Het eerste bericht afgelopen zondagochtend, toen ik na het ontwaken op mijn Iphone keek, betrof een Volkskrant-mail over de dood van één van mijn Rock ‘n’ Roll helden: Chuck Berry. John Lennon werd geciteerd met zijn uitspraak :”Als je Rock ‘n’ Roll een andere naam wilt geven, noem het dan Chuck Berry“.
Ik hoor Peter het nog zeggen, toen ik op mijn studentenkamer Chuck Berry’s, ook door de Beatles gecoverde, Roll Over Beethoven draaide: “zingt hij dat ook?“.
Waarop ik natuurlijk niet kon nalaten op te merken dat het juist andersom was. Maar ja Peter was de filmfreak in ons studentenhuis en ik van de muziek.
Na die tijd werd het zoeken naar het origineel van (soms) door anderen bekend geworden hits een geliefde bezigheid. Vaak gaf ik bij het vergelijken de voorkeur aan de originele versies, maar bij Chuck Berry had ik toch regelmatig het gevoel dat de covers beter waren. Nummers als Come On (The Rolling Stones), The Promised Land (Johnnie Allan en Dave Edmunds), Maybellene (Johnny Rivers) kregen in mijn oren van die artiesten een pittiger vertolking. Aan de andere kant zijn de originelen van “No Particular Place To Go” en “You Never Can Tell” (beiden uit 1964) wat mij betreft onovertroffen.
Misschien geeft de, toeval of niet, pas verschenen CD “Rock And Roll Music! The Songs Of Chuck Berry ” met covers van zijn liedjes in diverse genres meer inzicht in de kwaliteit ervan.
CD met Chuck Berry Covers (link)
Overigens stond Chuck Berry er ook om bekend dat hij zich bij concerten vaak liet begeleiden door matige, veelal locale, muzikanten. Boze tongen beweren dat hij daardoor vooral zelf de show stal en in overeenstemming met zijn nogal gierig karakter een maximaal financieel rendement bereikte.