bij een wit kerkje met een helderrood dak waarop een pront torentje met rode spits prijkt.

In de buurt van de Hekla wijst de gids ons het gebied waar hij een buitenverblijf heeft gebouwd. Het is bij een riviertje waarin hij graag vist en een geliefde plek om in weekenden of vakantieperioden te verblijven. Toch zo’n anderhalf uur rijden vanaf Reykjavik, zonder winkels in de buurt.
Dan krijgen we de Hekla in beeld. Deze “poort naar de hel👈”, een uit de middeleeuwen stammende bijnaam, is onmogelijk over het hoofd te zien.




We houden halt bij een informatiebord voor we het vegetatiearme gebied in de omgeving van de Hekla inrijden.





Het is wel even wennen, zo’n tocht over een smal sintelpad. Een bord eenrichtingsverkeer lijkt me hier niet te misstaan.
Op het vulkanisch gesteente heeft zo te zien voornamelijk mos tot dusver voet aan de grond gekregen. Het enige andere teken van leven wordt gevormd door een aantal primitieve berghutjes. Vermoedelijk vooral geliefd bij rugzaktoeristen, hoewel hier ook een enkele auto staat. Onze gids vertelt dat hij over enkele weken met een aantal mountainbikers door dit gebied op pad gaat. Een activiteit die hier slechts in een korte periode kan worden beoefend en waarvoor een flinke conditie vereist is.










Soms gaat mijn fantasie met mij op de loop bij het zien van de structuren op de berghellingen. Ik meen er de contouren van gezichten in te zien. Men zegt dat op IJsland trollen, elven en andere mythische wezens een verborgen bestaan leiden.
We steken met de 4WD een smalle rivier over. Onze ervaren gids kent de juiste koers waarlangs hij eventuele obstakels onder water kan vermijden.





Op een plek waar onze gids de terreinwagen naast de weg kan zetten stappen we uit. We kunnen in detail een groot brokstuk van een vroegere vulkaanuitbarsting bekijken. Het hoofdbestanddeel is obsidiaan, een verglaasd gesteente.


Ook zien we een plant met bloeiende bloempjes die hier kennelijk goed gedijt. Waarschijnlijk is het Silene Aucalis (stengelloze silene).

De opvallende halfbolle groeiwijze is een aanpassing tegen de kou: binnen de bol blijft het warmer dan erbuiten. Later op de dag komen we ze her en der verspreid op een op het oog onvruchtbare ondergrond nog meermalen tegen. Dat ze daar toch kunnen overleven is mede te danken aan zelfbemesting: de afgestorven bladeren dienen weer als voedsel voor de volgende generatie.


We stappen weer in en rijden een eindje verder naar Frostastaðavatn, een door lavavelden omgeven meer. Hier hebben we niet alleen een prachtig uitzicht op het water maar ook op de kleurrijke bergen. Dat palet wordt veroorzaakt door ryoliet, een stollingsgesteente dat zich in vele kleuren manifesteert.










Rond het middaguur bereiken we Landmannalaugar. We wanen ons weer in de bewoonde wereld. Hier wordt gekampeerd en er zijn faciliteiten in de vorm van een winkeltje en sanitair. Van de gids krijgen we twee uur de gelegenheid rond te wandelen voor we verder rijden.


In Landmannalaugar bevinden zich tengevolge van geothermische processen warmwaterbronnen die een beek voeden. Wim loopt over een trapje omlaag naar het water zodat hij kan voelen hoe warm het water is.

Wat verderop zien we een groepje dat gezamenlijk een bad neemt in zo’n bron.
Met Wim geef ik de voorkeur aan een stukje klimmen via de wandelroute. Vanuit de hoogte hebben we een mooi uitzicht op het dal.

Zie ik daar in de verte het silhouet van een trol omhoogklimmen langs een berghelling?

