Oerol – 2018 Straattheater

Onze eerste gereserveerde voorstelling staat gepland op de late zondagavond. Wij hebben daarom alle ruimte de zondag naar eigen inzicht in te vullen. Het lijkt ons een goed idee om aan het begin van de middag naar Midsland te fietsen. In elk geval staat op ons wensenlijstje één van de optredens van Marijke Boon.

Marijke Boon beheerst als geen ander de kunst van het kleine. Samen met haar smartphone en rode accordeon gaat ze de straat op. Zingt van lege weilanden en blauwe spa, van liefde en eenzaamheid. Ze speelt met taal zoals ze accordeon speelt: op het eerste gezicht eenvoudig, maar eronder schuurt en piept het. Achter haar ruist de zee, naast haar zitten twee hazen op doek: een klein diorama op Oerol. 

Op weg naar haar optreden staan we stil bij het duo Youri & Marie dat voor de liefhebbers een artistieke dansuitvoering ten beste geeft. Mij verveelt het tamelijk snel en als ik Suze ook niet meer zie loop ik door naar Marijke Boon die al aan haar optreden begonnen is. Daar zie ik Suze evenmin tussen het publiek. De vraag “Waar ben je?” die ik na een kwartiertje via Whatsapp binnenkrijg maakt mij duidelijk dat ik haar in het publiek bij Youri & Marie letterlijk over het hoofd heb gezien: ze was erbij gaan zitten en is geboeid blijven kijken. Suze houdt wel van dans en eerlijk is eerlijk: het levert ook weer een paar mooie foto’s op:

Youri & Marie dansact
Momentopnames van de dansact Morning, Mourning

Ik heb mij tussen een enthousiast publiek bij Marijke Boon opgesteld en leg een paar fragmenten uit haar optreden vast.

Inmiddels zie ik dat Suze, gewapend met haar camera, aan de andere kant tussen het publiek is gaan zitten. Met oog voor detail maakt ze een foto van Marijke Boons rode accordeon en haar qua kleur mooi contrasterende schoenen.

Later in de middag stuurt schoonzus Puck die bij Marijke Boons tweede optreden op de eerste rang zit nog de volgende fraaie opname:

Na afloop van Marijkes optreden is er gelegenheid een fraai antiquarisch vogelboek (wel met handschoentjes!) in te kijken of het boekje “Knalgroen Gifrood” met teksten van liedjes en daarbij een CD naar keuze te kopen.

Waslijn met handschoentjes
Twee meisjes op zoek naar de juiste maat?

Wij kopen allebei een boekje en mogen daarom 2 CD’s uitzoeken. De boekjes laten we signeren.

knalgroen gifrood

We aanvaarden de terugtocht door de Oosterburen (de hoofdstraat in Midsland), waarbij de voortgang hier en daar belemmerd wordt door het samengestroomde publiek rond andere acts. Aangekomen bij de weg rondom de kerk zien we een gezelschap muzikanten bezig hun instrumenten voor een optreden in gereedheid te brengen. We blijven staan om te zien wat er komen gaat. Van de woordvoerder van de groep begrijpen we dat het wachten is op het moment dat de “Meisjes met de Wijsjes” even verderop klaar zijn met hun optreden.

En dan barst het los:

De mannen en één vrouw van de Hillsback Brassband (afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug 😉) hebben er zin in en maken er een feestje van. In het tweede nummer herken ik zowaar de melodie van Vaughn Monroe’s “Riders in the Sky”, mijn “geboorteplaat” (Zie Radioavonturen 👈).

dscf1170
De slagwerker in volle actie
Blazers
evenals de blazers

Een paar nummers later wordt de spanning opgevoerd doordat één van de muzikanten een stoel voor het “podium” plaatst. Een jonge vrouw uit het publiek mag erop plaatsnemen en krijgt een consumptie aangeboden. Dan volgt een muzikale hofmakerij, waarbij het publiek uit volle borst meezingt:

Ook een tweede jonge vrouw uit het publiek wordt door de muzikanten nog in het zonnetje gezet, waarna onder luid applaus de voorstelling eindigt.

Als we ons rondje om de kerk vervolgen stuiten we op de voorbereidingen van een volgende act. De artiest is eerst nog bezig wat mopperend fietsen die tegen het hek om de begraafplaats gestald zijn te verwijderen. Een briefje met het verzoek daar geen fietsen te plaatsen heeft niet het beoogde effect gehad. Na zo meer ruimte voor publiek te hebben gecrëeerd trekt hij gepaste kleding aan en kan Pieter Post beginnen aan zijn ode aan de luiheid. Het lijkt mij na het muzikale geweld van de Hillsback Brassband een prima intermezzo.

To do nothing at all is the most difficult thing in the world, the most difficult and the most intellectual’ (Oscar Wilde)


Lui zijn is hard werken. Als je gewend bent van de ene afspraak naar de volgende te rennen, zul je merken dat helemaal niets doen een stuk makkelijker gezegd is dan gedaan. Laten we lummelen en lapzwansen, laten we flierefluiten en flaneren, laten we dagdromen en vooral lui zijn. En laten we daar nu meteen mee beginnen! 

Als Pieter Post met zijn voorstelling begint spreekt hij de verwachting uit dat een groot aantal toehoorders het niet zal kunnen opbrengen deze tot het eind toe uit te zitten. Het doet mij denken aan één van mijn eerste colleges wiskunde aan het begin van mijn studie op de Groninger universiteit in 1967. De docent sprak toen de bemoedigende woorden: “Kijk even naar een medestudent naast u. 50% kans dat hij of zij (die waren wel ver in de minderheid) volgend jaar een andere studie heeft gekozen of helemaal is gestopt.”

