Van het najaar naar het voorjaar

Met het vooruitzicht op het winterhalfjaar neemt de frequentie van mijn activiteiten buitenshuis zienderogen af. Bijgevolg zie ik dan ook weinig aanleiding daar op dat moment over te schrijven. Ik koester de hoop dat er misschien invasiegasten zoals Pestvogels of andere verrassingen in de buurt opduiken. Dat zou “breaking news” zijn. Maar helaas, afgezien van enkele op waarneming.nl gemelde vogels 👈 levert dat weinig op. Ook de zeldzame Grote Kruisbekken op de Veluwe 👈 kunnen me niet verleiden vroeg op te staan voor een autorit van enkele honderden kilometers naar de locaties waar ze gesignaleerd zijn. Al realiseer ik me achteraf dat ik deze soort misschien net gemist👈 heb tijdens een wandeling half februari met Esther op de Wezepsche Heide.

Toch lukt het me in de loop van deze periode mijn fotoverzameling uit te breiden met plaatjes die om uiteenlopende redenen de moeite waard zijn met de lezers van mijn blog te delen.

Vreugderijkerwaard

De dag na mijn gedenkwaardige rondwandeling op de Marker Wadden vieren mijn vrienden Baukje en Wil hun 50-jarig huwelijksfeest. Omdat hun trouwdatum in februari valt kiezen ze Wils verjaardag uit voor de festiviteiten. Plaats van handeling is het restaurant bij de schapenboerderij de Vreugdehoeve. Onderdeel van de feestelijkheden is een optionele rondwandeling onder leiding van een gids door de Vreugderijkerwaard. Reden voor mij de camera mee te nemen.

Tussen de begroeting met koffie en gebak, opgeluisterd door het weerzien met de kinderen van het bruidspaar, en het afsluitende diner aan het eind van de middag sluit ik me aan bij de één van de twee groepen die worden rondgeleid door het gebied. We leren interessante wetenswaardigheden over de historie van dit rivierengebied, de functie als waterberging in natte periodes en de aanwezigheid van specifieke planten en dieren.

Aan de overkant van de rivier ligt Zalk. Stroomopwaarts zien we in de verte de IJsselbrug.

Zalk, 21 augustus 2022
IJsselbrug bij Zwolle, 21 augustus 2022

In de uiterwaard bloeien het zeldzame Bont Kroonkruid en Kattendoorn.

Ten behoeve van een betere beheersing van de waterstand is een in 2003 voltooide twee kilometer lange nevengeul die met de IJssel meestroomt aangelegd. Zo worden Kampen en Zwolle tegen hoogwater beschermd. Het gebied oefent in elk jaargetijde een grote aantrekkingskracht uit op diverse vogelsoorten. Een vogelkijkhut faciliteert de mogelijkheid deze zonder verstoring te observeren.

Deze middag springt de aanwezigheid van een aantal Casarca’s in het oog. Deze van oorsprong Zuidoost-Europese broedvogels zijn hier veelal afkomstig uit watervogelcollecties waaruit ze zijn ontsnapt of vrijgelaten. Een waterwildkweker uit Woensdrecht heeft jarenlang Casarca’s en Nijlganzen gekweekt en ze los laten vliegen, zodat daar een deel van de huidige populatie zijn oorsprong heeft gehad. Twee jaar geleden👈 fotografeerde ik op grote afstand een bonte verzameling watervogels bij het Jaap Deensgat in het Lauwersmeer. Ook daar waren de Casarca’s opvallende verschijningen. Ik zie veel overeenkomsten tussen beide biotopen.

Brug over de nevengeul

Rondje Lauwersmeer

Drie dagen later rijd ik naar de parkeerplaats bij activiteitencentrum “Het Lauwersnest” om vanaf die plek een rondje Lauwersmeer te fietsen. Twee jaar geleden reed ik die route tegen de wijzers van de klok in. Nu kies ik voor de tegengestelde richting. Zo kom ik aan het eind van de middag bij Ezumakeeg. Dat heeft het voordeel dat ik vanaf het uitkijkpunt met de zon in de rug zicht op de foeragerende vogels heb.

Op de route naar de vogelhut bij het Jaap Deensgat maak ik een paar foto’s van de omgeving.

In de hut komen enkele Boerenzwaluwen af en toe nog even een kijkje nemen. Het is opmerkelijk hoe aantrekkelijk zwaluwen zulke bouwwerkjes als nestlocatie vinden. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de mogelijkheid om vrij in en uit te vliegen. In of bij nagenoeg alle kijkhutten waar ik in de loop van het jaar naar binnen ga tref ik ze aan: kijkhut Diependal, de Kiekkaste in de Dollard, de observatiehut bij de Davidsplassen in het Dwingelderveld. De kijkhut in het Bargerveen, waar aan de buitenzijde onder de overkapping kunstnesten voor Huiszwaluwen zijn gemonteerd, vormt in dit opzicht een negatieve uitzondering. Ik zie ze er nooit.

