Vogels spotten

Nu ook ons land lijdt onder de corona-pandemie vanwege alle maatregelen om een verdere verspreiding van het covid-19-virus door intermenselijk contact tot een minimum te beperken, heb ik het plan opgevat tijdens mijn fietstochten en wandelingen de camera met 300 mm telelens mee te nemen om een aantal van de door mij gespotte vogels te fotograferen. Ik verkeer in de gelukkige omstandigheid dat de wijk van mijn woning grenst aan het buitengebied van Emmen en daardoor bij deze expedities eenvoudig op gepaste afstand van mijn provinciegenoten kan blijven. Veel lastiger is het de afstand tot de beoogde onderwerpen van mijn foto’s te minimaliseren, aangezien vogels de neiging hebben bij mijn nadering op de vlucht te gaan. Zelfs het zwaaien met het pasje dat mij jaarlijks wordt toegezonden als bewijs van mijn lidmaatschap van de Vogelbescherming biedt geen soelaas. Het doet me denken aan “de kritische afstand” waarover Maarten ‘t Hart schreef in het gelijknamige boek met essays over het vergelijken van het gedrag van mensen met dat van dieren. Hij haalt het voorbeeld aan van mensen uit de Arabische wereld die bij onderlinge gesprekken een kleinere afstand bewaren dan Europeanen. Dat leidt soms tot een komisch effect als een Europeaan met een Arabier een gesprek aanknoopt, waarbij het lijkt of de één de ander achtervolgt. Overigens kan iedereen sinds kort met eigen ogen zien hoe in ons land de kritische afstand in korte tijd vanwege besmettingsgevaar vergroot is tot anderhalve meter.

Ook bij het waarnemen van de diverse vogelsoorten zie ik tussen mens en dier verschillende kritische afstanden. Kleine vogels zijn doorgaans dichter te benaderen dan de grotere exemplaren. Roodborstjes en Merels lijken soms juist het gezelschap van de mens op te zoeken. Dit gedrag is vooral te observeren tijdens werkzaamheden in de tuin. (Al is het dan weer opmerkelijk dat Roodborsten onderling buiten de broedtijd elkaars nabijheid niet kunnen verdragen). Roofvogels en Gaaien daarentegen gaan, zodra ze je opmerken en te dicht benadert, gehaast op de wieken.

Een bedreven fotograaf ben ik niet. In Tanzania heb ik wel gezien dat van de duizenden foto’s die Wim tijdens onze safari maakte slechts een fractie in het door hem samengestelde fotoboek is opgenomen. Datzelfde geldt voor het beeldmateriaal bij de verhalen op dit blog over onze safari in de Serengeti. Ook Suze gaat bij de selectie van haar foto’s rigoureus te werk. De kwaliteit van de resterende foto’s hebben mij geïnspireerd tot het uitgebreid berichten over onze ervaringen op Oerol de afgelopen drie jaar. Ze vormen een degelijk fundament voor mijn stukjes.

De digitalisering van de fotografie heeft er wel toe geleid dat de drempel om minder geslaagde foto’s weg te doen aanzienlijk verlaagd is. De verzameling die dan overblijft heeft vanzelfsprekend een hogere kwaliteit. Aan de andere kant hebben onvolmaakte opnamen soms ook hun charmes. Een fotodetective als Hans Aarsman kan in zijn Volkskrant-rubriek “De Aarsman Collectie” zeer onderhoudend schrijven over persfoto’s die hem onder ogen komen. Jaren geleden was ik met Anky, Suze en haar vriendin Astrid in de aula van het Academiegebouw in Groningen bij een boeiende lezing van Aarsman over zijn werkwijze. Ik leerde ervan kritischer naar foto’s te kijken en oog te krijgen voor opmerkelijke details op afbeeldingen. Overigens vind ik dat dat eenvoudiger is dan zelf een mooie compositie door de zoeker van een camera te vinden. Dat vermogen kenmerkt juist de getalenteerde fotografen.

Oog hebben voor de omgeving en daarin bijzondere details opmerken gaat aan het maken van interessante opnamen vooraf. Allemaal eigenschappen die ik mijzelf niet toedicht, niet in de laatste plaats omdat ik met die tekortkomingen in het verleden meermalen ben geconfronteerd. Mocht ik door toeval ooit getuige zijn van een misdrijf dan betwijfel ik of in staat ben een goed signalement van de dader te geven.

