Een onverwachte wending
Lynn en Steve, onze medepassagiers op de namiddagsafari van de vorige dag, zijn op het vroege ochtenduur stipt op tijd. Het is de verdienste van Puck dat ze met wat welgekozen woorden de lucht weet op te klaren. Natuurlijk had Lynn (van Steve ben ik minder zeker) wel gevoeld dat we niet erg gecharmeerd waren van hun late verschijning de vorige dag. Maar, zoals Puck het zei, dat is hiermee uitgesproken. We starten met een schone lei.
Ik ga nu voorin naast Wim zitten, daarachter Lynn op dezelfde rij als Puck en Steve alleen achterin. Een prima plek, zoals ik eerder ervaren heb, omdat je dan alle ruimte hebt om van links naar rechts te switchen. Zeker heel praktisch voor een fotograaf.
Voor we wegrijden ontvouwt Ian de plannen voor vandaag. We steken de Grumeti over en hebben aan de andere zijde alle ruimte om naar wilde dieren en vogels van diverse pluimage op zoek te gaan. In dit deel van Serengeti is het ook toegestaan ons buiten de gebaande paden te begeven. Ian zal regelmatig van die mogelijkheid gebruik maken.
Het is klein half uur rijden voordat we de brug over de Grumeti bereiken. In die tijd is het al voldoende licht geworden om de Nijlpaarden die ook hier zich overdag in het water ophouden te kunnen observeren. We zien nog een paar laatkomers vanaf de oever het water instormen. Een paar andere spelen al druk met elkaar in de rivier.
Spelen Op weg naar het water Op ramkoers?
Tijdens de safari’s de afgelopen dagen zagen we regelmatig Kroonparelhoenders (Crested Guinea Fowls) vluchtend voor onze naderende jeep. Vandaag lukt het Wim opnames te maken die recht doen aan het fraaie uiterlijk van deze vogels en hun typerende gedrag als ze zich uit de voeten maken. Inderdaad, liever lopend dan vliegend, al zijn er altijd uitzonderingen.

Voor de eerste keer stuurt Ian de auto van het pad af, een eindje de vlakte op. Een nieuwe vogel vertoont zich hier: de Lelkievit. (African Wattled Lapwing).

Terug op de gebaande weg zien we een roofvogel in een boom boven de bladeren uitkijken. Het is een Bruine Slangenarend (Brown Snake-Eagle).
Iets verderop vermaakt een familie Hyena’s zich met de restanten van een prooi, vermoedelijk een Gnoe. Op weg daar naar toe komen we twee Jakhalzen tegen.
Jakhalzen op de grens van Serengeti National Park
Terwijl Wim de Hyenas filmt ziet Puck leeuwen. En ook Lynn ziet ze, zoals op het volgende filmpje te horen is. Haar stem klinkt opgewonden, waaruit ik nu afleid dat dit vermoedelijk hun eerste confrontatie met leeuwen in de Serengeti is. Inderdaad kwamen we die op de gezamenlijke middagsafari van de vorige dag niet tegen. Duidelijk is te horen hoe zij probeert Ians aandacht op de dieren te vestigen.
Ian besluit opnieuw het pad te verlaten en rijdt in de richting van de leeuwen. Dan verschijnt, naar het lijkt vanuit het niets, plotseling een jeep. Uit de jeep springt een aantal mannen. Ian wordt gesommeerd naar de man achter het stuur te komen. Het ziet er nogal dreigend uit, maar Ian blijft bewonderenswaardig kalm. We begrijpen er niets van.