Twee Boerenzwaluwen landen op de lijst van de vogelplaat. Ze vinden kennelijk dat ze ook een plek op de vogelplaat verdienen…

Via de Strandweg door het Lauwersmeer bereik ik het haventje van Zoutkamp. Met uitzicht op het Reitdiep lunch ik daar bij restaurant ZK86.

Haven aan het Reitdiep bij Zoutkamp, 24 augustus 2022

Daarna volg ik het fietspad door het zuidelijk deel van het Lauwersmeer. Weinig vogels laten zich daar van dichtbij zien, uitgezonderd een Roodborsttapuit.

Iets verder kom ik bij de kijktoren Rechteind. Natuurlijk beklim ik die. Hij staat er niet voor niets.

Het gebied waarover ik uitkijk huisvest Zeearenden, maar helaas vertonen die zich hier niet.

Echter, als ik nog een eindje verder fiets, zie ik een verwijzing naar de uitkijktoren De Baak vanwaar ik vanuit een andere richting zicht heb op de Kollumerwaard. Om er te komen moet ik wel een eindje lopen. In de hoop vanaf die plek wel een Zeearend te ontdekken besluit ik het erop te wagen. Ook hier maak ik wat foto’s van de omgeving. Dan zie ik, terwijl ik de horizon afspeur, ver weg hoog in een boom het silhouet van een Zeearend. Bij kleine vogels lukt het me meestal ze groot in beeld te krijgen, maar met Nederlands grootste roofvogel moet ik me (voorlopig?) tevreden stellen met een minuscuul vlekje.

Na een tweede ravitaillering bij Herberg de Pater in Dokkumer Nieuwe Zijlen is het hoog tijd om stevig doortrappend (nou ja…) Ezumakeeg te bereiken.

De Kluten en Kemphanen die er met een behoorlijk aantal aanwezig zijn passeerden al de revue in mijn blogverhaal “Ontdek de plekjes“👈. Diverse andere steltlopers, zoals Grutto’s en Bosruiters, blijken het eveneens prima naar de zin te hebben.

Een dit jaar geringde Grutto, 24 augustus 2022

Naar aanleiding van mijn melding van deze Grutto op waarneming.nl krijg ik een reactie van Astrid Kant, moderator kleurringen Grutto’s in Nederland. Het is een vogel die dit jaar geringd is.

Bij het uitzichtpunt zitten twee vogelaars met telescopen op de daar aanwezige banken. Ze vertellen me wat er de afgelopen tijd zoal te zien is geweest. Onder andere Grauwe Franjepoten, maar die laten het nu afweten. Wel zitten tussen de pleisterende vogels verderop enkele Reuzensterns. Als bewijs richt één van hen zijn telescoop erop. Ik zie inderdaad een paar witte vogels met forse rode snavels en geloof ze op hun woord.

Door de droge periode staat het water laag en zitten veel vogels op grote afstand.

Goed zichtbaar met het blote oog is het groepje Konikpaarden dat met de benen in het ondiepe water staat.

Terwijl beide heren een meegebrachte salade oppeuzelen gaan de vlakbij foeragerende Kluten massaal op de wieken. Er vliegt een Slechtvalk over.

Voor mij is het nu de hoogste tijd om aan het laatste stuk van mijn rondrit te beginnen. Nauwelijks op weg zie ik twee Reeën lopen. Voor ze mij goed in de gaten hebben lukt het me wat foto’s te nemen.

Vlak voor ik terug bij de auto ben maak ik nog een foto van de zon die traag ter kimme neigt.

Als zo’n drie kwartier later de avond valt merk ik op de Hunebed Highway ter hoogte van Zuidlaren tot mijn schrik dat beide koplampen van mijn auto defect zijn. Het is onverantwoord zo door te rijden. De wegenwacht brengt uitkomst…

Diependal

In de winterperiode is de kijkhut die mij dit jaar zoveel mooie waarnemingen heeft bezorgd niet toegankelijk. In de gang wordt vanaf de winter 2018-2019 een aantal soorten overwinterende vleermuizen aangetroffen. Aanleiding de toegang naar de hut tussen 1 november en 1 maart af te sluiten.

Half september ga ik er nog een kijkje nemen. In de trektijd bestaat de kans hier vogels te zien die er een tussenstop maken op weg naar hun overwinteringsgebied. Visarend en Zeearend worden regelmatig gesignaleerd.

Altijd tref ik in de hut wel vogelliefhebbers aan. Gelukkig zijn er rondom kijkgleuven zodat er steeds wel plek is om naar buiten te kijken. Op het water zwemmen Krakeenden en Wilde Eenden. In de verte foerageren diverse steltlopers. Een roofvogel met opvallend veel witte veren strijkt neer op één van de kale boomstammen vlakbij de hut. Het lijkt wel een Visarend. De dames die het geluk hebben de vogel recht voor zich te zien zijn getuige van een succesvolle duik naar een prooi onderaan de stam: een onoplettend vogeltje heeft geen schijn van kans.