Eind vorige eeuw verscheen een fotoboek “Het Oldambt 1964-1997” met foto’s die Henk Linnewiel, dierenarts te Midwolda, maakte tijdens de visites die hem bij het uitoefenen van zijn praktijk kris-kras op veel plekken in de Groninger streek Het Oldambt brachten. Om mooie foto’s bekommerde hij zich niet, wel om het leven ter plaatse. Op één van de foto’s staat Anky’s opa afgebeeld met de gezusters Wezeman, bij wie opa op hun boerderijtje hand- en spandiensten verrichtte.

Ik vrees dat deze foto bij Anky de toets der kritiek niet had doorstaan. Uit het analoge fototijdperk herinner ik mij de verbazing van een vriendinnetje van Nienke toen Anky bij het inplakken van pas ontwikkelde foto’s in een fotoalbum één van de foto’s vanwege een onvolkomenheid ter plekke in tweeën scheurde en in de prullenmand deponeerde. “Mijn moeder plakt altijd alle foto’s in“, aldus een onthutste Karin…

Bovenstaande overwegingen weerhouden me niet om, zonder pretenties, dit voorjaar bij tochtjes vaker de camera mee te nemen en maar eens anders te kijken naar wat er op mijn pad komt. Bij wijze van oefening fotografeer ik vanuit het keukenraam Houtduiven die zijn neergestreken op een knotwilg aan de waterkant. Het is een voordeel dat de geportretteerde duiven redelijk stil zitten. Vanuit mijn huis is de kritische afstand bovendien kleiner. Scherp stellen lukt het best door te focussen op het oog en dat is redelijk gelukt. De achtergrond, gevormd door een deel van het huis aan de overkant van het water, maakt daarentegen een rommelige indruk. Ter verduidelijking: alle foto’s maak ik zonder een statief te gebruiken.

26 maart 2020, “doelloos fietsen”

Een fietstocht voert me op deze zonovergoten dag langs de Jongbloedvaart ten westen van Erm. In het water zwemt een Waterhoen, in een struik zingt een Roodborst.

Doorfietsend rijd ik langs het ooievaarsnest bij Sleen. Twee vogels staan er, ondanks de behoorlijke afstand, voor mij duidelijk hoorbaar op te klepperen, Tegelijkertijd zie ik tegen een strakblauwe lucht een derde ooievaar overvliegen. Op goed geluk probeer ik wat foto’s te maken.

Ooievaar bij Sleen

Aan het eind van mijn fietstocht bespeur ik, teruggekeerd in Emmen, nabij de vijver aan de Waanderweg nog twee Waterhoentjes, waarvan één exemplaar hieronder is afgebeeld. Binnen de bebouwde kom zijn ze toch minder schuw, zoals iedere stadsbewoner die er oog voor heeft zal beamen.

Waterhoen bij het Waanderveld

27 maart 2020, Bargerveen

Niet ontevreden over de resultaten van de afgelopen dag, besluit ik nu eens te kijken wat het Bargerveen mij biedt. Voor ik in de auto stap – ik wil er deze keer een flinke wandeling maken – zie ik in de boom achter het huis van mijn directe buren Ringmussen zitten. In het nestkastje boven het balkon aan de voorzijde van mijn woning worden jaarlijks meerdere broedsels van de Ringmus met succes grootgebracht. Ik leid het af uit het hoog opgestapelde nestmateriaal als ik het kastje in het najaar schoonmaak. In tegenstelling tot Kool- en Pimpelmezen merk ik bij de mussen nooit iets van het uitvliegen. Vorig jaar deden ze ook een broedpoging in de nestkast aan de achterzijde, maar die mislukte in een vroeg stadium. Nadat ik er een tijdlang geen activiteit bespeurde besloot ik maar eens poolshoogte te nemen. In het nest vond ik een dode volwassen Ringmus en een paar eitjes. Gelukkig probeert een paartje het daar dit jaar opnieuw.