Als Wim vanuit het open dak van onze auto een foto van het tafereel maakt, wordt hem via gebaren duidelijk te verstaan gegeven dat men daar niet van gediend is. (Gelukkig hebben we de foto nog…)
De conversatie tussen de chauffeur en Ian wordt even later buiten de jeep voortgezet. Het lijkt erop dat Ian de ongemakkelijke situatie met een grapje probeert op te lossen, maar dat blijkt averechts te werken. Onze gids wordt stevig bij de schouder gepakt waaruit blijkt dat zijn opmerking duidelijk verkeerd is gevallen. De woordvoerder van de groep komt naar onze auto en haalt de sleutels uit het contact. Bovendien moet het dak dicht en de ramen gesloten worden.
Dan komt Ian ons uitleggen wat het probleem is. Hij is per ongeluk iets buiten het territorium van het Serengeti National Park in het Grumeti Game Reserve verzeild geraakt. Dit wildreservaat is, zoals hij het formuleert, in langdurige pacht gegeven aan een rijke buitenlander. Het komt er op neer dat de parkwachten geld willen zien, omdat wij geen toegangsbewijs voor dit gebied hebben. Waarop Lynn bezorgd zegt dat ze geen geld bij zich heeft. Ian stelt haar gerust dat dat niet ons probleem is, maar dat dit met de reisorganisatie Nomad moet worden opgelost. Daartoe moeten we naar een andere locatie in het park rijden voor, naar later blijkt, het voeren van diverse telefoongesprekken. Maar het is wel duidelijk dat onze gids zich behoorlijk opgelaten voelt.
De parkwacht neemt het stuur van onze safari-jeep over en Ian gaat op de bijrijdersplek zitten. Tussen hen ontspint zich een gesprek in het Swahili. Uit de toon maken we op dat de verstandhouding wel verbetert. Van Ian begrijpen we dat we naar een plek rijden waar via een meerdere van de parkwacht de gerezen problemen administratief moeten worden opgelost. Wel heeft de parkwacht hem toegezegd ons onderweg de gelegenheid te geven interessante dieren die eventueel op ons pad opduiken te observeren. En zo kan Lynn toch de leeuwen van dichtbij zien.

De andere jeep komt ineens naast ons rijden: telefoon voor Ian. Terwijl Ian uitstapt en het telefoongesprek voert richt de parkwacht zich ineens in het Engels tot ons. Hij bevestigt nogmaals dat niet wij het probleem zijn, maar het ontbreken van de vereiste papieren bij de gids.
We komen nu zelfs in de nabijheid van bebouwing. Ian vertelt dat daar eventueel op roofdieren geschoten mag worden om ze bij de bewoners uit de buurt te houden.
Ons pad kruist een weg met iets meer verkeer. Ian en de parkwacht stappen daar uit. Terwijl zij nog een aantal telefoongesprekken voeren, kunnen wij in de verte een kudde olifanten zien.

Dan blijkt plotseling de lucht opgeklaard en krijgt Ian de sleutels terug. We kunnen langs dezelfde route weer terugrijden naar het Serengeti National Park. Ian benadrukt dat hij de parkwachten niks kwalijk neemt. Ze doen hun werk. Maar wat hem stoort is dat de regering van Tanzania dit gebied, in plaats van het zelf te exploiteren, langdurig aan een buitenlandse belanghebbende verpacht heeft en daarbij kennelijk alleen het korte-termijn belang voor ogen had.
Ian excuseert zich nogmaals voor het oponthoud, maar wij complimenteren hem juist met de manier waarop hij in onze ogen escalatie heeft voorkomen.
Al met al neemt deze onvoorziene gebeurtenis, de terugrit naar de “plaats delict” meegerekend, zo’n twee uur in beslag. Hoog tijd dus voor Ian om naarstig op zoek te gaan naar een geschikte locatie voor het uitgestelde ontbijt. Op weg daar naar toe passeren we onder meer op korte afstand een Struisvogel .

Het contrast met het ontbijt tijdens de safari’s met Joël in Central Serengeti is groot. Daar zaten we veilig beschut in de jeep te genieten van het lekkers dat Joël ons voorschotelde met de zekerheid dat wij ter plekke niet zelf als ontbijt voor leeuwen of andere roofdieren zouden eindigen. Hier parkeert Ian de auto op de open vlakte, pakt klapstoeltjes uit de achterbak en installeert een tafel waarop de maaltijd wordt uitgestald. Met op de achtergrond een lang lint migrerende Gnoes en uitzicht op een mannetje Impala dat zijn harem nauwlettend bewaakt genieten we toch nog ruim voor het middaguur het ontbijt.

Migrerende “Wallabies” zullen voor een groot deel het beeld bepalen van het vervolg van deze ochtendsafari. Echter, voor het zover is, hebben we weer een ontmoeting met een aantal Topis.