Maar dat is toch wel gek. De Visarend doet zo zijn naam geen eer aan…. Het is dan ook geen Visarend, maar de lichtgekleurde variant van de Buizerd. Op dat moment heb ik dan al een hele serie foto’s van de vermeende Visarend genomen……

Korte tijd later landt de Buizerd op een andere plek.

Buizerd, Diependal, 13 september 2022

Eén van de aanwezigen signaleert een gezinnetje Wilde Zwijnen. Op zijn aanwijzingen krijgen wij ze ook in beeld.

Wilde Zwijnen worden in Drenthe niet getolereerd👈. Het is dus zaak deze waarneming niet aan de grote klok te hangen. Als ik op waarneming.nl 👈 melding maak van Wilde Zwijnen in het Diependal krijg ik het verzoek er embargo op te leggen. Waaraan ik natuurlijk van harte voldoe.

Inmiddels hebben de Wilde Zwijnen allang elders een heenkomen gezocht. Of zijn ze ten prooi gevallen aan een wolf of geveld door een kogel uit de loop van een jachtgeweer?

De Buizerd houdt zich nog steeds op bij de kijkhut. Voor ik weer huiswaarts ga maak ik nog enkele foto’s. Zittende Buizerds krijg ik zelden van dichtbij te zien. Als ze me zien aankomen kiezen ze meteen het luchtruim.

Buizerd, Diependal, 13 september 2022

Zaagbekken

Voorjaarsonrust brengt me op 2 maart van dit jaar opnieuw naar het Diependal. Dat levert toch weer een verrassing. Tussen de eenden en Meerkoeten zwemmen een paar Nonnetjes, een echtpaar zo te zien. Het is een vogelsoort die bij mijn weten hoofdzakelijk in grote aantallen op het IJsselmeer overwintert en die ik daarom niet hier verwacht. Ik heb ze zelfs nog nooit eerder in levende lijve gezien. Jammer genoeg is de afstand waarop ze zwemmen vrij groot. Ik probeer ze zo goed mogelijk in beeld te krijgen.

Het Nonnetje is de kleinste zaagbek die ons land aandoet. Zaagbekken hebben een gekartelde snavel waarmee ze prima in staat zijn visjes te vangen. Naast Nonnetjes kennen we de Middelste Zaagbek die zich vooral op het zoute water aan de kust thuisvoelt en de Grote Zaagbek. Grote Zaagbekken houden zich in de wintermaanden veelal op bij zoete binnenwateren.

Het zijn alledrie soorten die ik vroeg of laat goed voor de lens moet kunnen krijgen. Alleen is dat me tot dusver nog niet gelukt. Grote Zaagbekken zag ik ‘s winters wel vaak in de tijd dat ik nog in Winsum (Gr) woonde. Maar in Drenthe heb ik bij mijn weten slechts eenmaal één op de Kleine Rietplas gezien en daarbij is het tot dusver gebleven.

Ik ben daarom aangenaam verrast als begin april een Grote Zaagbek bij het meertje van Hee op Terschelling gemeld wordt. Nu is mijn ervaring dat zulke meldingen meestal een verblijf van korte duur betreffen. Desondanks besluit ik na een lange rondwandeling vanuit West-Terschelling via de Noordsvaarder naar West aan Zee bij terugkeer toch even langs het meertje te rijden. En zowaar, midden op het water dobbert een mannetje Grote Zaagbek. Het poetst de veren en verheft zich af en toe boven de waterspiegel.

Op een gegeven moment zwemt de vogel naar een met helmgras begroeide oever. Onder dekking van die begroeiing kan ik wat dichterbij komen en komt ook de donkergroene kop beter tot zijn recht.

Grote Zaagbek, Meertje van Hee, 4 april 2023

Een dag later ga ik er nog een keer kijken. Vanuit de verte meen ik de vogel weer te zien. Maar als ik mijn fiets neerzet ben ik hem toch weer kwijt. Heb ik mij vergist en was het één van de Kuifeenden die er zwemmen? Ik begin een rondwandeling.

Als ik bijna helemaal rond de plas ben gelopen komt de Grote Zaagbek toch tevoorschijn. Hij zwemt weer naar het midden en blijft daar duttend drijven. Hij is dus toch honkvaster dan ik vreesde.

Vanaf een bankje word ik door een man en vrouw gadegeslagen. Nieuwsgierig informeren ze waar ik naar kijk. Door hun verrekijker kunnen zij nu ook in detail zien dat hier een niet alledaagse watervogel dobbert.

Ik maak de medemens graag deelgenoot van interessante dingen die ik zie. Dat zal de volgers van mijn blog niet verbazen. Gelukkig hebben de meeste vogelaars die ik tegenkom dezelfde eigenschap. Er zijn echter uitzonderingen.