Kort na aankomst in het Bargerveen komt een andere vogelaar me tegemoet. Op mijn vraag of hij nog wat bijzonders heeft gezien, een soort standaardbegroeting tussen vogelaars, antwoordt hij dat hij vlak bij de parkeerplaats waar ik net vandaan kom die ochtend een Blauwborst zag. Laat die soort nu net één van de redenen zijn waarom ik hier naar toe ben gekomen. Wellicht tref ik de vogel aan het eind van mijn rondje.

De wandeling is prachtig, maar ik krijg weinig gelegenheid om vogels van nabij te fotograferen. Wel maak ik een paar opnamen met mijn I-phone op de plek waar het laatste bewoonde huis, “Het Huussie van Uneken” in het Bargerveen stond. Enige jaren geleden is het ten gevolge van blikseminslag tot de grond toe afgebrand. Een informatiebord herinnert de voorbijganger aan de plek.

Op een mistige zondagmorgen demonstreerde ik Jan indertijd hoe je vanaf het pad prachtig de echo van je stem kon horen dankzij de weerkaatsing op de voorgevel van het huisje.

In het bos ernaast hoor ik vinken, mezen en zie ik zelfs een Boomkruiper, maar ze zijn allemaal te ver verwijderd voor een foto. Pas als ik bijna bij de parkeerplaats terug ben ontdek ik hoog in een struik een luid tjiftjaffende Tjiftjaf.

Voor ik terug naar de auto wandel, loop ik nog even naar de observatiehut in de hoop van daaruit nog wat watervogels in het vizier te krijgen. Tevergeefs. In de winter wemelt het er van de ganzen, nu word ik bij de terugtocht naar de auto alleen vergezeld door een Citroenvlinder en her en der zingende Tjiftjafs. Maar een Blauwborst is nergens te bekennen.

28 maart 2020, dicht bij huis

Ik maak ‘s middags een wandeling rondom de kanovijver (waar overigens nooit een kano te zien is) en zie bij terugkomst in de uitloper van de Grote Rietplas waarlangs de huizen van mijn straat zijn gebouwd een paartje Wilde Eenden. Op zich niets bijzonders, maar bij dit licht en in deze tijd van het jaar zijn ze op hun mooist.

31 maart 2020, 45 km fietsen

De harde wind van de voorgaande dagen is gaan liggen. Ik stap weer op de fiets en rijd via Veenoord, Dalerveen en Dalen naar Wachtum. In de buurt van Wachtum zie ik in de verte een roofvogel vliegen waarvan ik in de vlucht een paar onscherpe foto’s maak. Thuis valt mij later de witte stuit op zodat ik hoogst waarschijnlijk te maken heb met een vrouwtje Blauwe Kiekendief.

In Wachtum besluit ik weer geleidelijk huiswaarts te fietsen. Het traject dat ik volg voert mij via een viaduct onder de A37 naar een smal weggetje langs deze snelweg. Uiteindelijk kom ik uit bij de Verlengde Hoogeveensche Vaart. Na een paar honderd meter sla ik af naar de Boksloot waarin een groepje Kuifeenden zwemt.

Het is sowieso een gunstige tijd om kuifeenden tegen te komen. Ook in het Oranjekanaal fotografeerde ik vorige week een groepje en in de kanovijver bij de Grote Rietplas, niet ver van mijn huis, houden zich regelmatig Kuifeenden op.

Ik fiets verder door de Broeklanden langs Ermerzand naar Erm. Bij Ermerzand poseert een Witte Kwikstaart in de namiddagzon op een kuilbult bij een boerderij. Ik neem de gelegenheid te baat ook dit fraaie vogeltje te portretteren.

Bij doorkomst in Wilhelmsoord inspecteer ik het ooievaarsnest dat dit jaar naar de overzijde van de weg is verplaatst. Een paar weken geleden had ik al gezien dat de vogels waren teruggekeerd. Nu ziet het er naar uit dat het broeden is begonnen. Het vrouwtje, naar ik aanneem, zit diep weggedoken op het nest, terwijl haar echtgenoot foerageert op het nabijgelegen akkerland dat tegelijkertijd door een boer met een tractor wordt bewerkt.

2 april 2020, wandeling rondom de Grote Rietplas

Na het ontbijt en het dagelijkse ritueel van koffiedrinken met de krant erbij, trek ik mijn wandelschoenen aan om vandaag een wandeling rondom de Grote Rietplas en de aangrenzende wijk Parc Sandur te maken. Ik kies voor de route tegen de wijzers van de klok in zodat ik het water hoofdzakelijk ter linkerzijde heb.