In een gebied met wat meer begroeiing zien we de Sausage Tree. De worstvormige vruchten die de boom draagt verduidelijken onmiddellijk de naam. Het zijn producten van grote donkerrode bloemen met gele stampers en meeldraden. Ze hangen aan draadvormige stengels waardoor ze tijdens de bloei gemakkelijk bereikbaar zijn voor allerlei insecten, honingzuigers en vleermuizen, wat de bestuiving zeer ten goede komt. Voor diverse zoogdieren, zoals bavianen en antilopes, vormen de bloemen een honingrijke traktatie. Maar ook de vruchten, hoewel voor de mens giftig als ze nog niet rijp zijn, worden door bijvoorbeeld bavianen gegeten.

En dan verzeilen we niet lang daarna tussen een grote groep Wildebeesten.

Door niets laten de Gnoes zich weerhouden.
Als de hele karavaan overgestoken is verschijnen even later toch nog twee achterblijvers bij de oever. Ze aarzelen om het water over te steken. We kijken het nog een tijdje aan, maar als de vrees de moed overwint en het tweetal zich terugtrekt besluiten we weer verder te rijden. Zullen ze nu een gemakkelijke prooi voor leeuwen of luipaarden zijn? Als we een dag later opnieuw de weg langs het water in tegengestelde richting afrijden zien we dat het niet veel verderop ophoudt. Gnoes met watervrees hebben dus de optie om om te lopen.
Eerder deze ochtend trok een eigenaardig vogelgeluid mijn aandacht. De producent ervan werd door de begroeiing aan het oog onttrokken. Als ik Ian opmerkzaam maak op het geluid, antwoordt hij dat het afkomstig is van de Hadada Ibis. Of zoals Ian het uitspreekt: de “Hadada-aaibus”. Net als bij de Bateleur in Central Serengeti kan ik maar niet genoeg krijgen van het uitspreken van de naam, die verwijst naar het geluid dat deze Ibis maakt.
Tot mijn genoegen klinkt dat geluid opnieuw als we op de terugweg andermaal de brug over de Grumeti oversteken. In een kale boom aan de oever zitten duidelijk zichtbaar twee roepende Hadada Ibissen.

Nog eenmaal tijdens deze tocht besluit Ian het pad te verlaten als hij in een boom leeuwen ontdekt. Deze blijken echter tamelijk schuw waarop we de quizvraag voorgeschoteld krijgen wat daar de reden van is. Terwijl we naar de leeuwen rijden filmt Wim een paartje Southern Ground-Hornbills (Zuidelijke Hoornraven) en geeft Ian na mijn gestotterde suggestie het antwoord: we zitten vlakbij een gebied waar jachtconcessies zijn verleend.
Ground Hornbill
Sundowner
Na de lunch in Camp Musabi en een siësta die op deze broeierige middag zeer welkom is, verheugen we ons op de gisteren al aangekondigde sundowner aan het eind van de middagsafari. Deze keer blijven we in de buurt van het Camp omdat we wel voor het donker wordt weer “thuis” moeten zijn. We gaan het gebied in de heuvels, aan de voet waarvan Camp Musabi ligt, verkennen. Ian is er duidelijk op gebrand ons luipaarden te laten zien. Tijdens deze tocht zal hij herhaaldelijk verklaren dat het gebied erg geschikt is om deze dieren te treffen. Na afloop kunnen we constateren dat die missie vandaag niet lukt.
Wat wel lukt is het fotograferen van een aantal Roodsnaveltoks (Red-billed Hornbill), niet ver van ons Camp.
De Blauwe Langstaartspreeuw (Rüppell’s Long-tailed Starling) hebben we hier ook voor het eerst goed in beeld.
De tocht door de heuvels biedt wel mooie vergezichten, maar relatief weinig dieren. Wel komen we langs een plek waar een nieuwe lodge gebouwd wordt. Daar in de buurt zijn op diverse plekken blauwe doeken opgehangen. Ian vertelt dat deze dienen voor het lokken en vangen van Tse Tse vliegen.
Als we weer afgedaald zijn rijden we andermaal een stukje van de route van de vorige dag tot we een plek bereiken waar we goed uitzicht hebben op de ondergaande zon. Verwonderd gadegeslagen door een tweetal Buffels stalt Ian op de motorkap van de jeep de drankflessen voor de sundowner uit.

Het licht van de ondergaande zon weerkaatst tegen de wolken.
In opperbeste stemming genieten we van het moment.
Puck , Wim en Ian evalueren de dag
Waarmee een enerverende dag mooi wordt afgesloten.