Over het weer hoefden we ons voor de nieuwe dag die ons te wachten stond geen illusies te maken. De voorspelling was duidelijk: langdurige regen. Dus eerst maar de gedroogde kleren inpakken en ons te goed doen aan een uitgebreid ontbijt in Hotel Erkelens.

We bespraken de te volgen strategie. Jan bleef natuurlijk het Pieterpad volgen en het leek het beste elkaar weer rond het middaguur in Schoonloo te treffen. Ik was van plan de richting Grolloo aan te houden, waarbij ik zo snel mogelijk een fietsroute van het netwerk Drenthe probeerde te bereiken. Terwijl ik mij nog in mijn regenpak hees, vertrok Jan alvast. Samen het Pieterpad volgen was, mede door het doornatte weer, geen optie.
Door regen rijden vind ik op zich geen probleem. Soms gedraag ik me dan als een merel. Luid een liedje fluitend trotseer ik de regen. Maar de temperatuur moet er dan ook naar zijn. Merels zingen ook niet in de herfst. Toch word ik in zo’n situatie wel wat meer op mezelf teruggeworpen. Ook nu kwam ik er al fietsend toe allerlei aangelegenheden te overdenken die me de laatste tijd bezighouden. Over hoe mijn leven het laatste jaar drastisch veranderd is en ik daarbij het gevoel heb daar prima mee om te gaan. Zoveel mensen om mij heen die voor mij veel betekenen, maar mij ook laten merken dat dat wederzijds is. Nu, op de fiets even alleen, maar zeker niet eenzaam. Ook Jan schreef over dit laatste behartenswaardige dingen op zijn “Op Fietse” blog in de post van 12 juni 2012. Hoe is het om alleen (op pad) te zijn? ⇐
Een paar kilometer buiten Rolde trof ik weer een plattegrond behorend bij een knooppuntenroute aan. Een handig hulpmiddel op de fiets van Jan is een klein kompasje waarmee je op ieder moment moeiteloos kunt vaststellen in welke richting je rijdt. Ik koerste in zuidelijke richting over het fietspad langs de N376. Links en rechts van mij boden de landerijen in de regen een troosteloze aanblik. Ook de wind was wat aangewakkerd. Ik was blij dat ik in de buurt van Grolloo rechtsaf werd gestuurd en nog een stuk kon afleggen over een fietspad door een bosrijkere omgeving.
In Grolloo stapte ik verregend af bij knooppunt 80 en stuurde vanaf die plek een foto naar mijn trouwste volgers met als bijschrift een verwijzing naar de titel van de LP “Groeten uit Grollo” van Cuby & The Blizzards uit 1967.

Het Pieterpad volgt ten opzichte van de fietsroute die ik nam een meer naar het oosten gelegen traject. Het zag er derhalve niet naar uit dat ik Jan voor Schoonloo nog zou treffen. Bestudering van de plattegrond leverde een aantal knooppunten die mij de richting van boswachterij Schoonloo wezen. Zo reed ik na het verlaten van Grolloo een tijdje door redelijk beschut gebied, wat het fietsen wel aangenamer maakte. Ik vorderde gestaag. Toen ik Schoonloo op een paar kilometer genaderd was zag ik ineens weer markeringen die aangaven dat ik mij op het Pieterpad bevond. Bijna onder de rook van Schoonloo gearriveerd bereikte ik het begin van een fietspad waarnaar ook de Pieterpadwandelaars werden verwezen. De paddenstoel erbij gaf echter aan dat die richting naar Schoonoord voerde, terwijl ik voor Schoonloo de weg moest blijven volgen. Ik twijfelde over de te kiezen route, maar bedacht tegelijkertijd dat het niet waarschijnlijk was dat Jan zich nog voor mij zou bevinden. Ik besloot hem te bellen, maar hij nam niet op. “Laat ik het er maar op wagen om terug te fietsen”, sprak ik tot mijzelf, “dan rijd ik hem tegemoet.” Terug op het punt vanwaar mijn fietsroute samenviel met het Pieterpad zag ik dat Jan teruggebeld had. Nu kreeg ik wel een hijgende hardloper aan de lijn, hoewel lijn….Weer zo’n zegswijze stammend uit het pre-mobiele tijdperk. Jan verwachtte over een klein kwartier op het punt te zijn waar ik mij bevond. Ik fietste nog een klein stukje de Koestukkenweg op en posteerde mij in de berm, turend in de verte of ik hem al kon zien. Ik hoefde niet lang te wachten voordat ik Jan, die in gestrekte draf naderde, in het vizier kreeg.
Bij mij aangekomen maande ik Jan nog een kilometer door te rennen en dan even bij een speciaal bankje op mij te wachten voor een fotomoment.
Bovenstaande foto’s illustreren treffend hoe wij ons elk op onze eigen wijze gewapend hebben tegen de weersomstandigheden op deze dag.
We vervolgden gezamenlijk onze weg tot het begin van het eerder genoemde fietspad. Jan nam de Pieterpadroute naar Schoonloo, ik bleef de weg volgen. We troffen elkaar even later weer bij café Hegeman waar we ons te goed deden aan koffie met appelgebak. Na het voorbijtrekken van een aantal intensieve regenbuien waren wij weer voldoende op krachten gekomen om onze tocht te hervatten.