Klapekster

Een wintergast die hoog op mijn verlanglijst staat is de Klapekster. In het Bargerveen werd ik door een vogelteller jaren geleden tijdens de herfsttrek gewezen op een Klapekster in een boompje op grote afstand. Maar voor mij was de vogel als zodanig zelfs door de kijker nauwelijks herkenbaar.

Half oktober 2021 stuurde Wim mij vanaf Terschelling een foto van een hem onbekende vogel die in het appelboompje bij zijn vakantiehuisje zat. “Hij lijkt veel op een vogel die we in Tanzania zagen” was zijn begeleidend commentaar. Inderdaad zagen we daar verschillende Klauwieren (“Shrikes”). Ze zijn verwant aan de Klapekster (“Great Grey Shrike”). Want dat was de identiteit van de vogel in het appelboompje👈. Het was jaloersmakend dat die vogel zich daar nu goed liet zien, terwijl ik in Emmen zat.

Op 8 februari zie ik plotseling een Klapekster (terwijl hij aan komt vliegen denk ik in eerst instantie aan een soort grote kwikstaart) in een boom landen. Hij zit er nog geen halve minuut of hij vliegt alweer door. Niettemin lang genoeg om een paar karakteristieke foto’s van de vogel te maken.

Ik verander mijn looprichting naar het gebied waar ik de Klapekster naartoe zie vliegen in de hoop de vogel terug te vinden, maar zonder resultaat.

Als ik later in het voorjaar aan het eind van een zondagochtend voor de tweede keer dit jaar naar het Diependal ga hoor ik van één van de aanwezige vogelaars dat in de verte ook hier een Klapekster is te zien. Als hij me, met onverklaarbare tegenzin, bij mijn zoektocht door mijn verrekijker (die van inferieure kwaliteit is vergeleken met zijn Zeiss) naar het bewuste bosje loodst meen ik inderdaad iets grijs tussen het groen te zien. Nadat de man vertrokken is arriveert een andere vogelaar die met mij tot de conclusie komt dat wat ik voor de Klapekster houd waarschijnlijk een stuk dood hout is. In al die tijd verandert er niets in het tafereel waar we naar kijken. Niettemin lukt het hem wel de Klapekster te ontdekken. Nu onmiskenbaar aangezien dit object zich wel verplaatst.

Ook de Nonnetjes houden zich nog steeds op in het Diependal, maar eveneens op grote afstand.

Kraanvogel

“Overvliegende Kraanvogel!” roept de later gearriveerde vogelaar vanaf de andere kant van de kijkhut. Ik zie de imposante vogel nog net vanuit mijn positie in de verte verdwijnen.

Op tweede paasdag ben ik op het Schoonebeekerveld in het zuidoostelijke deel van het Bargerveen. Ook daar verschijnt plotseling vanachter de bomen een Kraanvogel. In een grote bocht vliegt hij om mij heen. Met mijn camera neem ik de Kraanvogel onder schot in de hoop dat mijn salvo bruikbare foto’s oplevert. Het resultaat valt me tegen omdat ik het bewegende onderwerp voornamelijk in tegenlicht moet fotograferen. Al tonen sommige opnamen wel mooi het vliegbeeld.

Mijn voornaamste doelsoort op deze dag is eigenlijk een Klapekster, maar zoals zo vaak trakteert het Bargerveen me met deze Kraanvogel op een andere zeldzaamheid. En even later met mijn eerste Boerenzwaluwen en Oeverzwaluwen van dit jaar.

Herfst

Vanaf eind september beperk ik mijn activiteiten buitenshuis hoofdzakelijk tot wandelingen in de directe omgeving. In de boswachterijen hier in de buurt bespeur ik weinig activiteit van vogels. Eigenlijk ben ik daar voornamelijk op zoek naar Goudhaantjes of nog mooier Vuurgoudhaantjes. De enkele keer dat ik de hoge piepjes van Goudhaantjes meen te horen zijn ze erg lastig te lokaliseren. Lukt dat in een enkel geval dan zit meestal begroeiing in de weg om deze uiterst beweeglijke vogeltjes goed in beeld te krijgen. Laat staan te fotograferen.

Op de eerste herfstdag vliegen nog diverse insecten in mijn tuin en hebben Kruisspinnen her en der een web geconstrueerd.

Soms verbaas ik mij over het gebrek aan basiskennis over vogelnamen. Bij de televisiequiz 2 voor 12 komt op gezette tijd een vraag voorbij waarbij de kandidaten aan de hand van een foto en een korte beschrijving een vogel op naam moeten brengen. Ik wil ze het antwoord wel toeschreeuwen, maar niet zelden moeten ze het opzoeken.

Ik weet het, ik heb makkelijk praten. Toon mij een paddenstoel en ook ik bevind me in het land der blinden. Hetzelfde geldt trouwens voor een heleboel andere onderwerpen. Bij de “Slimste Mens” ervaar ik het net zo goed. Soapsterren, exotische gerechten… noem maar op. Ik haak meteen af.

Paddenstoelen fotografeer ik dan ook in de eerste plaats om ze via een app als ObsIdentify op naam te brengen. Hieronder een selectie gemaakt tijdens mijn wandelingen.