Bij de kanovijver aangekomen ontdek in het struweel een klein vogeltje dat onrustig heen en weer beweegt. Ik zie wat blauws en vermoed dat het een Blauwborst is. Het lukt me een paar fotootjes te nemen. Als ik ze later thuis bekijk en inzoom wordt mijn vermoeden bevestigd. Voor mij een reden een dag later opnieuw, maar dan ruim voor koffietijd, naar de zelfde plek te lopen in de hoop meer geluk te hebben. Tot mijn vreugde vind ik het vogeltje uitbundig zingend op ongeveer dezelfde plek terug.

Een Blauwborst op nog geen kwartier lopen vanaf mijn huis!

Ik wandel verder langs het water. Een fuut zwemt met mij mee. In deze tijd verschijnt ook regelmatig een exemplaar in het water aan de achterkant van mijn huis. Misschien is het wel dezelfde. Ook in de grachten van grote steden duiken regelmatig Futen op (en onder). In die zin ook een cultuurvolger.

Weer wat verderop zwemmen Kuifeenden.

Het smalle ruiterpad ten zuiden van de Grote Rietplas wordt geflankeerd door struiken en bomen. Hier houden zich bosvogels op. Ook een Merel die kennelijk dit biotoop verkiest boven de bebouwing.

Merel in het buitengebied

Iets verder bevindt zich een klein meertje waarin Grauwe Ganzen zwemmen.

Als ik ter hoogte van de toegangsweg naar Parc Sandur weer zicht op de Grote Rietplas en het kunstwerk Vuurvogel👈 krijg zie ik een Aalscholver in een karakteristieke houding op een dukdalf zitten.

Bij de rotonde steek ik de Verlengde Herendijk over om de Veenschapswijk op te wandelen. Het is een doodlopende weg die eindigt bij de A37. Op de akkers ter weerszijde zijn nauwelijks vogels te ontdekken. Ik zie teruglopend alleen een paartje Wilde Eenden in een slootje en twee Nijlganzen op het land.

Paartje Nijlganzen

De woonwijk mijdend loop ik langs de golfbaan door het smalle bos tot ik weer in de buurt van de Grote Rietplas kom. Het lachende geluid van een Groene Specht maakt dat ik weer een stukje terugloop in de hoop de vogel in beeld te krijgen, maar het dier houdt zich gedeisd. Dus toch maar weer verder. Bij een smal slootje krijg ik een Blauwe Reiger in beeld die lang genoeg blijft staan om dat moment vast te leggen.

Korte tijd later zie ik dat de vogelaar niet alleen zelf observeert, maar ook zelf geobserveerd wordt:

In zekere zin ook een vogelliefhebber

Aan het eind van mijn wandeling loop ik tussen de Grote en de Kleine Rietplas door. Net voor ze te water gaan leg ik een paartje Grote Canadese Ganzen nog op beeld vast. Al vermoed ik bij één exemplaar dat deze genen van een andere ganzensoort in zich draagt. In vogelaarsjargon: een Soepgans.

Strava, de app op mijn telefoon die mijn sportievere ondernemingen vastlegt, laat zien dat ik bijna 10 kilometer heb gelopen.

De wandelroute

Vinken, niet ver van huis, 3 april 2020

Als ik, zoals eerder beschreven, deze dag terugga naar de plek waar ik gisteren de Blauwborst zag fotografeer ik op weg er naar toe een Vink die, hoog in de boom, zijn zang laat horen. Thuis gekomen zie ik een andere Vink met een zonnepit in de snavel op één van de knotwilgen zitten.

De achtergrond is veel neutraler. Dat heb ik dan toch maar weer geleerd.

Foto’s van hoge kwaliteit worden door Arie Ouwerkerk hier 👈op zijn website en door Adri de Groot in zijn vogeldagboek👈 geplaatst.

2 gedachten over “Vogels spotten

  1. Hoi Cor.
    Ik probeer tijdens mijn wandelingen ook vaak vogels te fotograferen maar meestal gaan ze er vandoor voor ik ze goed in beeld krijg. Jou is het toch wonderwel gelukt!
    Groetjes Annelies.

Geef een reactie