Op een lange plank staat een twintigtal boeken uitgestald. Eén voor één neemt Pieter er een af, noemt de schrijver en de titel en geeft er summier commentaar bij. Alle boeken verheerlijken op één of andere manier het nietsdoen, luieren en lanterfanten. Al zitten er ook exemplaren tussen die hij ten stelligste afraadt, gezien de inspanning die alleen het lezen ervan al vergt. Nadat hij alle titels heeft afgewerkt en verplaatst naar een kistje op de grond kan de eigenlijke voorstelling beginnen.

Aan de ene kant van de plank staat onder een hoed een speelgoedschildpad in de startblokken. Deze is door middel van een lange draad verbonden met een aan het andere eind handmatig te bedienen speeldoosje. Als Pieter aan het haspeltje van het speeldoosje draait klinkt er een muziekje en komt het schildpadje langzaam dichterbij. Aan het eind wacht de schildpad een bedje vol lekkere malse groene blaadjes, maar voor het diertje daar is zal het nog wel enige hindernissen moeten overbruggen. Om de ontknoping mee te maken zal het geduld van het publiek flink op de proef gesteld worden.

De volgende filmpjes illustreren de gebeurtenissen. Ik heb daar niets aan toe te voegen. Ik heb me immers al genoeg ingespannen om het geheel te introduceren.

Op dit moment heeft het publiek toch wat extra afleiding voorgeschoteld gekregen in de vorm van een dampende hoed aan het begin en een opklappend bordje bij het passeren van de 92 cm grens.

Ter vermaak van de toeschouwers plaatst Post vervolgens een grote pinguïn op de plank, maar die wordt bij het bereiken ervan fier door het schildpadje van de plank gestoten. Waarna korte tijd later het beestje een onwaarschijnlijk grote plas waarvan de hoeveelheid vele malen groter is dan in zijn eigen lijfje past op de kop van de gevallen pinguïn laat lopen. Gelukkig slaagt Pieter Post erin de vloedgolf te stoppen.

Ook nadat het bordje met de aanduiding “halverwege” omhoog klapt heeft het schildpadje nog enige hindernissen te overwinnen.

Een ventilator zorgt voor de nodige tegenwind en het laatste traject is bergop. Maar dan volgt de apotheose:

Pieter Post, die naar eigen zeggen al 15 tot 16 jaar meedraait in het straatprogramma van Oerol, zegt in de programmakrant 2018: “Voor dit jaar werk ik aan een ode aan de luiheid, aan niets doen. Echt niéts doen. Dat ga ik ook met het publiek doen. Nou dat kon vijftien jaar geleden echt niet. Ik kan nu veel verder gaan. Het straattheater is een beetje volwassen aan het worden. Eindelijk.”

Mij heeft hij overtuigd. Ik heb me geen moment verveeld.

We keren terug naar een terrasje in de Oosterburen voor een lichte lunch om daarna op de fiets te stappen. Via Baaiduinen en Kinnum zoeken we het fietspad onderlangs de waddendijk op. Met een klein oponthoud bij het in het vorige bericht beschreven project van Marc van Vliet en een sanitaire stop bij de jachthaven en de daar geplaatste getijdenwijzer (waarover in een latere aflevering) komen wij rond kwart voor vijf aan bij het Brandarisplein. We zien nog net het slot van de voorstelling van de eerstejaars studenten van Fontys Academy of Circus and Performance Art (ACAPA). Onderstaande foto laat zien dat zij ook tot spektakel in staat zijn.

ACAPS
De lucht in.

Daarna volgt een optreden van het Broken Brass Ensemble, opnieuw een groep muzikanten waarin de blazers een prominente rol spelen. Het lijkt wel een battle of the (brass-)bands deze dag. Zo’n toeter bespelen nodigt wel uit tot een zeker machogedrag.

BBE1E15D9165-46E7-4651-9980-B5EC455AD9B4E2DE63B7-388A-4327-98E3-C6BF9ACE9B20

Hierna fietsen wij terug naar “Topaas”. Ons wacht immers nog laat op de avond de eerste theatervoorstelling.

Op dinsdag, aan het eind van de middag – ik moest nog even bij woninginrichting Mast een afspraak maken – keer ik nog even terug bij de Brandaris. Daar zie ik nog een deel van twee acts waarvan de eerste op mij nogal bevreemdend overkomt. Er is duidelijk sprake van publieksparticipatie.

Om te voorkomen dat ik bij de voorstelling betrokken zou worden besloot ik het eind niet af te wachten, maar mij veilig terug te trekken in de aan het plein gelegen ijssalon om daar van een consumptie te genieten. In de programmakrant van die dag lees ik nu dat de voorstelling de titel “O ratelslang geil beest” draagt en tot doel heeft met hulp van het publiek een lijk tot leven te wekken. Je moet er maar opkomen.

Deze voorstelling van Joost Oomen en Willie Darktrousers maakt deel uit van het project “Lân fan taal” van het reizend gezelschap “de Taalkaravaan”, alles in het kader van Leeuwarden, culturele hoofdstad van 2018.

Acrobatiek komt er vergeleken met vorig jaar misschien wat bekaaid af. Daarom sluit ik deze aflevering af met een stukje uit de voorstelling “Stick-Stok” van Tea Time Company.

Drie verschillende mensen met drie verschillende lengtes, culturen en disciplines onderzoeken de uiteenlopende functie van een paar vreemde stokken. Stap in een wereld waarin een danseres, een jongleur en een Chinese paalartiest samen spelen, plagen en creëren. Samen ontdekken ze hoe ze de stokken kunnen gebruiken om hun disciplines te combineren en opnieuw uit te vinden.