Op een van mijn wandelingen in de boswachterij Sleenerzand heb ik een leuk gesprek met een echtpaar dat wat eetbare paddenstoelen heeft gezocht. Ze tonen me een exemplaar dat een aangename geur produceert. De naam van de soort is me niet bijgebleven, maar het is duidelijk dat ze kenners zijn. Ze verheugen zich op een heerlijke maal die avond. Je moet wel heel zeker van je zaak zijn om veilig paddenstoelen op het menu te zetten.

Berucht is de Groene Knolamaniet, de giftigste paddenstoel van ons land. Bij consumptie tast die de lever aan. Op het moment dat enkele dagen later ziektesymptomen optreden is het al te laat. Ook de Gele Knolamaniet is giftig.

Naarmate de herfst vordert zie ik steeds meer herfstkleuren verschijnen.

De fotoserie laat ook mijn voorkeur voor zonnige dagen zien. Na oktober laat ik de bossen dan ook links liggen.

Vogels in de naaste omgeving

Een aantal jaar geleden heb ik zaadjes van een Acacia in een kweekbak laten ontkiemen. Met hulp van tuinman Wim zijn enkele uitgegroeid tot levensvatbare boompjes. Twee staan nu fier overeind in mijn tuin, één aan de straatkant en één in de achtertuin. Ze worden door vogels graag als uitvalsbasis gebruikt naar de verschillende plekken waar ik voer heb opgehangen of uitgestrooid.

Mezen en mussen laten zich zo gemakkelijk fotograferen, maar voor Gaaien moet ik behoedzamer te werk gaan. Soms lukt dat.

De lust om ver van huis te gaan ontbreekt me in de spreekwoordelijke donkere dagen voor kerst. Toch lokt een mooie novemberdag me naar buiten. Ik ga weer eens rond de Grote Rietplas lopen. Niet ver van huis zie ik een Gaai langsvliegen. Op zich niet bijzonder, maar de foto die ik maak bevalt me wel. De blauwe vleugelveren komen goed tot hun recht.

Gaai, Grote Rietplas, 20 november 2022

Wel bijzonder vind ik de Kleine Zwanen die even later overvliegen. Hun roep attendeert mij op het groepje. Het zijn er een stuk of zeven. In geen jaren heb ik Kleine Zwanen gezien, maar nu lukt het me nog net voor ze uit zicht raken een paar foto’s te maken.

Kleine Zwanen hebben net als de Wilde Zwaan een deels gele snavel, maar bij de laatste overheerst het geel👈. Ook zijn ze beduidend kleiner, al zie je dat natuurlijk alleen als je ze naast elkaar ziet.

Ik maak vandaag geen omtrekkende beweging om Parc Sandur maar loop via het vakantiepark tussen de bebouwing door. Tot mijn verrassing staat daar zelfs een Grote Zilverreiger in het ondiepe water. Meestal mijden die toch de bewoonde wereld. Vanaf een grasstrook vluchten een paar Waterhoentjes het water in. Wat verderop zie ik hoe een paar Nijlganzen prachtig weerspiegeld worden in het water.

Nijlganzen zijn in het winterhalfjaar sowieso volop aanwezig. Een enkele keer neem ik de moeite zo’n groep te tellen. Ik zie er minstens 50.

Eind januari zie ik op een stoppelveld, niet ver van mijn huis, een vergelijkbaar aantal Grote Canadese Ganzen, Grauwe Ganzen en Toendrarietganzen. Met name de laatste soort leer ik die dag goed herkennen. Ze maken vergeleken met Grauwe Ganzen een donkerder indruk. Vooral hun grotendeels donkere snavel overtuigt mij dat ik hier met Rietganzen te maken heb.

Begin maart loop ik opnieuw om de Grote Rietplas, nu in een ruime bocht om de woonwijk van Parc Sandur. In een Populier bij de parkeerplaats tussen de kanovijver en de Grote Rietplas vliegt een Staartmees van tak naar tak op zoek naar naar iets van zijn gading op de boomschors.

Een Aalscholver droogt zijn vleugels op de dukdalf in het water van de Grote Rietplas aan de westkant van de toegangsweg naar Parc Sandur.

Aalscholver, Parc Sandur, 5 maart 2023

Nabij de golfbaan zijn bloeiende crocussen en narcissen tekenen dat het voorjaar in aantocht is.

Overwinterende ganzen hebben inmiddels deze contreien verlaten.

Strand

Op 18 december neem ik de middagboot naar Terschelling om daar de kerstdagen en de jaarwisseling door te brengen. Dankzij het licht van de Brandaris zie ik ondanks de invallende duisternis de bestemming opdoemen. Ik kom in het donker aan.

Land in zicht!

De dagen zijn in deze periode aanzienlijk korter dan de nachten, maar gelukkig laat de zon het niet afweten. Op de kortste dag van het jaar toont de huisfazant van Topaas al het begin van zijn uitbundig bruidskleed.