De volgende galerij geeft een overzicht van opnamen genomen vanaf het wandelpad. (Wellicht ten overvloede: aantikken van een afbeelding laat deze groter zien)











We rijden een eindje terug en nemen een afslag die ons brengt bij het kratermeer Ljótopollur. Een plek die volgens onze gids minder dan 10% van de toeristen in dit deel van IJsland te zien krijgt. Het contrast met onze vorige stopplaats kan nauwelijks groter. Geen levende wezens te bekennen in deze desolate omgeving. Vogels zul je hier alleen zien overvliegen.

De beelden spreken voor zich.
Het uitzicht rondom bij de terugtocht naar de bewoonde wereld oogt als een maanlandschap. In de voorbereiding van de bemande vluchten naar de maan tijdens het Apolloproject heeft men op IJsland plekken gevonden waar astronauten konden oefenen in gebieden waar de ondergrond gelijkenis met de maanbodem vertoont. Die bevinden zich in het noorden, maar dit gebied zou voor dat doel ook een geschikte kandidaat kunnen zijn.
Watervallen
Op IJsland wordt elektriciteit voor een groot deel opgewekt met waterkrachtcentrales. Daartoe zijn door middel van dammen kunstmatig meren gecreëerd om de centrales te voeden met de energie van het naar lagere delen stromende water.
Onze gids voert ons naar de Gjáinvallei. De weg ernaartoe is alleen toegankelijk voor automobilisten met een vergunning. Het gebied ligt tussen twee van die kunstmatige meren. Over de rand van de Sigöldugljúfur-canyon zien we langs de steile wand water op meerdere plaatsen omlaag storten.






De gids drukt ons op het hart niet te dicht naar de rand te lopen. Omdat het er nogal waait lijkt ons dat sowieso verstandig.
Het korte filmpje hierna laat dat horen en geeft een minder statische indruk van de watervallen.
De gids heeft nog een waterval voor ons in petto. Voordat we daar zijn onderbreken we de rit bij een koffiehuis. We worden bij binnenkomst geacht onze schoenen uit te trekken of de hoesjes die er liggen te gebruiken.
Aan de wanden zijn fraaie natuurfoto’s te bewonderen. De koffie, de gids voorspelde het al, is van goede kwaliteit en we trakteren hem en onszelf op wat lekkernijen uit een vitrine.
Onderweg naar Hjálparfoss zien we stoom opstijgen in de buurt van waterkrachtcentrales. Op mijn vraag of in IJsland ook windmolens gebruikt worden voor de energieopwekking antwoord de gids: “twee”. Laten we nu enkele minuten later uitgerekend dat paar passeren….


Onze laatste stop is bij Hjálparfoss (“hulpwaterval”👈). Deze waterval wordt in tweeën gesplitst door een basaltzuil. De bloeiende lupinen en het frisgroene struikgewas maakt dat de omgeving hier een stuk lieflijker aanvoelt.







Terug bij het hotel spreken we onze waardering uit voor de prachtige tocht die de gids ons heeft voorgeschoteld en zijn waardevolle tips voor de komende dagen. Dankzij de IJslandse kronen die we na aankomst op de luchthaven gepind hebben kunnen we onze gids ook een tip geven.
Reykjavik bij avond
Het kopje suggereert nachtelijke beelden, maar omstreeks de zomerse zonnewende kan men daar op IJsland in de verste verte niet van spreken. Sterker nog, de golfbanen – golfen is voor veel IJslanders een geliefd tijdverdrijf – zijn het hele etmaal geopend.
Wij wandelen over het pad langs het water naar Harpa, het nationale concert- en conferentiecentrum. Een architectonisch hoogstandje met honingraatvormige structuren. We gaan er naar binnen om wat foto’s te maken. Daarna lopen we de stad weer in, langs een monument van Ingólfur Arnarson, naar het centrum. We eten bij een Italiaans restaurant en gaan daarna terug naar het hotel. We staan nog even stil bij een graffitikunstenaar in actie.
Morgenochtend zal een taxi ons naar autoverhuurbedrijf Hertz brengen. Vanaf dat punt zijn we in een gehuurde Toyota 4WD op onszelf aangewezen bij het vervolg van onze trip.
Ik besluit deze eerste aflevering van het reisverslag met een fotopresentatie van onze avondwandeling door Reykjavik.