Met de blik op oneindig fietste ik stug door naar Schoonoord, een voor mij vertrouwde naam omdat het huis waarin ik geboren ben dezelfde naam draagt.
Vooraf hadden we afgesproken elkaar weer te treffen bij de horecagelegenheid van het openluchtmuseum Brammert en Ellert, geopend volgens Google. Echter bij mijn aankomst ter plekke bleek die zaak tot april gesloten. Dus fietste ik door naar café de Haven bij het Oranjekanaal dat als enige wel geopend was.
Enigzins beschroomd stapte ik gehuld in mijn kletsnatte regenpak het etablissement binnen. Voorzichtig liep ik naar de bar om de uitbater te vragen of ik een kop koffie mocht bestellen en waar ik het best zolang mijn natte spullen neer kon leggen. Op de biljarttafels in het deel van de gelagkamer naast de bar speelde een aantal oudere dorpelingen geanimeerd hun spel. De stuurtas had ik bij binnenkomst meteen op het eerste het beste tafeltje neergelegd. De wijze waarop de cafébaas mij begroette kan het beste als nogal gereserveerd omschreven worden. Het was duidelijk dat hij niet gecharmeerd was van mijn natte verschijning, zeker toen ook nog bleek dat mijn stuurtas een flinke plas op de tafel had achtergelaten. Ik mocht de jas van mijn regenpak op de kapstok bij de ingang hangen en mijn handschoenen en stuurtas op de verwarming te drogen leggen. Een stoel zonder bekleding werd mij toegeschoven en met een doek de tafel gedroogd. Ik waarschuwde de kroegbaas maar vast dat ook mijn zoon nog onderweg naar zijn café was….
Na korte tijd maakte ook Jan, ik had hem mijn locatie geappt, zijn opwachting. Aanvankelijk hadden we het plan dat Jan de route van het Pieterpad zou blijven volgen, eventueel zelfs voorbij Sleen – het eindpunt van de etappe vandaag. Intussen zou ik dan vooruit naar huis fietsen en met Anky’s oude fiets mij vervolgens naar station Emmen-Zuid spoeden. Daar had ik zondagochtend de auto neergezet toen ik de trein en vervolgens de bus naar Groningen had genomen. Vanaf het station zou ik dan naar de plek rijden waar Jan op dat moment was en met hem naar mijn huis terugrijden.
Jan stelde nu voor gezamenlijk linea recta naar mijn huis in Emmen te gaan, mede met het oog op de reeds geleden ontberingen. Bovendien begon ik meer te hoesten en kreeg wat last van mijn knieën. En natuurlijk was samen fietsen ook gezelliger. Omdat dit traject uitsluitend over verharde wegen ging, wisselde Jan van schoeisel, waarna wij weer vertrokken uit café de Haven.
Gelukkig was het inmiddels droog geworden. Via het fietspad langs de N376 door boswachterij Sleenerzand kwamen we in Noord-Sleen. Van daaruit zetten we koers naar Westenesch. Het looptempo van Jan was nog steeds indrukwekkend hoog, mijn fietstempo net zo indrukwekkend laag, wat mij een pijnlijker gevoel in mijn knieën gaf. Ondertussen kreeg ik nog een telefoontje dat ik moest beantwoorden. Toen ik Jan weer achterhaald had – hij was inmiddels bij het Oranjekanaal in Westenesch – vertelde hij dat hij nog bij een huis aangesproken was door de bewoner met het verzoek nog even te helpen één of ander zwaar voorwerp weg te dragen. Jan bedankte assertief voor de eer met de mededeling dat hij hardlopend van Rolde was komen lopen en niet zat te wachten op een extra inspanning. Nog verbolgen opperde Jan dat de goede man waarschijnlijk geen idee had waar Rolde ligt.
Nadat ik Jan achterhaald had, besloten we dat ik nu snel naar huis zou doorfietsen en Jan bij Station Emmen-Zuid de auto zou ophalen.
Toen ik de sleutel in het slot van de garagedeur stak hoorde ik achter mij een auto de oprit oprijden. Jan had de voorsprong die ik met de fiets had opgebouwd al weer teniet gedaan. Bij mij was het kaarsje uit, maar Jan had zelfs nog de energie om boodschappen te doen en een pastamaaltijd te bereiden.
Mooie, maar barre tocht met al die regen. Alleen al daarom geweldig dat jullie dat volbracht hebben!
De echte bikkel is natuurlijk Jan, die geen moment verslapte. Ook jouw rol komt in het vervolg nog zeker ter sprake Gerri!
Mooie foto’s. Ik wist niet dat je matglas in je bril had. Respect voor de “Volharding” (zo heet ook het bejaardenwijkje in Denekamp; oorspronkelijk sloeg deze naam op de melkfabriek die daar destijds stond, maar het niet heeft volgehouden, en inmiddels dus is vervangen door bejaarden).
Ik ken zelfs mensen die na een staaroperatie ineens goed kunnen zien toch een bril, maar dan zonder glas, blijven dragen. Zo gewend zijn ze eraan!😊
Wat een bikkels zijn jullie!!!!! Respect!!!!!