Aan het eind van de ochtend loop ik naar het strand. In de wintermaanden vind ik het daar het mooist.

Op weg naar het water, met de bedoeling een stuk langs de vloedlijn te wandelen, zie ik een Zeehond liggen. Dat zie ik in de zomer niet gebeuren. Nieuwsgierig loop ik naar het dier om het wat beter te bekijken. Een andere strandbezoeker adviseert mij minimaal op 25 meter afstand te blijven om de Zeehond niet te verstoren. Natuurlijk is dat zeker niet mijn bedoeling.

Na korte tijd kruipt de Zeehond richting zee.

Gestrand op het strand
Op weg naar het water

(Ruim drie maanden later, op 4 april, vind ik opnieuw een Zeehond op mijn pad. Dicht onder duin bij strandpaal 7 ligt een Zeehond op de natte zandbodem te doezelen. Zou die blauwe vlek op zijn vacht in een opvangcentrum voor Zeehonden als herkenningsteken zijn aangebracht?)

Bij de waterlijn springt een Mantelmeeuw met een flink postuur in het oog. Ik zie dat de poten vaal roze zijn. Dat is naast zijn grootte een kenmerk dat deze Grote Mantelmeeuw van de Kleine Mantelmeeuw onderscheidt. Die heeft gele poten.

Kleine Mantelmeeuw, Terschelling strand paal 20, 26 maart 2023


Natuurlijk ontbreken in deze tijd Drieteenstrandlopers evenmin rond de overgangszone. In de vlucht is op de onderste foto de vleugelstreep op de bovenzijde fraai te zien.

De dag ervoor foerageren acht Drieteenstrandlopers aan de rand van de Grote Plak bij Topaas. Later in de week wordt het me duidelijk dat deze vogelsoort bij eb het drooggevallen Wad ook niet schuwt. Ze hebben een voorkeur voor de dynamiek van de golven aan het strand, maar sluiten evenmin andere rustiger plekjes uit als daar iets te halen is.

Drieteenstrandloper, Strand paal 10, 21 december 2022

Wad

Ook 22 december is weer een zonnige dag. Tijd om nu de blik op het Wad te richten. Aangekomen op de dijk bij Striep geniet ik van het weidse uitzicht.

Nu sta ik voor het dilemma de route westwaarts of oostwaarts langs de dijk te kiezen. Rond het middaguur is het met het oog op de stand van de zon lood om oud ijzer. Vandaag kies ik voor de westelijke route. Dan heb ik op de terugweg door de duinen de zon in de rug.

Een paar maanden geleden👈 lukte het me een Zilverplevier tussen de steltlopers op de kwelder bij Striep in beeld te krijgen. De vogel was nog in zomertooi maar bleef steeds op een flinke afstand. Nu zie ik tussen de basaltblokken aan de voet van de dijk opnieuw een Zilverplevier. Deze is in winterkleed, maar dicht genoeg te benaderen voor een aantal karakteristieke plaatjes.

De zwarte verticale band over de borst ontbreekt in dit jaargetijde. Dit kenmerk deelt de Zilverplevier met de Goudplevier. Behalve het verschil in de kleur van de bovenzijde, hun naam geeft dat al aan, zijn in de vlucht de zwarte okselveren van de Zilverplevier een goed onderscheidend kenmerk. Op de foto rechtsboven is die donkere plek te zien.

Als ik een paar dagen later bij Oosterend langs de dijk fiets, vliegt er een grote groep Goudplevieren over, op weg naar de polder. Maar de aantallen zijn nog niets vergeleken met de duizenden vogels die ik begin april op doortrek zie ter hoogte van Striep.

Er komt een vrouw met een rugzak, die bij nader inzien een handig te vervoeren telescoop op statief bevat, aangelopen. Enthousiast vertelt ze mij hoe blij ze met deze aanschaf is. Het is een flinke aanslag op je budget, maar soms mag je jezelf verwennen. Ze vertelt me dat haar broer bij vogelbescherming werkt en in het gelukkige bezit van een vakantiewoning in Lies is. Het vogelen zit dus in de familie, de liefde voor Terschelling ook.

Als een eind verderop in de Strieper polder een groep vogels rondvliegt vraagt ze zich af wat het zijn. Aan de hand van de paraboolvormige patronen die de zwerm vormt denk ik dat het Goudplevieren zijn. Het is kennis die ik in mijn begintijd als vogelaar heb opgedaan, terwijl ik tussen mijn toenmalige woonplaats Winsum (Gr.) en mijn werk op het Mathematisch Instituut op de fiets pendelde. Met name in de trektijd zag ik langs die route groepen Goudplevieren boven het grasland zulke figuren maken.

Als ze de telescoop op de gelande groep richt lijkt dat mijn vermoeden te bevestigen. Korte tijd later vliegt een deel ervan weer op in onze richting. Bij ons aangekomen wordt elke twijfel weggenomen.

En passant leert de vrouw mij het bestaan van de app Merlin Bird waarmee je vogels in de omgeving op basis van hun geluid kunt identificeren. Die app heb ik inmiddels ook op mijn telefoon geïnstalleerd en werkt verrassend goed. Al wordt een kraaiende haan niet geregistreerd ontdek ik later. Gedomesticeerde vogels zitten kennelijk niet in de database van de app.

In tegenlicht maak ik nog een kort filmpje.

Goudplevieren landen op de kwelder bij Striep, 5 april 2023
Een alsmaar groeiende groep op de kwelder bij Striep, 5 april 2023

Een andere indruk van de massaliteit geeft de bovenstaande foto, genomen vanuit een ander standpunt, waarop bovendien de goudgele zweem van de vogels beter tot zijn recht komt.

Terug naar december. Op de Stortumerdijk zie ik een paar Steenlopers nu eens niet tussen de basaltblokken maar op het gras foerageren.

Op de middag van 24 december volg ik het fietspad langs de dijk in oostelijke richting. Ik heb de zon dan grotendeels schuin achter mij.

Wad bij Lies, 24 december 2022

Omstreeks drie uur in de middag maak ik achterom kijkend een foto van de gedeeltelijk ontmantelde drijvende steiger ter hoogte van Lies.

Op het Wad springt tussen allerlei steltlopers een Wulp in het oog.

De laagstaande zon verspreidt een mooi licht over het Wad.

Omdat het Wad grotendeels drooggevallen is zitten de meeste vogels ver weg. Een Bonte Strandloper herken ik niet als zodanig👈 omdat in het winterkleed de donkere buikvlek ontbreekt.

Bij mijn verblijf op Terschelling eind maart kan ik een paar Bonte Strandlopers in hun winterjas van dichtbij bewonderen. De licht gebogen snavel is goed te zien, van de donkere buikvlek is nog geen spoor te bekennen

In hun gezelschap houdt zich ook een Steenloper op.

Steenloper, Wad bij Hoorn, 26 maart 2023

Nabij de Wierschuur, gelegen aan het einde van het fietspad langs de dijk, bevindt zich het wantij👈. Op dit relatief rustig deel van het Wad tref ik kort na de kerstdagen een grote groep Pijlstaarten. Het is een eendensoort die ik nu voor het eerst in beeld heb. Helaas heeft zonneschijn plaatsgemaakt voor een somberder weerbeeld.

Pijlstaart, Terschelling, Wad bij de Wierschuur, 27 december 2022

Nog meer eenden en ganzen


In de maand maart zie ik weer Pijlstaarten: Bij het Diependal en de Mepper Hooilanden in Drenthe en andermaal een Pijlstaart nabij de Wierschuur. Zo zie je ze nooit, ineens op meerdere plekken. Maar misschien komt dat ook doordat ik meer oog voor de specifieke kenmerken van Pijlstaarten krijg. Om tussen een grote gemengde groep dobberende eenden bijzondere soorten te ontdekken is ervaring en geduld onontbeerlijk.

Datzelfde geldt trouwens ook voor ganzen die graag in grote aantallen in elkaars gezelschap verblijven. Ieder jaar worden tussen dergelijke groepen wel zeldzaamheden als Roodhalsgans en Sneeuwgans ontdekt. Maar mij zinkt de moed me snel in de schoenen als ik de duizenden Rotganzen en Brandganzen in de polder zie.

Rotganzen, Brandganzen en Kokmeeuwen in de polder, 26 maart 2023

Domineren Rotganzen en Brandganzen dezer dagen in de polder, Grauwe Ganzen, sinds eind vorige eeuw broedvogels op Terschelling, lijken een voorkeur voor het duingebied hebben. Op 2 april verschijnt op het terras van Topaas een gezin Grauwe Gans: vader, moeder en 7 kuikens. Ondertussen zijn een veertigtal soortgenoten op kraamvisite.

Op de navolgende dagen wordt het voltallige gezin nog regelmatig gezien, ondanks de nabijheid van Zilvermeeuwen en Bruine Kiekendieven.

De dag erna zie ik in de buurt van de badweg naar West aan Zee bij het Rijsplak naar schatting 150 Kolganzen. Deze zijn ongetwijfeld onderweg naar hun noordelijke broedgebieden.

Overal tref ik eenden nu in paren aan. In een sloot bij Oosterend zwemt een echtpaar Kuifeend. Bij de Formerumer Wiel Bergeenden en Krakeenden. Het zijn Nederlandse broedvogels.

Op het terras van Topaas word ik kort na aankomst al begroet door een woerd met zijn gade. Eigenlijk verdienen ze de naam Wilde Eend niet. Ze komen aanwaggelen als ik de terrasdeur open en eten uit mijn hand. Kees Stip schreef ooit een puntdicht over een woerd:

Op een woerd

‘Den Haag’, zo sprak een woerd, ‘is blijkbaar
per trein uit Utrecht onbereikbaar.
Want telkens als ik het probeer
begint een goudgebiesde heer
zijn longen vol met lucht te happen
en roept dan: ‘Woerden overstappen!’

Kees Stip

Bij Doodemanskisten, een bosmeertje bij West-Terschelling, zijn ook andere eendensoorten van dichtbij te zien. Je treft er dikwijls Slobeenden en Krakeenden.

Terschelling, Doodemanskisten, 27 maart 2023

Tafeleenden kom ik ook in koppels tegen. Bij het Formerumer Wiel zie ik een aantal in het water aan de overkant waarbij de donkerbruine eendenvrouwen tegen de achtergrond nauwelijks opvallen. Later in april zie ik drie paar in het Bargerveen op kortere afstand. Die zijn met de plas waar ze in zwemmen en duiken hieronder afgebeeld.


Lentebodes

Wat me het hele winterhalfjaar niet lukt, gebeurt dan toch in het Hoornse Bos op 2 april. Tijdens een fietstocht besluit ik halverwege de badweg via een paar onverharde bospaden naar het fietspad tussen de badwegen van Hoorn en Oosterend te rijden. Net voordat ik dat bereik wordt mijn aandacht getrokken door bosvogeltjes in de bomen. Ze vliegen van tak tot tak. Ik hoor een Tjiftjaf, Pimpelmezen en een Roodborst zingen. Dan zie ik door mijn kijker dat er ook Goudhaantjes tussen zitten. Dus richt ik mijn fototoestel op het gefladder tussen de takken. In deze situaties blijft scherpstellen op het eigenlijke onderwerp een hachelijke aangelegenheid, maar uiteindelijk zit er toch een opname tussen waarop een Goudhaantje in actie te zien is. Het toont meteen waarom het zo lastig is deze beweeglijke vogeltjes te fotograferen. Te meer omdat in een bos de lichtomstandigheden zelden optimaal zijn.

Goudhaan, Terschelling, Hoornse Bos, 2 april 2023

De zingende Roodborst en de Tjiftjaf laten zich gemakkelijker in beeld vangen.

Datzelfde geldt voor de Roodborsttapuit die ik later vanaf het fietspad bij het begin van de Boschplaat zie.

Roodborsttapuit, Tordunen, Terschelling, 2 april 2023

De aankomst van de Blauwborst markeert voor mij ook het begin van de periode waarin veel andere zomervogels spoedig zullen volgen. Nadat ik op 5 april van mijn fiets/vogeltocht in de middag terugkom in Topaas moet ik nog naar de supermarkt voor een paar kleine boodschappen. Tegen mijn gewoonte in neem ook mijn kijker en fototoestel mee. Dat blijkt een gelukkige greep. Op het fietspad door de duinen zie ik voor mij een vrouw met een fototoestel in de weer bij een struikje. Om de situatie niet te ontregelen minder ik vaart en stop. Als ik vraag wat haar aandacht heeft antwoordt ze dat er een uitbundig zingende en baltsende Blauwborst zijn kunsten vertoont. In het mooie avondlicht krijg ik ook volop de gelegenheid de vogel te fotograferen.

Witsterblauwborst, Formerum aan Zee, 5 april 2023

Omdat ik slecht uit zoveel goed gelukte foto’s kan kiezen heb er een slideshow (van Wordfeud mag ik het leggen!) gemaakt.

Verhitte gemoederen

Tot besluit van dit uitgebreide halfjaaroverzicht een situatie uit de vogelwereld die treffend de gemoedstoestand van veel van haar bewoners in deze periode verbeeldt.

Soms lopen de gemoederen flink op.

5 gedachten over “Van het najaar naar het voorjaar

  1. Mooi verslag van je wandelingen en fietstochten van het afgelopen halfjaar. Niet alleen veel mooie vogelfoto’s, maar ook weer prachtige landschappen. Vooral je eilandfoto’s zijn weer een traktatie met voor deze wâldsjer prachtige ontmoetingen met zeehonden. Van de vogels staan met name de kraanvogel en de blauwborst nog steeds hoog op mijn verlanglijstje.

    1. De Blauwborst moet jou ook vast wel lukken. Een beetje riet en water is vaak al voldoende (en een portie geluk voor mooie foto’s)

  2. Ha, Doodemanskisten daar heb ik vorig jaar met mijn dochter gelopen, leuk om te herkennen! Een pittige blog, wat onderneem je veel en wat zie je veel. De klapekster is ook gaaf zeg en de wulpen! Mooie landschapsfoto’s ook, fijn weekend!

    1. Dank je Willie. Doodemanskisten zit nu ook iets meer in mijn systeem. De bossen rond West ken ik voornamelijk vanaf de fietspaden. Voor het eerst een paar weken geleden erdoorheen gewandeld van West aan Zee naar West-Terschelling. Was op het laatste stuk zelfs even de oriëntatie kwijt. Bleek bij volkstuintjes aan te komen. Terschelling blijft verrassen.

Geef een reactie